Met ‘Lafiya Sessions’ neemt Oxmo Puccino ons mee op een fascinerende reis door het Franse hip-hop landschap, een reis die begint in de ruwe straten van het 19e arrondissement van Parijs en eindigt in een warm bad van generatie-overstijgende samenwerkingen. Als een muzikale cartograaf tekent hij een nieuwe kaart van de Franse rap, waarop de grenzen tussen oud en nieuw, traditie en vernieuwing, vervagen als krijt in de regen. De man die ooit bekend werd als de ‘Black Jacques Brel’ – een bijnaam die zijn unieke positie in de Franse muziek perfect vangt – heeft na zes jaar stilte een album afgeleverd dat aanvoelt als een lange, nachtelijke conversatie tussen oude vrienden en nieuwe kennissen. In slechts 20 dagen werden 18 tracks opgenomen, een tempo dat doet denken aan de legendarische Rudy Van Gelder-sessies voor Blue Note Records in de jaren ’60, waar ook perfectie ontstond uit spontaniteit.
‘Lafiya Sessions’ is geen gewone mixtape, maar eerder een documentaire over de staat van de hedendaagse Franse hip-hop. Wanneer Oxmo samen met Le Célèbre Bauza door ‘Connivences’ glijdt, hoor je de echo’s van zijn eigen Opéra Puccino uit 1998, maar dan gefilterd door een eigentijdse lens. Het is als een oude foto die opnieuw wordt ontwikkeld met moderne technieken – de essentie blijft, maar de details komen scherper naar voren. De collaboraties zijn zorgvuldig gekozen, als ingrediënten voor een verfijnde Tiguadègèna. Op ‘Dis-moi’ vormen de stemmen van Luidji en Tuerie een perfect contrapunt met Oxmo’s bedachtzame flow, terwijl ‘Stephen Curry’ met Davinhor en Bob Marlich aantoont dat moderne Franse rap ook een vrouwelijke touch verdient. Het doet denken aan hoe MC Solaar ooit de deur opende voor een meer poëtische benadering van het genre – Oxmo zet die deur nu wagenwijd open voor een nieuwe generatie.
De productie is warm en organisch, met samples die klinken alsof ze rechtstreeks uit stoffige vinylgroeven zijn geplukt. Het is geen toeval dat Oxmo ooit tekende bij Blue Note Records – zijn gevoel voor muzikale textuur verraadt een diepe appreciatie voor jazz en soul, genres die als een rode draad door zijn oeuvre lopen. ‘Les petites choses’, de afsluiter met Wallace Cleaver, is misschien wel het meest ontroerende moment van het album. Tegen een subtiele achtergrond van piano en blazers levert Oxmo een spoken word-performance die aanvoelt als een brief aan zowel zijn jongere zelf als aan de toekomst van Franse hip-hop. Het is een moment van zelfreflectie dat doet denken aan Gil Scott-Heron’s laatste werk, waar wijsheid en kwetsbaarheid hand in hand gaan.
‘Lafiya Sessions’ is geen nostalgische trip, maar een levend document van een artiest die weigert stil te staan. Oxmo Puccino, de jongen die ooit vanuit Mali naar Parijs kwam en uitgroeide tot een van Frankrijks meest gerespecteerde rappers, bewijst dat ervaring en vernieuwing geen tegenpolen hoeven te zijn. Met dit album bouwt hij een brug tussen verschillende generaties Franse hip-hop, en nodigt hij ons uit om samen met hem over te steken. Eindoordeel: 8/10 – Een rijp en rijk album dat bewijst dat Oxmo Puccino nog steeds een van de meest relevante stemmen in de Franse hip-hop is. Met ‘Lafiya Sessions’ heeft hij niet alleen een uitstekend album gemaakt, maar ook een belangrijk hoofdstuk toegevoegd aan de geschiedenis van Franse rap.(8/10)(Exclusive Naive)