Jim Morrison – ja, die van The Doors – dichtte angst de mogelijkheid toe om een vrij mens te worden: “Stel je zelf bloot aan je diepste angst. Daarna heeft angst geen macht meer. En de angst voor vrijheid slinkt en verdwijnt – je bent vrij.”
Jim was niet de enige artiest die geobsedeerd was door angst: het is nu eenmaal een dankbaar thema in elke kunstvorm. Dat hebben de mannen van Franz Ferdinand alvast goed begrepen en dus zijn de verwachtingen hoog gespannen met de aankondiging van ‘The Human Fear’, de lang verwachte opvolger van ‘Always Ascending’ uit 2018. Het is de zesde plaat die de Schotse band sinds haar oprichting in 2001 uitbracht. Een dergelijke frequentie doet vermoeden dat over elke plaat echt stevig is nagedacht en da’s in orde. Kwaliteit kent geen tijd.
De eerste proeve van dit album was de single ‘Night or Day’. Ondanks de bejubeling door menig radio-dj (want de nieuwe Franz Ferdinand, waarmee de zaligverklaring al werd bezegeld), is dit beslist niet de plaat waar we op hoopten. We hoopten op door Alex Kapranos klaaglijk, maar immer met ironie bezongen teksten. We hoopten op tenminste een klassieker zoals ‘Take Me Out’ met de metafoor van de twee sluipschutters die als verliefd stel op elkaars eerste beweging wachten. Teksten, kortom, met een wending, een plottwist, en dat alles op het ritme van scherpe gitaarriffs.
We hoopten stiekem op een album zoals ‘You Could Have It So Much Better’. We hadden inderdaad iets beters moeten krijgen. Want ‘The Human Fear’ klinkt als een routinematig kunstje, als plichtpleging; elf tracks zonder enige drang om de Franz Ferdinand te laten horen die twintig jaar geleden nog als vernieuwend te boek stond. De Franz Ferdinand als de belichaming van de ultieme indieband die je noemde als statement, om aan te geven dat je zoveel verder was dan de mainstream britpop die de top veertig domineerde.
Het huidige Franz Ferdinand klinkt echter als een gearriveerde man – gesettled, zo u wilt, een enkele uitspatting (‘The Birds’, tevens de afsluiter) daargelaten. Direct merk je ook de worsteling die dit met zich meebrengt: soms willen ze wel, maar bloedt het toch onherroepelijk dood.
Terecht bezoekt Franz de dokter, om ons vervolgens in verwarring achter te laten, want wat moeten we met dit gegeven: de patiënt die weigert zijn ziekenhuisbed te verlaten onder het motto “I have nurses I can talk to and thermometers to hold”. Hoewel dit altijd nog beter is dan de obligate regels die Kapranos in ‘Audicious’ zingt als een oproep om vooral dapper te blijven: “So don’t stop feeling audacious, there’s no one to save us. So just carry on”. Een bijna fatalistische tekst, rechttoe-rechtaan en verpakt in een nummer dat helaas in de refreintjes hopeloos wegzakt als een dertien-in-een-dozijn-deuntje.
En die angst? Die komt in ‘Hooked’ ter sprake. “I’ve got the human fear and that’s allright. Everybody’s got the human fear and that’s allright with me.” Verderop in de tekst wordt duidelijk dat het over de angst voor de liefde gaat, terwijl je al ‘hooked’ bent. Het is exemplarisch voor het niveau.
Het lijkt wel alsof de band afscheid neemt van haar fans van het eerste uur. De dames met de zwart omrande ogen bijvoorbeeld, die de plekken voor de festivalpodia opeisden en de teksten regel voor regel meezongen als blijk dat zij het allemaal zo goed hadden begrepen. “Black eyelashes, come back”, zingt Kapranos op een Grieks aanvoelend dansdeuntje. Maar ze komen niet terug. Het publiek heet nu volwassen te zijn. Het is publiek dat zich niet meer zo druk maakt, dat het allemaal wel best vindt.
Het is allemaal net iets te gemakkelijk, helemaal als je bedenkt dat we zes jaar op dit album hebben moeten wachten. We wachten met liefde nog eens zes jaar. Hopelijk voelen de mannen van Franz Ferdinand zich dan vrij genoeg om weer eens echt te verrassen. Want dit kan echt beter. (6/10)(Domino)