Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Thijs Boontjes – Dancing Boontjes
Op zijn tweede album ‘Dancing Boontjes’ creëert Thijs Boontjes een fascinerende muzikale wereld waarin maatschappijkritiek en levensvreugde moeiteloos samenvloeien. Geïnspireerd door de familiegeschiedenis van een autogarage die transformeerde tot bar dancing, schetst hij een universum waar het leven gevierd wordt ondanks – of misschien wel dankzij – zijn imperfecties. Openend met ‘Vanavond’ opent Boontjes met een feestnummer a la Meeuwis. De sound op ‘Dancing Boontjes’ beweegt zich soepel tussen verschillende genres; van onvervalste Nederpop en ruige rock ‘n’ roll tot Italiaanse disco en zelfs een vleugje punk. Nummers als ‘Fiasco (Gênant, Gênant)’ en ‘Nachtportier’ tonen Boontjes’ engagement, terwijl ‘Campari Soda’ de lichtvoetige kant van het leven celebreert. Zijn Fender Rhodes manoeuvreert funky door de nummers heen, met een hoogtepunt op ‘Wilde haren’. Boontjes observeert scherp maar blijft mild, en weet als geen ander de ‘menselijke onbeholpenheid’ te vatten in tekst en muziek. De productie is warm en losjes, wat perfect past bij het doorleefde karakter van de songs. ‘Dancing Boontjes’ is een heerlijk album dat zowel maatschappelijk relevant als dansbaar is, waarin zowel plaats is voor een lach als een traan. Een album dat bewijst dat Nederlandse popmuziek anno 2024 springlevend is. (Norman van den Wildenberg) (8/10) (Excelsior)
Clara Luciani – Mon Sang
Op haar derde soloalbum ‘Mon Sang’ bewijst Clara Luciani, voormalig zangeres van La Femme, opnieuw haar bijzondere positie in de Franse popmuziek. Het album, dat ze schreef tijdens haar zwangerschap, is een intiem en tegelijk groots opgezet werk waarin persoonlijke reflecties centraal staan. De productie van Sage is doordacht en gelaagd, met name in het gebruik van strijkarrangementen die nummers als ‘Cette vie’ en ‘Tout pour moi’ naar een hoger niveau tillen. Het grunge-achtige ‘Allez’ laat een ruwere kant van Luciani horen, terwijl ‘Romance’ juist imponeert door zijn spontane, bijna instinctieve karakter. Luciani’s stem blijft haar sterkste wapen, en ze zet die overtuigend in op zowel de epische titeltrack als het meer ingetogen ‘Chagrin d’ami’, een zeldzaam lied over vriendschapsverdriet. Ze put duidelijk inspiratie uit de klassieke Franse chansontraditie, maar geeft daar een eigentijdse draai aan. Hoewel niet elk experiment even goed uitpakt, is ‘Mon Sang’ een degelijk album dat Luciani’s reputatie als een van de interessantste stemmen in de hedendaagse Franse pop bevestigt. (Elodie Renard) (7/10) (Romance Musique)
Nachtmahr – Verboten!
Het nieuwste album van het Oostenrijkse Nachtmahr, ‘Verboten!’, is een donker geladen reis door industrieel excessen. De 11 nummers pulseren met ongenadige beats en onheilspellende sferen, waarbij Nachtmahr zijn compromisloze omarming van taboes tentoonstelt. Het album opent met het krachtige ‘Sirenen’, dat luisteraars direct een dystopische wereld in trekt. Tracks zoals ‘Luzifer’ en ‘Blut’ barsten van agressieve intensiteit, terwijl nummers zoals ‘Nachtetüde’ en ‘Spuren Einer Nacht’ juist momenten van onheilspellende introspectie bieden. Hoewel ‘Verboten!’ trouw blijft aan de kenmerkende stijl van de band, verkent het meer gelaagde producties die elk nummer meer diepgang geven. Deze verfijning doet niets af aan de ongenadige energie waar Nachtmahr om bekend staat, wat het album een perfecte balans geeft tussen brute industrial en donkere elektronische aantrekkingskracht. Het geluid doet denken aan een rustigere discoversie van Rammstein, met meer nadruk op sfeer en electronica dan op bombast. Hoogtepunt ‘Der Schwarze Mann’ combineert dreigende synthlijnen met een mechanische ondertoon en laat zien hoe Nachtmahr viscerale, filmische geluidslandschappen weet te creëren. Rammstein meets Blue Man Group. Dit album zet Nachtmahr neer als interessante versie van industriële brutaliteit. “Verboten nicht zuzuhören!” (Norman van den Wildenberg) (7/10) (Trisol Music Group GmbH)
Cavalier and Child Actor – Cine
Child Actor en Cavalier hebben met ‘Cine’ een bijzonder smaakvol album afgeleverd dat de essentie van underground hip-hop perfect weet te vangen. De productie is doordacht en gelaagd, met een meditatieve ondertoon die direct voelbaar is in openingstrack ‘Sojourn’. Hoewel het nergens explosief wordt, is dat juist de kracht van dit album – het is een perfect soundtrack voor dagelijkse contemplatie. Child Actor’s kenmerkende productiestijl, bekend van samenwerkingen met Navy Blue en Armand Hammer, vormt een perfect canvas voor Cavalier’s bedachtzame flow en scherpe observaties. Hoogtepunt is zonder twijfel ‘Knight of the East’, waar de authentieke New York-essentie kristalhelder doorheen klinkt. Over tien tracks bouwt het duo een consistente sfeer op die blijft boeien. De albumhoes verdient speciale vermelding – een visueel kunstwerk dat de muzikale inhoud perfect weerspiegelt. ‘Cine’ bewijst dat underground hip-hop nog steeds kan verrassen met zijn subtiliteit en diepgang. (Elodie Renard) (7/10) (Backwoodz Studios)
2Frères – Science Humaine
Het Quebecse folkduo 2Frères komt na tien jaar succesvol musiceren met hun vijfde album ‘Science humaine’. De broers Erik en Sonny Caouette, die inmiddels zijn uitgegroeid tot een van de meest geliefde acts van Quebec, nemen voor het eerst zelf de productie en artistieke leiding in handen. Dit resulteert in een verfrissende wending in hun muzikale carrière. Het album, geproduceerd in samenwerking met Gautier Marinof, laat een volwassen geluid horen dat verder gaat dan hun gebruikelijke folk-pop. De broers experimenteren met verschillende stijlen, waaronder prog-rock en punk-rock elementen, zoals te horen in het energieke nummer ‘Immortels’. Een bijzonder hoogtepunt is ‘Croire en nous’, opgenomen in de legendarische Abbey Road Studios in Londen, waar ze gebruik maakten van dezelfde microfoons als The Beatles. Voor de songwriting werkten ze samen met zowel vertrouwde namen als nieuwe talenten, waaronder Marc Dupré en Alexandre Poulin. De teksten zijn deze keer wat minder uitgesproken positief dan voorheen, wat zorgt voor een authentiekere en meer gelaagde luisterervaring. Het album toont duidelijk de artistieke groei van het duo, dat na tien jaar nog steeds weet te verrassen. (Jan Vranken) (7/10) (2Freres/Musicor)