Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Ron Magril – Inspired
De Israelische gitarist Ron Magril laat geen misverstand bestaan over wie de grote bron van inspiratie is voor zijn spel: Wes Montgomery. Daarin is Magril bepaald niet alleen, Montgomery beïnvloedde talloze jazzgitaristen. Luister eens naar ‘Polka Dots and Moon Beams’ van Montgomery en daarna naar ‘Affirmation’ (op het album ‘Breezin’) van George Benson. Let dan vooral op de articulatie van de noten en de wijze van aanslaan. Horen we dat ook terug op ‘Inspired’ van Magril? Dat zou dan meteen hoorbaar moeten zijn in de openingstrack ‘Playing for Wes’. Het antwoord is ondubbelzinnig: ja. Met de begeleiding van Yonatan Riklis op Hammond en drummer Ofri Nehemya laat Magril in acht composities horen dat hij gezegend is met gouden handjes die jaloersmakende klanken uit een gitaar kunnen halen, al moet gezegd dat de Hammond het totaalgeluid een onweerstaanbare diepe sound en bijbehorende vibe geeft. Toch is er wel een groot verschil tussen Montgomery and Magril, een verschil dat louter talent nog geen topgitarist van iemand maakt. Montgomery speelde altijd in dienst van de muzikanten om hem heen, waarbij hij alleen zo nu en dan een akkoord aanzette, precies voldoende om een stuk een ziel te geven – een mooi voorbeeld hiervan is ‘In Your Own Sweet Way’. Dat vereist zelfbeheersing, sterker: het vereist het vermogen om je volledig weg te kunnen cijferen. Hier en daar begint het ‘pielen’ op zes snaren echt op de zenuwen te werken, zoals in het tien minuten-durende ‘Africa’. Na ettelijke minuten valt op dat er grenzen zitten aan de inventiviteit van Magril, omdat patroontjes net iets te vaak worden herhaald. Gelukkig zijn er rustige stukken zoals ‘Neri’ en ‘Cool Breeze’ waar Magril meer ingetogen speelt. Dan hoor je echt dat dit een talent is, maar wel een die nog veel moet leren. Pak die platen van Wes er nog maar eens bij. (Jeroen Mulder) (6/10) (GleAM Records)
A.J. Croce – Heart of the Eternal
Op ‘Heart of the Eternal’ ontvouwt A.J. Croce een klanklandschap waarin verlies en hoop in elkaar verweven zijn als complementaire draden in een muzikaal wandtapijt. Dit beknopte album van elf tracks, dat net iets langer duurt dan een half uur, is een bewijs dat erfelijkheid in songwriting soms onmiskenbaar is, maar ook dat persoonlijke transformatie door trauma nieuwe muzikale horizonten kan openen. Geproduceerd door Shooter Jennings (zelf erfgenaam van outlaw country-legende Waylon Jennings) ademt deze collectie een zielvolle authenticiteit die verankerd is in zowel traditie als eigentijdse expressie. ‘On a Roll’ weerklinkt met de geest van A.J.’s vader Jim, alsof een verloren nummer plotseling is herontdekt, terwijl het tegelijkertijd volledig geworteld blijft in A.J.’s kenmerkende pianospel, vingers die dansen over toetsen als bezwerende gebaren. ‘Reunion’ is onbetwistbaar het hoogtepunt, een nummer dat de vochtige ziel van New Orleans in zich draagt en herinneringen oproept aan de spirituele elektriciteit van de Neville Brothers. David Barard’s achtergrondzang voegt lagen van emotionele textuur toe die doen denken aan zijn werk met de legendarische Solomon Burke, en plaatst Croce’s muziek in een rijk continuüm van Amerikaanse soultraditie. Wat ‘Heart of the Eternal’ buitengewoon maakt, is hoe het persoonlijk lijden (na het plotselinge verlies van zijn vrouw in 2018) transformeert tot universele verbinding. Jennings’ productie creëert een omgeving waarin vintage soul-texturen samenkomen met hedendaagse rauwheid. Dit vormt de perfecte bedding voor Croce’s verweerde maar veerkrachtige stem, die de zwaar bevochten wijsheid draagt van iemand die herhaaldelijk muziek heeft gebruikt als zowel schuilplaats als verlossing. (Jan Vranken) (8/10) (BMG)
ARQ – SEMA4
Muzikanten zullen dit herkennen: regelmatig worden optredens vastgelegd om later nog eens terug te luisteren en zodoende zaken te verbeteren. Dergelijke opnames zijn zelden bedoeld voor een groter publiek. Bassist Alison Rayner luisterde naar de opnames die van haar quintet zijn gemaakt in de Londense The Vortex Jazz Club en merkte de bijzondere vibe op die het optreden een speciale lading gaf: dit moest iedereen kunnen horen. Derhalve hebben we nu ‘SEMA4’, een live-album. Dat SEMA4 staat voor semafoor, een mechanisme dat ervoor zorgt dat parallelle of gedistribueerde programma’s gesynchroniseerd lopen, zoals de muzikanten in een quintet met elkaar in sync moeten zijn. Rayner, gitarist Deirdre Cartwright, pianist Steve Lodder, saxofonist Diane McLoughlin en drummer Buster Birch spelen al twaalf jaar samen en vormen in hun parallelle verscheidenheid wel een klinkend eenheid. Bandleider Rayner geeft in haar composities alle ruimte aan haar bandleden om afwisselend in het middelpunt van de belangstelling te staan, om die persoonlijke ‘finest moments’ mee te maken en daarna weer naadloos op te gaan in het collectief. Natuurlijk is de double bass van Rayner in alle stukken prominent aanwezig, stuurt ze vanuit die bas alles feilloos aan. De radertjes vallen telkens precies op juiste moment in elkaar. Het gezelschap schuwt daarbij geen enkele stijl: van de pure jazz, tot aan folk, blues en latin. In elk stuk etaleert de groep haar veelzijdigheid en kunde. De opener ‘Espiritu Libre’ is met een heerlijk percussie-intro een mooie binnenkomer. Dan zakken we even achterover en laten het lome ‘Lookin for a Quiet Place’ over ons heenkomen, waarna we ons subiet overgeven aan de swing in ‘Hamble Horror’ en laven aan de dikke vleug reggae in ‘Semaphore’. Rest ons om Rayner te bedanken voor het besluit om deze opnames uit te brengen. In navolging van de afsluitende track beamen we hartgrondig ‘All Will be Well’. (Jeroen Mulder) (8/10) (Blow the Fuse)
Emma Steinbakken – Hurt People
In het kristalheldere landschap van de Scandinavische pop verscheen Emma Steinbakken als een veelbelovende ster; haar album ‘Home’ uit 2023 getuigde van een helderheid en emotionele volwassenheid die haar jeugdige leeftijd overstemde. De Noorse singer-songwriter, destijds slechts 20 jaar oud, creëerde een verzameling die commerciële toegankelijkheid in balans bracht met authentieke emotionele resonantie, haar stem dragend zowel de kilte van noordelijke winters als de warmte van intieme bekentenis. ‘Home’ positioneerde Steinbakken als troonopvolger in het Scandinavische popdomein. Elk nummer een zorgvuldig gebouwd toevluchtsoord waar haar krachtige vocalen konden vertoeven tussen productie die haar vertelkunst versterkte in plaats van verborg. Uitblinkers als ‘Used to Love’ en ‘Gold’ schitterden met radioklare glans terwijl ze de emotionele integriteit behielden die haar een Spellemannprisen-nominatie opleverde. Twee jaar later verschijnt ‘Hurt People’ niet als de verwachte volwaardige opvolger maar als een EP met zes nummers die eerder creatieve aarzeling suggereert dan artistieke evolutie. Waar ‘Home’ aanvoelde als een zelfverzekerde aankondiging van aankomst, dwaalt ‘Hurt People’ door overgeproduceerde galmlandschappen die de kenmerkende Noordse helderheid vertroebelen die haar eerdere werk zo meeslepend maakte. De EP lijdt onder de commissiebenadering van songwriting. Nummers die de vingerafdrukken dragen van meerdere componisten (in sommige gevallen zes) voelen alsof ze in tegenstrijdige richtingen worden getrokken, waarbij de authenticiteit van haar eerdere werk oplost in formulematige hedendaagse popstructuren. De productie verstikt eerder dan verheft, en wikkelt potentieel intieme bekentenissen in lagen van onnodige versiering. Wat het meest opvallend ontbreekt is de frisse Scandinavische sensibiliteit die Steinbakken aanvankelijk onderscheidde. Die bijzondere alchemie van melodische directheid en emotionele transparantie die het handelsmerk van de regio is geworden. In plaats daarvan voelt ‘Hurt People’ geografisch en artistiek ontheemd, reikend naar universele aantrekkingskracht ten koste van een onderscheidende identiteit. Deze EP vertegenwoordigt niet zozeer evolutie als terugtrekking, een stap terug in veiliger, meer generiek territorium. Toch schuilt in deze teleurstelling hoop; veelbelovende artiesten navigeren vaak door creatieve dalen voordat ze opstijgen naar nieuwe hoogten. Voor Steinbakken is ‘Hurt People’ misschien minder een definitieve verklaring dan een noodzakelijke omweg op een langer artistiek traject dat zich nog moet ontvouwen. (Anton Dupont) (5/10) (Ada Nordic)
The Wildhearts – Satanic rites of
Dit album voert ons meedogenloos terug naar de schaduwrijke uithoeken van de late jaren ’70, waar glamrock en ongepolijste sleaze-metal elkaar omarmden in rokerige, bierdoordrenkte clubs. The Wildhearts onder leiding van de chaotische Ginger leveren drie kwartier muziek die in 2025 haast buitenaards aandoet, een fremdkörper tussen hedendaagse producties. De instrumentale uitvoering is vakkundig, met gitaarriffs die tegen het excessieve aanleunen, terwijl de zangpartijen functioneel blijven. Als relikwie uit diezelfde muzikale prehistorie voel ik een onverwachte verwantschap met deze klanken; een emotionele respons die ik gelijktijdig koester en betreur. Dit is muziek die op volumestand 10 door geopende autoruiten moet schallen; een luidruchtige therapie tegen melancholie. De onmiskenbare ‘Beavis and Butthead’-geest waart door elke noot, een nostalgische knipoog naar een tijdperk waarin ironie en oprechtheid moeiteloos samengingen. (Jan Vranken) (6/10) (Snakefarm Music Group)