Soukous. Zo heet de oorspronkelijke muziek zoals die werd gespeeld in Kinshasa, de hoofdstad van de Democratische Republiek Congo. Het is een verbastering van het Franse ‘secouse’, hetgeen ‘geschud’ of ‘geschokt’ betekent. Een rakere omschrijving van de muziek op deze vierde plaat van Jupiter and Okwess kun je niet bedenken. Zet ‘Ekoya’ op en alles gaat schudden. Gegarandeerd. Geschokt? Hangt ervan af of je een van de acht talen op het album gaat verstaan, maar hoe dan ook: de intenties zijn meer dan duidelijk.
Zelf noemt Jupiter Bokondji dit album een nieuw hoofdstuk voor hem en zijn band Okwess, waarin de Congolese funk en die soukous verder wordt vermengd met invloeden uit Mexicaanse en Latijns-Amerikaanse muziek. Dat is niet alleen omwille van de muziek. Het is een eerbetoon aan alle Afrikanen, waar ter wereld ze ook terecht zijn gekomen. Overal maken ze muziek die vervolgens wordt verrijkt met de colour locale. Zo evolueert de muziek en dat geldt zeker voor Jupiter and Okwess. De funk bleef daarbij niet onopgemerkt. Memorabel is bijvoorbeeld de samenwerking met Robert del Naja waarbij de dj en oprichter van Massive Attack het werk van Jupiter remixte voor de Battle Box 12-inch.
De evolutie is een feit, maar toch is de basis nog steeds die opzwepende soukous, waarvan de opener ‘Selele’ al een fraai voorbeeld is. Het tempo ligt direct hoog in een, voor westerse oren, vrolijk klinkende compositie. Die vrolijke noten zijn verraderlijk en maskeren dat deze muziek wel degelijk het huis is voor een tekst met een bloedserieuze boodschap: ‘Selele’ is oproep aan de voorvaderen om in te grijpen en zo te voorkomen dat het Congolese regenwoud wordt vernietigd. De hulp van de voorvaderen zal broodnodig zijn, in het huidige mondiale politieke klimaat.
Zo is ‘Ekoya’ veel meer dan louter een plaat waar de muziek uit de straten van Kinsasha klinkt. Jupiter and Okwess leveren een protestplaat af, met een verhaal dat gehoord moet worden in alle windstreken, zeker buiten het Afrikaanse continent. Want behalve een protestplaat is dit ook een wereldplaat, mede door een keur aan artiesten waarmee Jupiter zich heeft omringd. Op ‘Les Bon Comptes’ horen we de Braziliaanse vocalist Flavia Coelho en krijgen we in het vlammende ‘Orgullo’ de furie te horen van de Mexicaanse rapper Mare Advertencia Lirika. Het past bij het grote streven dat Jupiter heeft: vriendschappen die zich niet laat beperken door grenzen. ‘Les bon comptes font les bon amis’, zingt Coelho, dat in het Nederlands nog het best vertaald kan worden met ‘goede afspraken maken goede vrienden’.
In een wereld die onderhevig is aan tal van veranderingen, heb je goede vrienden nodig. Het is verleidelijk om neerslachtig te worden in het huidig tijdsgewricht, maar het goede nieuws is dat veel voorbij zal gaan. Immers, alles stroomt. Panta rhei, aldus Heraclitus. En dus ‘Toute Passera’, belooft Jupiter, wellicht ondersteund door de hoes van het album waarop Jupiter een vreugdesprong lijkt te maken – zij het boven een vulkanische eruptie en een gespleten regenwoud.
‘Toute Passera’. Het is wellicht bedoeld als troost, want er is één ding dat niet voorbijgaat en dat is de woede over onrecht. Vrienden krijgen daarbij de ruimte om hun verhaal te vertellen. Mare Advertencia Lirika is een afstammeling van de Zapoteken, de oorspronkelijk bevolking van Mexico. Zij mag in ‘Orgullo’ – Spaans voor trots – het recht om te bestaan eisen, vechtend voor gerechtigheid en genoegdoening voor de pijn van haar volk, haar trotse volk dat nog steeds bestaat en dat gekend is vanwege haar hoogontwikkelde cultuur, ver voordat Spanjaarden het land ontdekten. Niet voor niets nam Jupiter delen van ‘Ekoya’ op in Mexico, naast de opnames in Congo zelf. ‘Ze zijn onderdeel van het Afrikaanse verhaal,’ stelt Jupiter in de begeleidende tekst bij het album, waarmee hij de verbondenheid tussen onderdrukte en verdreven volken onderstreept.
‘Ekoya’ is een emotionele plaat. Dat hoor je aan alles. De emoties klinken door in de composities, in de arrangementen en natuurlijk de zang, met de soukous als gezamenlijk muzikaal fundament, dankzij de immer stuwende kracht van de funk zoals die alleen in Afrika kan klinken. Natuurlijk: ook de Congolese funk evolueert: de soukous is op elke track duidelijk aanwezig, maar daarnaast bedient Jupiter and Okwess zich van diverse ondersteunende stijlen. Zo laveert ‘Ekoya’ van Afrikaanse ritmes tot fusion en zelfs gruizige rock in ‘Ndanda’. Van een adembenemend tempo in ‘Solobombe’ tot rustpunten in het bijna lieflijk klinkende ‘Nabado’.
‘Ekoya’ is een plaat met urgentie. Ondanks de vele talen voel je die urgentie in elke vezel, omdat je de emotie voelt. Laat het maar schudden. Laat het schokken. En ondanks dat veel nummers die drie minuten niet volmaken, zal niets op deze plaat zomaar voorbijgaan. (9/10)(Airfono)