In Nederland lijkt er een artistieke en luidruchtige tegenbeweging te ontstaan tegen de muzikale mainstream. Eén van de leidende bands is onmiskenbaar het Amsterdamse Marathon. Een band die alternatief Nederland verovert en klaar is voor het buitenlandse avontuur. Hoog tijd voor een gesprek met de energiebommetjes van Marathon.
Het vijftal komt goed gemutst de ruimte binnen. Een soort penthouse in de Muziekgieterij met uitzicht op het buitenterrein van het Bruisfestival. Zanger/gitarist Kay Koopmans is niet voor niets de frontman en trapt meteen enthousiast af: “We hebben een heel fijn weekend gehad met twee goede shows, gisteren in Duistland en nu hier op Bruis. Bassiste Nina Lijzenga vult aan, maar niet voordat ze eerst de huishond Tommie uitgebreid heeft geknuffeld: “Eigenlijk waren we vandaag heel moe. Maar dan ga je spelen en dan vergeet je dat gewoon weer. Drummer Lennart van Hulst beaamt: “Vooral als het geluid lekker hard staat en je ziet dat het publiek helemaal mee is.”
En het publiek wás helemaal mee, een paar uur eerder, live op Bruis. Een ervaring die heel belangrijk is voor de Amsterdamse band waarvan de drie kernleden Kay, Nina en Lennart duidelijk het woord voeren. “Na de Popronde zat het er live wel allemaal in, maar het was toch lastig om dat te vertalen naar een plaat.” Vorig jaar kwam de EP ‘Marathon’ uit, in samenwerking met producer Daan Duurland, ook bekend is van een ander lid van de ‘tegenbeweging’: Tramhaus. Het label V2 Records, zeker niet de minste, had alle vertrouwen in het vijftal. Of drietal? “Vijftal! Maar de nummers beginnen bij de kernleden. Live zijn we een vijftal met toetsenist Sofie Ooteman en gitarist Victor Dijkstra erbij. En dat proberen we ook steeds meer in de nieuwe nummers. Iedereen heeft zijn eigen krachten.”
Krachten die duidelijk naar boven komen in hun vele jamsessies. “Zo ontstaan de meeste nummers. Op een gegeven moment voel je: “Dit is gaaf, hier willen we verder mee.” Nina verwoordt het heel plastisch: “Vaak is het gewoon een ‘Frankenstein gebeuren’ van meerder jamsessies. Is het een soort puzzelen en plakken. Maar sommige nummers zijn juist in één keer al klaar.” En dat kan alleen als er een duidelijke chemie is. “Die was er al van begin af aan. Van toen we met z’n drieën begonnen, ergens op het einde van de middelbare school.” En ondertussen heeft Marathon vele optredens achter de kiezen die gelijk hun groeispurt illustreren: wedstrijden als de Popronde, zalen als Paradiso en festivals als Best Kept Secret, Grauzone en Misty Fields. Met binnenkort een optreden op de roemruchte Reeperbahn in Hamburg.
In die tijd heeft het drietal “lang rond gezworven met genres”, zoals Kay het uitdrukt. “We hebben zelf zeker overlappingen, maar hadden in het begin ook ieder onze eigen straatjes.” “Toen wisten we er echt nog geen genre op te pinnen . Ik weet nog dat iemand kwam met de term ‘krautrock’ en ik dacht “O, is dat wat wij doen…” Toen hé! Daarna is het weer veranderd.” “We wilden eigenlijk ook niet op bepaalde bands lijken. Het was meer dat wij muziek maakten en achteraf bleek waar het op leek.” “In de pers worden namen als Fontaines D.C. en Idles genoemd. Soms horen we ook dingen van de jaren ’80 voorbij komen, zoals the Sound, the Chameleons of Joy Division.”
De zes nummers op de EP dateren al van 2022, of nog eerder. Op de setlist van vandaag stonden er vijf daarvan. De rest was dus jonger. “We zijn ook gaan experimenteren met wat langzamere muziek.” Maar for some reason hoor ik wel altijd dat het onze muziek is…” Kay vult Nina keurig aan: “Dat geldt ook voor de EP. Ik vind dat nog steeds een Marathon EP. En hoe het gebeurt, geen idee. Het komt er gewoon uit als wij samen jammen.” “En dan vinden wij het wel gaaf als er een duistere, melancholische ondertoon in zit. Maar dat gaat dus ook onbewust. Het gebeurt gewoon.”
Eén van de nieuwe songs is ‘Shadow’, een nummer dat ook prominent op de setlist stond. Nina vindt het “juist heel erg tekenend voor wat wij deden, vóórdat wij Marathon deden. Toen waren we echt met shoegaze bezig. Het is een nieuw nummer maar pakt wel terug naar die tijd. Maar we blijven ons wel ontwikkelen. Dat houdt het ook spannend en leuk.” “En het is ook mooi om variatie in je live set te hebben.”
Marathon is live, én dus ook op plaat, één brok energie. Met puntige teksten van Kay: “Ze hebben nu meer diepgang dan die op de EP. Ze zijn wat persoonlijker. En inderdaad, er sluipt altijd iets van melancholie in.“ Leren we Kay dan ook goed kennen door naar de teksten te luisteren? Iedereen beaamt dit onmiddellijk, vaak vergezeld door een lach: “Hij is zo’n vrolijke jongen!” Maar Kay gaat er zelf serieus op door: “Ik vind het moeilijk om dingen in een gesprek onder woorden te brengen. Zeker als het om emoties gaat. Dat lukt dan wel meer met muziek… En wat ik dan kwijt wil? Dat kan van alles zijn. Persoonlijke dingen die ik van mij af moet schrijven of gewoon frustraties. Zoals ‘Tired’, dat is gemaakt toen we echt héél tired waren. En ‘Mosquitos and Flies’ is gewoon dat we in een huisje zaten te schrijven, waar we helemaal gek werden van de vliegen en de muggen. Maar je gaat dan wel dingen zoeken waar het óók voor zou kunnen staan.” Nina: “Dat vind ik juist zo nice van je teksten. Ze zijn dan wel heel persoonlijk van jou, maar anderen kunnen daar wel zelf weer iets persoonlijks aan koppelen.” “Dat is ook belangrijk, dat is de magie van muziek.”
Ondanks het enthousiasme van ons gesprek, is de band moe. Moe maar voldaan. Het is dan ook flauw om te zeggen dat het lijkt alsof ze een Marathon hebben gelopen. Dat zeggen we hier dus ook niet… Nee, we gaan op zoek naar de song die het meest karakteristiek is voor Marathon, op dit moment. Al binnen een paar seconden zijn de vijf het unaniem met elkaar eens: ‘Tired’ (hoe toepasselijk nu, maar ook dat is flauw). Maar waarom juist ‘Tired’ ? “Vanwege de weidse sound en de donkere ondertoon… De puntigheid, de dromerigheid én de melancholie. En dat alles in één nummer.” Eén nummer de vele Marathonsongs. Songs met elk hun eigen kracht, van een band in ontwikkeling. Het is dan ook wel duidelijk: Marathon sluit aan bij de kopgroep van de alternatieve scene.
Foto’s (c): Harry Heuts (bovenste: @Bruis 2024) & Júnn (header, bandfoto’s & onderste: @Bruis 2024)