Ergens tussen de missende planken van verweerde veranda’s en de glimmende façades van gerestaureerde herenhuizen, tussen de echo’s van Congo Square en de beats die uit moderne clubs bonzen, heeft Jon Batiste een album gemaakt dat klinkt als New Orleans zelf: gelaagd, complex, en onmogelijk om stil van te blijven zitten.
Net zoals Barry Jenkins in ‘Moonlight’ het licht van Miami gebruikte om een verhaal over identiteit te vertellen, vangt Batiste in ‘The New Orleans Collection’ de ziel van zijn geboortestad in een caleidoscoop van geluid. Het is een album dat je meeneemt op een roadtrip door een Amerika dat tegelijk bestaat en nog uitgevonden moet worden. In ‘Adulthood’ vindt een historische ontmoeting plaats die slechts twee minuten duurt, maar nagalmt als een gebed in een koperen kathedraal. De Hot 8 Brass Band, straatkoningen van New Orleans, kruist hier het pad van Batiste’s piano als een second line parade die plots door een concertzaal marcheert. Het is een moment dat doet denken aan die memorabele scène in Black Panther waar traditionele stamrituelen en hypermoderne technologie elkaar ontmoeten – beide even waardevol, beide even waar.
Dan dendert ‘We Are’ binnen, met de St. Augustine’s High School drumband als een leger van ritme. De ‘Marching 100′ stampt hier niet zomaar een beat neer – ze leggen het fundament voor een kathedraal van geluid. Batiste’s piano danst als een vlindergewicht bokser om de massieve drums heen, nu eens vederlicht, dan weer vol rake klappen. Het is het soort groove dat zelfs standbeelden zou doen bewegen, een handleiding voor hoe je moet leven: vol vuur, met respect voor traditie maar zonder angst voor de toekomst. Als een glitterende Cadillac die plots de hoek om scheurt, zo komt Big Freedia’s aanwezigheid ‘Freedom’ binnenrijden. Terwijl conservatief Amerika zich druk maakt over spookbeelden van ‘woke cultuur’, rijdt deze culturele karavaan gewoon door. De samenwerking tussen een Juilliard-opgeleide pianist en de Queen Diva van bounce is geen statement – het is gewoon wat er gebeurt als je authentieke kunstenaars hun gang laat gaan. De productie glanst als een pas gewaste oldtimer in de Louisiana-zon, maar anders dan bij veel moderne clubhits, waar de glans vaak alle leven verstikt, gebruikt Batiste de high-end productie als een vergrootglas dat elke vonk energie uitvergroot.
Op ‘Tell the Truth’ roffelen de Afrikaanse percussie-ritmes een bloedlijn van de katoenvelden naar de hiphop cultuur van nu. Het koperarrangement zweeft als een gouden draad door het nummer, als de Mississippi die alle verhalen van de Delta met zich meedraagt. Dit is wat er gebeurt als je cultuur niet ziet als een museum maar als een levend lichaam. In de schaduw van monumenten voor zuidelijke generaals die langzaam worden weggehaald, bouwt Batiste met dit album een nieuw soort gedenkteken – een dat niet in steen maar in geluid is gehouwen. Terwijl politici zich verliezen in nostalgische fantasieën over een Amerika dat nooit bestond, documenteert hij het Amerika dat elke dag opstaat en naar zijn werk gaat, dat danst op straathoeken en zingt in kerken.
Dit is meer dan het beste album van 2025 tot nu toe – het is een cultureel document dat nog jaren zal blijven klinken. Zoals de Mississippi delta zelf, blijft het sediment van betekenis achter met elke beluistering. Jon Batiste – the New Orleans Collection In de woorden van een oude jazzmuzikant die ik ooit ontmoette in Preservation Hall: ‘You don’t have to understand it all, you just have to let it move you.’ Batiste begrijpt beide – en beweegt ons allemaal. Wat een wereldplaat (9/10)(UMG Recordings)