Er zijn van die bands die je misschien nog nooit hebt gehoord, maar die al decennia lang een onuitwisbare indruk achterlaten in het muzikale landschap. Kreidler is zo’n band. De Duits-Berlijnse formatie, opgericht in 1994, heeft door de jaren heen alle belangrijke podia in Nederland aangedaan – van het Amsterdamse Paradiso en de Melkweg tot de legendarische VERA in Groningen. Hun optredens tonen een bijzondere veelzijdigheid: waar ze in de Melkweg het club-georiënteerde publiek wisten te betoveren, vonden ze in VERA aansluiting bij de meer experimentele muziekliefhebbers. Het feit dat ze zowel grote zalen als Paradiso en intieme ruimtes als het Rotterdamse Waterfront hebben bespeeld, illustreert perfect hoe deze band zich beweegt tussen verschillende muzikale werelden.
Toen eerder dit jaar hun nieuwe album ‘Twists (A Visitor Arrives)’ verscheen, was de redactie van Maxazine direct onder de indruk. Het album kreeg een 9 – een waardering die we zelden toekennen en die alleen is weggelegd voor albums die uitstijgen boven het gewone. Nog opmerkelijker is deze score omdat tienen bij Maxazine zijn voorbehouden aan albums die hun meesterlijke status door de jaren heen hebben bewezen. Reden genoeg om via Zoom in gesprek te gaan met Alex Paulick en Andreas Reihse, kort na hun memorabele concert in het FFT in Düsseldorf.
“Die 9 voor ‘Twists’ was een mooie verrassing,” glimlacht Andreas Reihse via het beeldscherm. “Maar het grappige is dat veel mensen ons nog steeds zien als een experimentele elektronische studioband, terwijl juist de organische basis van drums, bas en synthesizers ons definieert.”
Alex Paulick, die met zijn baslijnen de ruggengraat vormt van Kreidlers kenmerkende geluid, knikt instemmend. “Die groove, die je door ons hele werk hoort, komt voort uit het feit dat we in essentie een band zijn die samen speelt. Zonder die live-dynamiek zou Kreidler nooit zo kunnen klinken.”
“Neem een track als ‘Arithmetrique’,” vult Reihse aan. “Die ontstond, zoals veel van ons materiaal, uit een soort gestuurde jam in de studio. We werken binnen een vooraf bedacht raamwerk van verschuivende ritmische patronen, maar de magie gebeurt in het samenspel.” Hij legt uit hoe de band elk idee tot in detail verkent, waarbij er net zo lang wordt geschaafd tot alles op zijn plek valt.
“Het is een misverstand dat we een elektronische band zijn die wat instrumenten gebruikt,” benadrukt Paulick. “Het is precies andersom: we zijn een band die elektronische elementen integreert in een levend, ademend geheel. Kreidler: De menselijke factor in een digitaal tijdperk. Dat is waarom mensen ons waarderen – die combinatie van een stevige groove met elektronische texturen.”
Die werkwijze heeft op ‘Twists’ geleid tot een van hun meest toegankelijke, maar tegelijk ook meest gelaagde albums. Het is een plaat die laat horen dat experimentele muziek niet ten koste hoeft te gaan van de fysieke impact die een goede rhythm sectie kan hebben.
Het gesprek over de kern van Kreidler brengt Alex Paulick terug naar zijn eerste dagen bij de band. “Ik weet nog goed dat ik binnen kwam in een repetitieruimte zonder beeldschermen. Alleen instrumenten, versterkers, en een paar effectpedalen. Die directheid had iets puurs.” Hij glimlacht om die herinnering. “Nu staan er natuurlijk ook laptops, maar we proberen die balans tussen het analoge en digitale steeds te bewaken.”
“Wat mij echt zorgen baart,” vervolgt Paulick, en zijn stem krijgt een intensiteit die zelfs via Zoom voelbaar is, “is dat er nu wekelijks meer dan 9000 tracks verschijnen op streamingplatforms die volledig door AI zijn gegenereerd. Zonder menselijke tussenkomst, zonder ziel.” Hij laat zijn woorden even bezinken. “We hebben het hier niet over een theoretische toekomst – dit gebeurt nú.”
Het raakt duidelijk een gevoelige snaar bij de bassist. “Het probleem zit veel dieper dan mensen beseffen. AI werkt met algoritmes die zich baseren op analyses van grote hoeveelheden data. Wat daar uit komt zijn per definitie risicoloze gemiddelden – een soort muzikale grootste gemene deler.” Zijn frustratie is voelbaar als hij vervolgt: “Maar kunst, échte kunst, ontstaat juist in de randen, in de risico’s, in het durven falen.”
Reihse knikt instemmend. “Kijk naar de geschiedenis van elektronische muziek. Kraftwerk, NEU!, al die pioniers – zij maakten muziek die niemand eerder had gehoord. Ze creëerden iets nieuws door grenzen op te zoeken, door te experimenteren. AI kan dat niet. Het kan alleen reproduceren wat al bestaat, gemiddelden berekenen van wat al gemaakt is.”
“Het is een vorm van culturele erosie,” vult Paulick aan, nu zichtbaar geëmotioneerd. “Elke AI-gegenereerde track die wordt gestreamd, neemt de plaats in van muziek die is ontstaan uit menselijke ervaring, uit echte emotie, uit het leven zelf. Het niveau van muziek daalt niet omdat AI slechte muziek maakt – het daalt omdat AI perfecte middelmatigheid produceert.”
De Essentials playlist die Kreidler voor Spotify samenstelde, blijkt een verrassend intieme reis door hun muzikale geheugen. “Het fascinerende was,” vertelt Reihse, terwijl hij even zoekt naar de juiste woorden, “hoe we tijdens het samenstellen werden geconfronteerd met onze eigen weeskinderen – tracks als ‘Ceramic’ en ‘Evil Love’ die wat naar de achtergrond waren gedreven in ons collectieve geheugen.”
“Het was alsof we een oud fotoalbum opensloegen,” vult Paulick aan. “Elk nummer dat we terug hoorden, bracht een golf van herinneringen met zich mee – niet alleen aan het maken van de muziek, maar aan de emoties, de persoonlijke verhalen die verweven zijn in elk akkoord, elke baslijn.” Hij glimlacht. “Het zijn juist die nummers die je bijna was vergeten, die plotseling het helderst oplichten.”
De lijst werd daardoor veel meer dan een verzameling ‘beste’ nummers. “Het werd een soort muzikale autobiografie,” zegt Reihse. “Tracks die misschien niet onze bekendste zijn, maar die wel perfect de geest van Kreidler vangen – dat constante zoeken naar de balans tussen experiment en gevoel, tussen het bedachte en het gevoelde.”
Als het gesprek zich richt op de toekomst, op wat er na ‘Twists’ komt, wordt het antwoord even natuurlijk als hun muziek zelf. “We zijn eigenlijk altijd aan het experimenteren, aan het opnemen,” zegt Reihse. “Het is als het planten van muzikale zaadjes – sommige ontkiemen direct, andere hebben jaren nodig om tot bloei te komen.”
“Er zijn altijd experimenten,” vult Paulick aan, “maar het verschil tussen een experiment en een concept is als het verschil tussen een schets en een schilderij. Je voelt wanneer iets meer wil worden.” Hij glimlacht raadselachtig. “Bij Kreidler weet je nooit of het volgende album er in 2026 zal zijn of pas in 2062.”
Er klinkt een mengeling van berusting en vastberadenheid door als Reihse en Paulick reflecteren op hun positie in het hedendaagse muzieklandschap. “We zijn ons er terdege van bewust dat een band als Kreidler steeds verder zal afdrijven van de mainstream,” zegt Reihse. “In een oceaan van commerciële en AI-gegenereerde muziek zijn we een klein scheepje dat zijn eigen koers vaart.”
“Maar dat is oké,” vult Paulick aan. “We blijven muziek maken zolang we voelen dat het ertoe doet – voor onszelf, en voor de mensen die nog steeds de moeite nemen om te komen luisteren, om onze concerten te bezoeken.” Hij glimlacht. “In zekere zin is dat altijd al onze positie geweest – tegen de stroom in zwemmen, muziek maken die niet binnen de lijntjes past.”
De hoop om snel weer Nederlandse podia aan te doen is er, maar zoals alles bij Kreidler: het gebeurt wanneer de tijd er rijp voor is. In een wereld die steeds sneller draait, steeds meer geautomatiseerd raakt, blijft Kreidler een baken van menselijkheid – een bewijs dat echte vernieuwing nog altijd voortkomt uit de chemie tussen mensen die durven te zoeken naar het onbekende.