Er is een passage in Tommy Wieringa’s ‘Dit zijn de namen’ waar de hoofdpersoon door de eindeloze steppe dwaalt, op zoek naar verbinding in een wereld die steeds kouder wordt. Het is precies die zoektocht die Sharon Van Etten verklankt op haar zevende album, een plaat die klinkt als een nachtelijke rit door verlaten industriegebieden, waar het enige licht komt van knipperende synthesizers en gebroken neonreclames.
Met ‘Sharon Van Etten & The Attachment Theory’ heeft ze iets gedaan wat weinig artiesten op het hoogtepunt van hun carrière durven: de teugels volledig uit handen geven. Na jaren van zorgvuldige klank architectuur heeft ze het stuur overgedragen aan haar bandleden – Jorge Balbi op drums en machines, Devra Hoff op bas, en Teeny Lieberson achter de synths. Het resultaat is even ontwrichtend als bevrijdend.
Openingstrack ‘Live Forever’ zet meteen de toon: doem-synths snijden door de stilte als koplampen door mist, terwijl elektronische ruis opstijgt als stoom van warm asfalt. Dit is niet meer de Van Etten van de verstilde folk-jaren, zelfs niet die van het doorbraak album ‘Remind Me Tomorrow’. Dit is een artiest die, als een personage uit Marieke Lucas Rijneveld’s ‘De avond is ongemak’, de chaos omarmt om er iets nieuws uit te scheppen.
‘I Can’t Imagine’ en ‘Southern Life’, beide ontstaan tijdens geïmproviseerde jamsessies in de woestijn, laten horen wat er gebeurt als Van Etten zich werkelijk overgeeft aan samenwerking. De eerste track pulseert met post-punk energie die doet denken aan de beste momenten van The Sound, terwijl de tweede wegzinkt in een groove die even hypnotiserend is als een eindeloze snelweg bij nacht. Het emotionele hart van het album is ‘Afterlife’, geschreven na Van Etten’s vriendschap met een terminaal zieke fan. Het is een nummer dat doet wat Connie Palmen deed in ‘I.M.’ – het maakt verlies tastbaar zonder sentimenteel te worden. “Turned me inside out and now I find/I want to see you in the afterlife”, zingt Van Etten, haar stem tegelijk breekbaar en onbreekbaar.
De arrangementen zijn gespierder dan ooit. ‘Idiot Box’ rijdt op een gitaarlijn die zo uit een New Order-plaat had kunnen komen, terwijl het nummer onze smartphoneverslaving fileert. ‘Somethin’ Ain’t Right’ bonkt met de urgentie van vroege Talking Heads, Van Etten’s stem snijdt door de mix als xenon licht door regen. Zelfs in de rustiger momenten, zoals het dromerige ‘Fading Beauty’, voel je de collectieve visie van de band.
Het album sluit af met ‘I Want You Here’, een liefdesverklaring voor het einde der tijden. ‘And I want you here/Even when I feel like a curse/And I want you here/At the edge of the earth,’ gilt Van Etten, en het klinkt als een manifest van afhankelijkheid én onafhankelijkheid – het geluid van iemand die heeft geleerd dat echte kracht schuilt in het durven loslaten. Dit is Van Etten’s meest collaboratieve werk tot nu toe, maar paradoxaal genoeg ook haar meest eerlijke. Door controle op te geven heeft ze een nieuwe vrijheid gevonden, eentje die haar in staat stelt de donkerste hoeken van haar psyche te verkennen terwijl ze toch koers houdt. Zoals bij de beste roadtrips gaat het niet om de bestemming maar om de reis – en wat voor een reis is dit. ‘Sharon Van Etten & The Attachment Theory ‘ bewijst dat soms het moedigste wat een artiest kan doen is het stuur delen. Een verbazingwekkende evolutie die niet aanvoelt als een zijweg, maar als het ontdekken van een nieuwe versnelling.(8/10)(Jagjaguwar, 2025)