Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Julian en Roman Wasserfuhr – Safe Place
De Duitse broers Julian en Roman Wasserfuhr zijn geen onbekenden in de jazz. Op ‘Safe Place’ laten de broers zich bijstaan door cellist Jörg Brinkmann en saxofonist Paul Heller. Het album moet een veilige haven zijn, een plek om naar toe te vluchten, weg van de hectiek en wellicht chaos van alledag. Om die reden is gekozen om de stukken in zeer intieme setting op te nemen en dat hoor je beslist terug. Fraai voorbeeld is ‘Movimiento’, waarop cello en de trompet van Julian loom om elkaar heen dansen. Eén van de weinige up-tempo stukken is ‘El Caballo Valiente’, ingeleid door piano en cello, voordat trompet en saxofoon beurtelings vrij mogen improviseren. De piano is in alle stukken vooral begeleidend, maar toch prominent genoeg om te realiseren dat het spel van Roman sfeerbepalend is in het geheel, bepalend voor de ‘Wasserfuhr Sound’. De broers hebben beslist een eigen signatuur ontwikkeld die uitstekend uit de verf komt in de composities die bijna allemaal door Julian zijn geschreven. Bijna. Want er is een stuk dat niet van zijn hand is: Stings’ ‘Fields of Gold’. ‘Het beste dat jonge Duitse jazz te bieden heeft,’ vond de Rheinische Post en aldus geciteerd in de bio. Of de bewerking van een van Stings’ hits ook dat predicaat verdient, laat zich een beetje betwijfelen. Het thema van de song is herkenbaar, maar daaromheen put Julian zich uit in een gekunsteld klinkende solo met heel veel noten die hier simpelweg niet op hun plaats zijn. Voor wie zin heeft in goed uitgevoerde, gemakkelijk in het gehoor klinkende jazz, buiten ‘Fields of Gold’ om, is dit album inderdaad een veilige haven. (Jeroen Mulder) (7/10) (Act)
Nachtblut – Todschick
De Duitse band Nachtblut mengt dark metal met klassieke elementen, new wave en zelfs western-invloeden. Dit wordt verpakt in opzwepende ritmes, zware riffs en pakkende, soms bijna poppy melodieën. Ze bekritiseren moderne maatschappelijke kwesties. De dood komt in een aantal teksten terug. ‘Von Hass Getrieben’ heeft een serene, klassiek georiënteerde start. Nummers zoals ‘Todschick’ en ’Das Leben der Anderen’ zijn heerlijk om mee te brullen. De veranderingen tussen muziekstijlen is soms eigenzinnig, zoals in ‘Stirb Langsam’ dat folk bevat: live zal dit een geweldige beleving zijn. Dat geldt ook voor ’Mein Ist Die Hölle’, al is het af en toe wat veel van het goede. De gave wending naar een klein gespeeld deel in ‘Schneller Als Der Tod’ is heel verrassend. De markante zang van Askeroth kan af en toe iets te overheersend zijn. De grimmige klank vormt een bijzondere combinatie met de mooie gestapelde zang/koorzang. De lage zang/vertelstem is warm van kleur, de woordeloze grunts zijn gaaf. De contrasten en wendingen tussen lichtere elementen en de donkere muziek zijn goed. ‘Todschick’ is een bijzonder en divers album. (Esther Kessel-Tamerus) (7/10) (Napalm Records)
Fairground Attraction – Beautiful Happening
“It’s got to be, perfect”; Zo zette de Britse band Fairground Attraction zich eind jaren tachtig op de kaart. Een lekker nummer dat nog altijd bekend in de oren klinkt. Al zal de bandnaam een stuk minder mensen iets zeggen. Kort hierna werd het ook stil rondom de groep. Dan was er in 2003 nog een live album en is de band nog niet zo lang geleden weer bij elkaar gekomen en heeft een derde album uitgebracht. Toch zullen velen het zien als het echte tweede album, wie had dat nog verwacht na ruim 36 jaar. Ondanks de muzikale verschillen waardoor de band uit elkaar viel, hebben ze altijd goed contact gehouden en vaak ook meegespeeld op elkaars soloalbums. ‘Beautiful Happening’ klinkt fris en aangenaam. Je krijgt direct zin om te dansen op nummers als ‘Learning To Swim’ en te schuifelen op het volgende ‘Gatecrashing Heaven’. Fairground Attraction geeft ons een hele fijne verrassing met het nieuwe album. (Rik Moors) (7/10) (Fairground Attraction)
Tim Knol & Blue Grass Boogiemen – Ride Again
Er waait een bijzondere wind door artiestenland. Blijkbaar moet je anno 2025 een countryplaat uitbrengen, een trend die is ingezet door Grammy-grootverdiener Beyoncé. Maar je hebt country en je hebt country die gemaakt is na het nuttigen van een litertje Red Bull, een paar potten knettersterke koffie en een zak zure matten. Dan krijg je bluegrass, waarin de banjo de hoofdrol vervult en alles klinkt als een 33-toerenplaat die op 78 toeren wordt afgespeeld. We zijn er gek op. En dus valt ‘Ride Again’ van Tim Knol & Blue Grass Boogiemen beslist in de smaak. Omdat dit als bluegrass gewoon ontzettend goed is gedaan. De jazzstructuur, de instrumentatie met mandoline, upright bass, dreadnought en natuurlijk banjo, in combinatie met de licht nasale, hoge zangstem van Knol: het werkt. Nou zijn de Blue Grass Boogiemen bepaald geen nieuwelingen, sterker: de groep is inmiddels gelouterd tot op de Amerikaanse bakermat. De single ‘Up In The Hills’ was al een lekker voorproefje, waarvan we op ‘Ride Again’ in iets meer dan een half uur liefst dertien nummers krijgen geserveerd, speciaal geschreven voor de nieuwe theatershow van het gezelschap. Dat het de zanger met de paplepel is ingegoten, hoor je; zijn vader was groot fan van het genre, vertelde hij op NPO Radio 5. Het ongekende plezier dat de mannen hebben tijdens het musiceren, werkt aanstekelijk, waarbij opvalt dat Knol echt vrij klinkt. Dit genre past als een jas, iets dat hij al eerder met deze groep ruimschoots heeft bewezen. Met ‘Not So Precious Memories’ mogen we er even langzaam inkomen, om daarna los te gaan, al wordt de luisteraar momenten van betrekkelijke rust gegund in de wat langzamere nummers en zeker in de prachtige afsluiter ‘Mother The Mountain’. Voorts wordt met soms cynisch tragische teksten het leven bezongen met een snik en een hik op de juiste plekken, terwijl de band er lustig op lostokkelt en fiddlet. ‘Lost Lovesick Lonesome Blue’ en ‘There Ain’t Nobody Gonna Miss Me When I’m Gone’ zijn bluegrassklassiekers in wording, inclusief de kenmerkende samenzang en solo’s. Earl Scruggs, grondlegger van de wijze waarop de banjo wordt bespeeld in bluegrass, zou hier vrolijk van worden. Wij zijn het al. Op naar het theater! (Jeroen Mulder) (8/10) (I Love My Label)
Riviertijd – Donker je wolken
Met ‘Donker je wolken’ presenteert het Vlaamse duo Riviertijd, voorheen bekend als The River Curls Around The Town, hun project dat poëzie, fotografie en muziek verweeft tot een mooi geheel. Een album dat dertien gedichten van Geert-Jan Beeckman samenbrengt met evenzoveel foto’s van Eddy Verloes, vertaald naar klank door Bart Bekker en Jan Vanwinckel. Na vier succesvolle Engelstalige albums maken de muzikanten nu de overstap naar het Nederlands, wat verrassend klinkt. Tekst en zang doen niet zelden terugdenken aan de welllicht beste Vlaamse band ooit, Gorki, en dat is toch wel heel knap. Niet helemaal, iets electronischer en helaas qua outro vaak net te abrupt. Toch zijn de gelijkenissen treffend: Noem het gerust Gorki in een verfijnde mix van elektronica en luisterpop die zowel ingetogen als meeslepend is. De productie klinkt warm en verrassend helder. De muzikale invloeden van Massive Attack tot Daniel Lanois zijn nog steeds herkenbaar, maar worden nu vermengd met elementen uit de Nederlandse kleinkunst. Het resultaat is een uniek geluid dat perfect aansluit bij de poëtische teksten en sfeervolle beelden. ‘Donker je wolken’ bewijst dat Riviertijd’s artistieke evolutie verder is gerijpt. (Norman van den Wildenberg) (7/10) (3300 RPM RECORDS / SWEET SOUNDS vzw)