Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Wizrd – Elements
In de rock en metal staat Noorwegen toch vooral bekend om de black metal. Toch zien we er ook een aantal hele fijne progrockband vandaan komen. Ik noem een Wobbler en Magic Pie als voorbeeld. Het nog niet lang bestaande Wizrd is een nieuwe naam. Twee jaar terug bracht de band hun eerste plaat uit die prima werd ontvangen. Nu is met ‘Elements’ een tweede album toegevoegd aan hun discografie. De band is ontstaan op het jazz conservatorium in Trondheim. Dat is ook duidelijk terug te horen in de songs. Een mix van prog met jazz en zelfs een vleugje indie. Ze wagen (nog) niet aan zogeheten ‘epics’ en blijven onder de zeven minuten met de songs. Het album springt alle kanten op, in de goede zin. Van het korte, snelle instrumentale ‘!!!’ naar het dromerige ‘Fire & Flames’ dat halverwege net zo makkelijk weer omslaat. Voor een ieder die prog kan waarderen wat wils. (Rik Moors) (8/10) (Karisma Records)
Palle Mikkelborg, Lars Møller & NDR Big Band – Echoes
Op ‘Echoes’ versmelten twee generaties Deense jazzvernieuwing in een fascinerende dialoog. De contemplatieve flugelhorn van Palle Mikkelborg vindt een natuurlijk evenwicht met Lars Møllers verfijnde composities, terwijl de NDR Big Band hun gedeelde visie tot leven brengt met Duitse precisie en Scandinavische warmte. Het openingsstuk ‘Salt’ ontvouwt zich over vijftien minuten als een langzaam opkomend tij, waarbij de karakteristieke Noordse helderheid doorschemert in elk arrangement. Møller bouwt zijn composities op als een architect, met ruimte voor zowel intieme kamermuziekachtige passages als grootse orkestrale momenten. De bewerking van een Deens volksliedje vormt hierbij een emotioneel ankerpunt, dat de moderne complexiteit verbindt met iets oerouds. Deze Dacapo-uitgave onderscheidt zich door de perfecte balans tussen compositie en improvisatie. Mikkelborgs hoorn zweeft als winterzon boven het ensemble, terwijl zijn kenmerkende spaarzame fraseringen en lyrische sensibiliteit naadloos samenvloeien met Møllers gelaagde klanklandschappen. Een album dat bij elke beluistering nieuwe nuances prijsgeeft en de grootsheid van de hedendaagse Scandinavische jazz onderstreept. (Jan Vranken) (8/10) (Dacapo)
Mark Butcher – Always Somewhere
De eerste keer dat ik Mark Butcher ontmoette en hoorde spelen was tijdens een interview en optreden met The Boom Band op 27 november 2015 in De Boerderij in Zoetermeer. Toen al vielen Marks sterke, soulvolle stemgeluid en zijn melodieuze gitaarspel mij op. Mark was toen bezig met het ontwikkelen van een serieuze muziekcarrière nadat hij jarenlang een internationale topcricketer was, die uitkwam voor Engeland. In 2009 is hiermee gestopt en werkt nu als sportcommentator. Én als muzikant natuurlijk, daarom ook dit stukje. Al eerder verschenen van hem, naast het werk met The Boom Band, twee goed ontvangen soloalbums, te weten ‘Song From The Sun House’ en ‘Now Playing’. Onlangs is bij Cherry Red Records zijn derde album verschenen, getiteld ‘Always Somewhere’ met twaalf nummers, waarvan tien door hem zelf zijn geschreven, één in samenwerking met Pete Twyman en één van Twyman zelf. Peter Twyman is te horen als gitarist, bassist, percussionist en toetsenman. Ook tekende hij voor de productie. Steve Barnard a.k.a. Smiley is drummer van dienst. Verder doen nog een tiental anderen mee, waaronder oud-Boom Band maatjes Jon Amor en Marcus Bonfanti. Luisterend naar de nummers is duidelijk, dat Butcher niet zo maar een ‘celebrity’ is, die ook nog leuk kan zingen. Als componist en tekstschrijver is hij absoluut van hoog niveau. Luister maar eens goed naar de teksten, die gaan nog ergens over. Muzikaal bevindt hij zich ergens tussen blues en soul, terwijl hij uitstapjes naar rock en pop zeker niet schuwt. Meteen vanaf het eerste nummer ‘Always Sing’ weet hij de aandacht te vragen en deze tot afsluiter: ‘Good Intentions’ niet meer los te laten. Nummers die wat mij betreft een bijzondere vermelding verdienen zijn funky ‘Cold Eyes, Cold Heart’ met een mooie trompetsolo door Nick Etwell, het indrukwekkende ‘Open Heart’ en de rockende blues ‘Indefinable Man’. Met ‘Always Somewhere’ heeft Mark Butcher bewezen een talentvolle componist en muzikant te zijn, die zeker meer aandacht verdiend. (Eric Campfens) (8/10) (Cherry Red Records)
Iggy Pop – Live at Montreux Jazz Festival 2023
Op zijn 75ste bewijst Iggy Pop tijdens zijn Montreux-optreden dat rock ‘n’ roll geen houdbaarheidsdatum kent. Deze liveopname bruist van een energie die menig twintiger zou doen verbleken, terwijl de toevoeging van een blazerssectie aan zijn vaste band nieuwe diepte geeft aan zijn tijdloze repertoire. De opener ‘Five Foot One’ knalt uit de speakers als een oerkracht, Pop’s stem nog steeds een rauwe diamant die weigert te slijten. Zeventien nummers lang transformeert het podium in een altaar van pure rock-energie, met als hoogtepunt een vurige heruitvinding van ‘Lust for Life’, waarin de blazerssectie het klassieke nummer een bijna soul-achtige intensiteit verleent. De show sluit af met ‘Frenzy’, een nummer dat zonder schaamte flirt met Pop’s eigen muzikale erfgoed, maar tegelijk klinkt als een manifest voor zijn niet-aflatende relevantie. Dit concert is meer dan een tijdsdocument – het is een viering van ontembare levenslust, een bewijs dat rock ‘n’ roll op zijn best niet gaat over leeftijd, maar over attitude. Iggy Pop blijft de levende belichaming van deze waarheid. (Anton Dupont) (7/10) (Earmusic)
Central Cee- Can’t Rush Greatness
Met ‘Can’t Rush Greatness’ levert Central Cee een album af dat de groeiende pains van West-Londense drill blootlegt – een werk dat zweeft tussen ambitie en executie, tussen authenticiteit en commerciële aspiraties. Waar Zuid-Oost Londen bruist met innovatieve energie van artiesten als Little Simz en Pa Salieu, worstelt Cee nog om zijn eigen stem te vinden in het drukke landschap van de UK rap scene. De productie is vakkundig uitgevoerd, met beats die technisch in orde zijn maar zelden het territorium van het werkelijk opwindende betreden. ‘Gata’, zijn samenwerking met Young Mike, probeert Latino-invloeden te verweven met de Shepherd’s Bush-esthetiek, maar deze fusion voelt geforceerd aan, als een poging tot crossover die zijn doel voorbijschiet. Het album lijdt niet zozeer aan gebrek aan technische vaardigheid – Cee’s flows zijn competent – maar meer aan een gemis aan die ondefinieerbare vonk die UK drill zo opwindend maakt. Waar de beste producties uit de scene pulseren met rauwe energie en urgentie, blijft ‘Can’t Rush Greatness’ vaak steken in het voorspelbare. De titel blijkt onbedoeld profetisch – grootsheid laat inderdaad nog even op zich wachten. (Elodie Renard) (6/10) (Columbia Records)