Afgelopen zaterdagavond was het lekker wegdromen op de muziek van de Noorse trompettist Mathias Eick. De multi-instrumentalist bracht precies op Valentijnsdag zijn inmiddels achtste album getiteld ‘Lullaby’ uit en kwam dit, in een stijf uitverkocht LantarenVenster in Rotterdam, ten gehore brengen. En wat voelde het fijn om samen met de band en het publiek even te ontsnappen aan de tumultueuze wereld om ons heen.
De muzikanten oogden zichtbaar relaxt en vormden een hechte groep. Hoe toepasselijk was daarom het gekozen openingsnummer ‘Family’ uit 2018. Het zag eruit als een clubje mannen waarmee het op midzomeravond in Noorwegen vast goed toeven moet zijn rondom de barbecue met een goed potje bier, pratende over de zin des levens en niet te vergeten… muziek.
Er was gekozen voor het spelen van een mooie mix van nieuwe nummers en tracks van de eerder verschenen albums ‘Ravensburg’, ‘When We Leave’ en ‘Skala’. Daardoor kreeg het gehele optreden een indrukwekkend verhalend geheel. Het voelde als het lezen van een boek waarvan nagenoeg elk hoofdstuk een korte krachtige titel had meegekregen, zoals bijvoorbeeld ‘September’ en het prachtig aan elkaar geregen ‘Loving’ en ‘Caring’.
Het subtiele vioolspel van Håkon Aase en het ijle trompetgeluid van Eick vulden elkaar bij alle nummers prachtig aan. Het geeft een prachtige melancholische lading aan het geheel. Audun Erlien op de elektrische basgitaar en Torstein Lofthus op drums vormden samen de perfecte ritmetandem. De ene keer subtiel, dan weer stuwend en ritmisch. Wanneer je daar het lyrische pianospel van Andreas Ulvo bij optelde, bijvoorbeeld in het nummer ‘Oslo’, werd je meegezogen in een betoverend organisch geheel.
Mathias Eick, al jaren steevast getooid met cap en stoere baard, genoot zichtbaar van al zijn nieuwe composities. Af en toe sprak hij even het publiek toe. Vertelde liefdevol over wat we hadden gehoord en wat de inspiratie was geweest voor de totstandkoming van het nummer. Hij had ook mooie woorden over voor de jonge muzikanten van het Lyder Røed Quintet, die als support act de zaal mochten opwarmen. Eick gaf duidelijk aan dat het heel belangrijk was om nieuw talent te ondersteunen en ruimte daarvoor te creëren.
In ‘May’ schitterde Eick op virtuoze wijze op zijn trompet en in ‘Free’ en ‘Arvo’ liet hij horen ook van zijn stem een indringend instrument te kunnen maken. Na een perfecte uitvoering van ‘Ravensburg’ werd het concert afgesloten met het liefelijke liedje ‘For My Grandmothers’, een ode aan de oma’s van Eick. Dat we nog maar heel lang van deze Noorse muzikale verhalenverteller mogen genieten!
Foto’s (c) Rob Ouwerkerk