Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Prince Views – Sunrise
Prince Views’ ‘Sunrise’ is een verrassende en intieme ontmoeting tussen poëzie en muziek. De Zuid-Afrikaanse dichter combineert zijn krachtige, persoonlijke woorden met subtiele, minimalistische soundscapes, waardoor een unieke en intieme sfeer ontstaat. Het album is een reis door de emoties van Views, van kwetsbaarheid tot woede, van hoop tot verdriet. De minimalistische muzikale begeleiding dient als een subtiel canvas voor zijn poëzie, waardoor de focus volledig op de kracht van zijn woorden ligt. Tracks als ‘Butterflies and Goosebumps’ en ‘Coffee Went Cold’ zijn prachtige voorbeelden van hoe poëzie en muziek elkaar kunnen versterken.Zeker dat laatste nummer komt hard binnen, doet hier en daar qua stijl wat aan Eminem’s ‘Stan’ denken. Een laatste groet aan een overleden vriendin.Ja, die komt diep aan. De muziek voegt een extra laag toe aan de emoties die in de woorden besloten liggen, waardoor de luisteraar nog dieper geraakt wordt. Een erg sterk nummer. Hoewel de spoken word-elementen centraal staan, dragen de muzikale arrangementen bij aan de emotionele impact van het album. De combinatie van Views’ prettige stem en de subtiele instrumentatie creëert een intieme sfeer die de luisteraar uitnodigt om zich te verliezen in de wereld van de dichter. ‘Sunrise’ is een veelbelovend debuut voor een jonge kunstenaar die niet bang is om kwetsbaar te zijn. (Norman van den Wildenberg) (7/10) (Prince Views)
The Pineapple Thief – Last To Run
De persen zijn nog niet droog van het in februari dit jaar uitgebrachte album ‘It Leads To This’ of The Pineapple Thief verblijdt ons al weer met dit uitstekende mini album. ‘Last To Run’ bevat vijf nummers die afvielen voor ‘It Leads To This’ maar die zich hebben ontwikkeld tot volwaardige composities zoals je nu kan horen op ‘Last To Run’. Laat het duidelijk zijn dat deze vijf tracks zeker geen left-overs of vullertjes zijn. Wat vooral knap is dat The Pineapple Thief alles zo simpel laat klinken in voor prog-begrippen relatief korte nummers. Alleen titelnummer ‘Last To Run’ klokt tegen de zeven minuten. De overige vier nummers zijn rond de vier minuten en je mag zelfs het woord ‘radiovriendelijk’ in de mond nemen. Zo heeft opener ‘All Because Of Me’ dat ook al op de extanded version van ‘It Leads To This’ staat een vleugje Radiohead in zich. Het toetsenwerk van Steve Kitch is op dit mini album sterk beïnvloedt door de Synth-pop zoals die in de jaren 80 gespeeld werd. Beste nummers zijn het titelnummer en afsluiter ‘No Friend Of Mine’, het stevigste nummer van dit mini album met een hoofdrol voor drummer Gavin Harrison. Verplichte aanschaf voor iedere prog liefhebber. Dit is geen muziek, dit is kunst. (Ad Keepers) (9/10) (V2-Records/Kscope)
Brad Mehldau, Mark Turner, Peter Bernstein, Larry Grenadier & Bill Stewart – Solid Jackson
Een nieuwe release op het gerespecteerde Criss Cross Jazz label brengt een indrukwekkende line-up van veteranen samen die hun sporen in de moderne jazz ruimschoots hebben verdiend. De chemie tussen deze muzikanten is niet verwonderlijk – hun paden hebben elkaar door de jaren heen veelvuldig gekruist, met name in de New Yorkse jazzscene van de jaren ’90. Het album toont een aangename balans tussen traditie en vernieuwing, waarbij vooral het samenspel tussen Mark Turner’s bedachtzame saxofoonlijnen en Peter Bernstein’s eloquente gitaarwerk opvalt. Dit komt met name tot uiting in ‘Dirty for Dewey’, ongetwijfeld het hoogtepunt van het album. Hier vinden we een briljante melodische samenwerking tussen sax en gitaar die getuigt van jaren gezamenlijke ervaring. De ritmesectie van Larry Grenadier op bas en Bill Stewart achter de drums vormt een solide fundament. Stewart’s drumwerk is, zoals we van hem gewend zijn, verfijnd en inventief, terwijl Brad Mehldau’s pianospel de harmonische structuren subtiel inkleurt. Het is fascinerend om te horen hoe deze muzikanten, die elkaar al kennen sinds hun vroege dagen bij onder anderen Joshua Redman en Pat Metheny, nog steeds nieuwe wegen vinden binnen de traditionele jazzkaders. Hoewel het album geen baanbrekende nieuwe richting inslaat, biedt het acht composities die getuigen van vakmanschap en onderlinge vertrouwdheid. De vrijheid waarmee wordt gemusiceerd is aangenaam en natuurlijk, nooit geforceerd. Het ensemble beweegt zich met elegantie door de verschillende stukken, waarbij traditie en individuele expressie moeiteloos in elkaar overvloeien. Is het een wereldschokkend album? Nee, maar dat hoeft ook niet. Het is een degelijke, doorleefde jazzplaat die aantoont dat deze muzikanten nog steeds uitstekend op elkaar zijn ingespeeld. Hun gezamenlijke geschiedenis – denk aan de vele samenwerkingen via onder meer Criss Cross Jazz in de vroege jaren ’90 – zorgt voor een natuurlijke coherentie. Een degelijk jazzalbum dat weliswaar niet vernieuwend is, maar wel getuigt van groot vakmanschap en onderlinge muzikale verstandhouding. Vooral voor liefhebbers van doorleefde, traditionele jazz die prijs stellen op subtiele interactie en verfijnd samenspel. (Jan Vranken) (7/10) (Criss Cross Jazz)
Leo Sayer – 1992
Ergens in de schemer tussen de gepolijste jaren ’80 en de ruwe grunge-revolutie, nam Leo Sayer een album op dat dertig jaar zou moeten wachten op zijn eerste zonlicht. ‘1992’, nu eindelijk uit de archieven opgedoken, vangt een cruciaal moment: een gevestigde popster zonder platencontract, zoekend naar zijn plek in een veranderende muziekwereld. De opnames, ontstaan in thuisstudio’s en verfijnd in prestigieuze studios in Londen en München, dragen Sayer’s onmiskenbare handtekening. Zijn stem, die ooit ‘You Make Me Feel Like Dancing’ naar de top van de hitlijsten droeg, klinkt nog altijd warm en doorleefd. ‘Rainbow’s End’ springt eruit als potentiële hit die nooit was. Toch is dit meer tijdsdocument dan comeback. De productie spreekt onmiskenbaar de taal van vroege jaren ’90 middle-of-the-road pop – vakkundig maar gedateerd. Voor fans biedt het album een fascinerend inkijkje in een verloren hoofdstuk uit Sayer’s carrière. Voor anderen illustreert het hoe de muziekwereld kan veranderen: wat in 1992 tussen wal en schip viel, krijgt in 2024 eindelijk zijn moment. Of dat moment lang genoeg duurt om relevant te worden, zal de tijd leren. (JanVranken) (7/10) (Demon Music Group)
Luh Ceo – Luh Ceo
In een tijdperk waarin elke tiener met een microfoon en een droom zichzelf een ‘CEO’ kan noemen, presenteert de 18-jarige Luh CEO uit Mississippi zijn debuutalbum – een collectie van elf tracks die meer zegt over de staat van hedendaagse hiphop dan waarschijnlijk bedoeld. De industriële machine achter deze nieuwe telg van 1501 Certified Entertainment spint een verhaal van een jonge zwarte ondernemer die ‘waves maakt’ in de muziekindustrie. Maar wat we horen op tracks als ‘Industry Freestyle’ en ‘Who is You’ is een echo van duizend SoundCloud-rappers die voor hem kwamen – dezelfde stemmen, dezelfde trapbeats, dezelfde verhalen over straten die verdacht veel lijken op die van zijn voorgangers. Tussen de standaard brallerige tracks over “big booties” en “never lackin” probeert het album verschillende stemmingen te vangen, maar het resultaat doet denken aan een tiener die verschillende Spotify-playlists heeft bestudeerd en ze braaf nabootst. De productie, verdeeld over een leger aan producers, is competent maar voorspelbaar – alsof ze een checklist van trendy soundscapes afvinken. Het is het soort hiphop dat je net zo gemakkelijk in een jongerencentrum in Almere-Buiten zou kunnen horen als in Dallas. De authenticiteit waar hiphop ooit om draaide, verdwijnt in een zee van marktonderzoek en TikTok-trends. Wat ooit een culturele revolutie was, wordt nu verkocht als een fast fashion collectie bij een generieke pop-up store – snel geproduceerd, makkelijk consumeerbaar, en net zo snel vergeten. Is Luh CEO talentvol? Wellicht. Is hij de stem van een nieuwe generatie? Waarschijnlijk niet. Wat we hier horen is het product van een industrie die zo wanhopig op zoek is naar de volgende grote ster dat ze vergeten zijn wat sterren eigenlijk bijzonder maakt. (Elodie Renard) (4/10) (1501 Certified Entertainment)
P.S. Voor wie zich afvraagt waar de andere 6 punten zijn gebleven: die zijn waarschijnlijk verdwenen in dezelfde filter als Luh CEO’s authenticiteit.