Wat krijg je als je een muzikale dwarsdenker de vrije hand geeft, dertig sessiemuzikanten op twee continenten verzamelt, en besluit dat alles mag? Het antwoord is ‘The New Sound’, het solodebuut van Geordie Greep, voorheen frontman van de experimentele rockband Black Midi. En wat voor een debuut: dit is een plaat die zo verbluffend eigenzinnig is dat je wel drie keer moet luisteren om hem te kunnen bevatten.
Greep, bevrijd van de (relatieve) beperkingen van zijn voormalige band, stort zich hier in een wervelwind van stijlen die tegelijkertijd belachelijk én briljant is. Het is alsof Frank Zappa en Frank Sinatra besloten hebben om samen een Broadway-musical te maken, geregisseerd door Scott Walker, en dat allemaal onder het toeziend oog van een koortsachtig glimlachende Greep.
De ontstaansgeschiedenis van het album leest als een fever dream: de helft van de nummers werd opgenomen in Brazilië, met lokale muzikanten die ter plekke werden geronseld en nog nooit van Greep hadden gehoord. ‘Ze waren gewoon geïnteresseerd in de demo’s,’ vertelt hij laconiek, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is om in Zuid-Amerika even wat wereldklasse muzikanten op te trommelen voor een sessie van twee dagen.
Het titelnummer is een jazz-funk workout die zo uit de generiek van een hippe Netflix-serie had kunnen komen. Koperblazers dansen om elkaar heen, wah-wah pedalen janken, en ergens in die georkestreerde chaos zit een basslijn die alles bij elkaar houdt. Het is theater in muziekvorm, en Greep is de ceremoniemeester die alle touwtjes in handen heeft – of toch niet?
Want dat is precies waar ‘The New Sound’ over gaat: mensen die denken dat ze alles onder controle hebben, maar dat absoluut niet hebben. De personages in Greeps liedjes beleven wilde fantasieën die onvermijdelijk uitlopen op een fiasco. We worden meegenomen naar cafés, bars, gehuurde kamers en vreemde musea, waar zijn protagonisten zich bezighouden met militaire rollenspellen en sociaal-economische overwinningsfantasieën.
Neem bijvoorbeeld de single ‘Holy Holy’, een urbane romantische fantasie die zich afspeelt in een nachtclub. Het nummer combineert indie-akkoorden uit de jaren ’00 met grootse Latin big band-arrangementen, inclusief een aanval van drie piano’s tegelijk. Het is absurd, maar het werkt wonderwel.
De verhalen die Greep vertelt zijn even bizar als meeslepend. Waar anders vind je een album dat kannibalisme, levend gekookt worden en een vrouw die een geit baart in één coherent verhaal weet te verpakken? Het is kunst die je versteld doet staan, die je confronteert met het onverwachte en je dwingt om je eigen verwachtingen van wat muziek kan zijn te herzien.
Greeps toekomstplannen zijn al even excentriek als zijn muziek. Hij wil ‘een Keith Jarrett-ding’ doen: telkens verschillende sessiemuzikanten op verschillende plaatsen gebruiken en omarmen dat geen enkele uitvoering hetzelfde zal zijn. Met Greep aan het roer zou het ook absurd zijn om iets anders te verwachten.
‘The New Sound’ is een album dat zich onttrekt aan alle conventies, een plaat die zo verfrissend anders is dat hij wel móet opvallen in het huidige muzieklandschap. Het is een kunstwerk dat je niet alleen hoort, maar ook voelt, ziet en proeft. Een explosie van creativiteit die weer vertrouwen geeft in de toekomst van alternatieve muziek. Een gedurfd, intelligent en vooral zeer vermakelijk debuut dat alle grenzen van genre en conventie aan zijn laars lapt. (9/10)