De grijze februarikou buiten vormde zaterdagavond een schril contrast met de zinderende warmte die de Britse acid jazz-pioniers van Incognito binnen het uitverkochte Muziekgebouw Eindhoven creëerden. Onder leiding van bandleider en gitarist Jean-Paul ‘Bluey’ Maunick trakteerde de formatie het publiek op een weergaloze avond vol strakke grooves, soulvolle vocalen en virtuoze instrumentale uitspattingen.
Perfecte chemie
Vanaf de eerste noten was duidelijk dat de chemie tussen de muzikanten en het publiek perfect was. De twaalfkoppige band – bestaande uit een stevige ritmesectie, een puntige blazerssectie en vier fantastische vocalisten – bewees waarom Incognito al ruim 46 jaar aan de top van de Britse jazz-funk scene staat. Meermalen werd tijdens de show stilgestaan bij dit indrukwekkende jubileum.
Bluey, zoals altijd gekleed in een T-shirt en met pet, dirigeerde zijn ensemble met een ontspannen precisie. Zijn bescheiden podiumaanwezigheid stond in schril contrast met zijn monumentale muzikale erfenis, maar juist deze nederigheid maakte de wisselwerking tussen bandleider en muzikanten des te authentieker.
Vocale hoogstandjes
De vier vocalisten – Joy Rose, Natalie Duncan, Tony Momrelle en Bluey zelf – wisselden elkaar moeiteloos af tijdens de verschillende nummers. Tony Momrelle’s krachtige stem en Joy Rose’s soulvolle uitvoeringen vormden hoogtepunten van de avond, terwijl Natalie Duncan met haar fluwelen stemgeluid, dat hier en daar wat weg had van Sade, het publiek betoverde. Bluey’s eigen vocale bijdragen, hoewel spaarzamer, gaven de performance een extra diepte, die de sound van Incognito af maakte.
Hoewel het Muziekgebouw doorgaans een wat formele setting biedt voor concerten, was het zaterdagavond onmogelijk om stil te blijven zitten. Gelukkig waren de voorste stoelen uit de zaal gehaald om een dansvloer te vormen, waar het publiek – van twintigers tot zestigers – de heupen losgooide op de opzwepende ritmes. Tussendoor regelmatig een praatje van de meester zelf, die trots vertelde hoe zelfs Stevie Wonder ooit meespeelde met de band, waarop een eerbetoon met ‘As’ de hele zaal deed meezingen.
De instrumentale sectie was niet minder indrukwekkend. Francesco Mendolia dreef de band voort met zijn strakke drumwerk, perfect aangevuld door João Caetano’s inventieve percussie. Francis Hylton’s onverstoorbare baslijnen vormden het fundament waarop Charlie Allen’s gitaarwerk en de Italiaanse Chicco Allotta’s toetsenspel kon schitteren. De blazerssectie – bestaande uit Sid Gauld op trompet, Alistair White op trombone en Paul Booth op saxofoon en fluit – zorgde voor de karakteristieke Incognito-sound die het publiek zo goed kent.
Emotie
Na bijna twee uur onafgebroken muzikale magie sloot de band af met hun bekendste hits, de Stevie Wonder cover ‘Don’t You Worry ‘bout a Thing en ‘Always There’. Het publiek, inmiddels volledig in de ban van de onweerstaanbare groove, ontving natuurlijk al snel een toegift, waarop de band niet eens de tijd kreeg het podium te verlaten en bleef staan voor een explosieve uitvoering van ‘Nights Over Egypt’.
Wat volgde was een bijzonder emotioneel moment. Nadat de laatste noten wegstierven, nam Bluey de microfoon voor een hartverwarmende speech. Met zichtbare emotie bedankte hij Eindhoven voor de jarenlange steun en gastvrijheid. “We komen altijd graag naar Eindhoven,” vertelde hij met een stem die brak van emotie. Vervolgens deed hij een onverwachte persoonlijke onthulling, waarin hij sprak over zijn strijd met Parkinson en de toenemende moeite die het hem kost om op te treden. Terwijl tranen over zijn wangen biggelden, werd hij liefdevol ondersteund door zijn bandleden die hun armen om zijn schouders sloegen – een ontroerend beeld van de hechte band tussen de muzikanten.
Bluey sloot zijn toespraak af met een hartstochtelijk pleidooi voor meer aandacht voor ouderen en een oproep aan de jeugd om meer te genieten van de natuur in plaats van alleen maar op hun telefoons te zitten. Zoals altijd waren zijn laatste woorden het Bob Marley-anthem “One Love!”, waarna de band onder de tonen van dit iconische nummer het podium verliet.
Toen de lichten aangingen, bleven veel bezoekers nog even staan, ontroerd door zowel de muziek als Bluey’s emotionele woorden, en verliet het de zaal vol liefde in de oren.
Foto’s (c) Stefanie Portegies