Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
David Kushner – The Dichotomy
David Kushners eerste studioalbum ‘The Dichotomy’, uitgebracht op 30 augustus, is een belangrijke doorbraak in zijn ontluikende carrière. Het conceptalbum is een dialoog tussen de duisternis en het licht, wat de centrale filosofische kwestie van de collectie is. In nummers als ‘No High’ en het daaropvolgende ‘Skin and Bones’, die gaan over ernstige emotionele kwesties met betrekking tot de menselijke natuur, benadert Kushner het onderwerp op de meest uiteenlopende manieren. Nummers als ‘Love Is Going To Kill Us’ en ‘Dead Man’ tonen het bereik van de liefde en de implicaties ervan, terwijl ‘Humankind’ en ‘Universe’ een bredere, bijna kosmische dimensie aan het album geven. De laatste nummers, waaronder het populaire nummer ‘Daylight’, fungeren als de climax na de spanningen van de voorgaande thema’s, en het album eindigt op een meer optimistische noot. ‘The Dichotomy’ is een zorgvuldig uitgewerkte verzameling songs die zowel muzikaal als thematisch op elkaar aansluiten. Kushners beschrijvingen van emotioneel verdriet en zijn eigen sombere geluid zorgen voor een debuutalbum dat zeker in het geheugen gegrift zal blijven. Dit debuutalbum is zeker niet slecht. (Norman van den Wildenberg) (7/10) (Virgin Music Group)
Magdalena Bay – Imaginal Disk
Magdalena Bay’s tweede album, ‘Imaginal Disk’, is een ambitieus en complex avontuur in de moderne popmuziek. Het duo uit Los Angeles, bestaande uit Mica Tenenbaum en Matthew Lewin, maakt een conceptalbum dat surrealistische sci-fi verhalen combineert met gelaagde producties. Het resultaat is een sonisch rijke ervaring, vol met weelderige synths, krachtige percussie, en een heleboel experimentele details die doen denken aan de grootsheid van ’90s pophits, maar dan met een twist die perfect past bij de onzekere realiteit van nu. Tracks zoals ‘Death & Romance’ laten zien dat de band meester is in het creëren van catchy, anthems terwijl ze traditionele popstructuren omgooien. Toch zijn niet alle experimenten een schot in de roos—sommige nummers, zoals ‘Vampire in the Corner’ en ‘Love Is Everywhere’, voelen meer aan als conceptuele schetsen dan volledig uitgewerkte ideeën. Ondanks deze kleine missers slaagt ‘Imaginal Disk’ erin om zowel een ode aan als een kritische blik op popmuziek te zijn, wat Magdalena Bay stevig in de alternatieve scene plaatst. Een gewaagde poging, en een welverdiende 7 van de 10. (Jan Vranken) (7/10) (Mon & Pop)
Cash Cobain – PLAY CASH COBAIN
Cash Cobain’s nieuwste album ‘PLAY CASH COBAIN’ neemt ons mee naar de zomerse wereld van ‘sexy drill,’ maar ondanks de vibes voelt het eindresultaat wat uitgekauwd. De rapper-producer uit New York, bekend om zijn luchtige hi-hats en zwoele beats, verdubbelt zijn focus op stadsspecifieke sexcapades, maar weet niet altijd te overtuigen. De 19 tracks zijn doorspekt met speelse, soms lachwekkende teksten over seksuele escapades, zoals “She got a nickname for my dick, it’s Ed, ’cause it’s Hardy.” Hoewel Cash’s zelfgeproduceerde beats vaak sterker zijn dan zijn lyrics, mist het album soms de frisheid van zijn eerdere werk. Tracks zoals ‘Dunk Contest’ en ‘Rump Punch’ houden de energie hoog, maar andere nummers, zoals het dancehall-achtige ‘Luv It’, voelen generiek aan. Cash probeert zijn sound te verbreden, maar dat levert niet altijd de gewenste impact op. Ondanks zijn status als een van de heetste namen in New York rap, blijft ‘PLAY CASH COBAIN’ een beetje hangen in herhaling. Het resultaat? Een album dat niet helemaal weet te schitteren, met een eindscore van 6 uit 10. (Elodie Renard) (6/10) (Gian Music)
Delicate Steve – Delicate Steve Sings
Delicate Steve’s nieuwste album, ‘Delicate Steve Sings’, laat helaas weinig indruk achter en voelt meer als achtergrondmuziek dan een echte vibe. Steve Marion, bekend om zijn unieke gitaarspel en excentrieke instrumentals, lijkt op dit album zijn eigen creativiteit een beetje kwijt te zijn geraakt. Ondanks de titel hoor je Steve niet zingen, en dat is eigenlijk al een voorbode van wat je kunt verwachten: een verzameling saaie lounge-covers en originele nummers die niet echt weten te boeien. De covers op het album zijn recente nummers zoals Otis Redding’s ‘These Arms of Mine’ en Donnie en Joe Emerson’s ‘Baby.’ Hoewel ze technisch gezien goed uitgevoerd zijn, missen ze de ziel en voelen ze meer aan als een karaokeversie dan als een frisse, nieuwe interpretatie. Zelfs de Beatles-cover ‘Yesterday’ klinkt alsof het rechtstreeks uit de speakers van een hotel lobby komt. De originele tracks proberen dezelfde vintage R&B vibe neer te zetten, maar raken simpelweg niet de juiste snaar. ‘Cherry’ doet een poging om je te raken, maar blijft hangen in oppervlakkigheid. Alleen ‘I’ll Be There’ breekt een beetje door de grijze wolken, met z’n ontspannen bongo’s en opbouwende strijkers die even doen denken aan Steve’s eerdere werk. ‘Delicate Steve Sings’ voelt meer aan als liftmuziek dan als een album dat je echt grijpt. (Anton DuPont) (5/10) (Anti-)
J.U.S./ Squadda B – 3rd Shift
Detroit en de Bay Area zijn twee onmisbare centra van de rapcultuur die al jarenlang met elkaar verbonden zijn. Sommigen zeggen dat deze band is ontstaan tijdens de Grote Migratie, toen autofabrieken van Detroit naar Oakland verhuisden. Anderen geloven dat de connectie is opgebouwd door generaties van hustlers. Wat de oorsprong ook is, de muzikale uitwisseling tussen deze steden is onmiskenbaar, en dat komt duidelijk naar voren in het gezamenlijke album ‘3rd Shift’ van Detroit’s J.U.S en Oakland’s Squadda B. Op ‘3rd Shift’ lijkt het alsof J.U.S en Squadda B dezelfde golflengte delen. J.U.S, een veteraan binnen Danny Brown’s Bruiser Brigade, brengt scherpe en autobiografische rhymes, terwijl Squadda, bekend van het duo Main Attrakionz, de producties voorziet van rauwe en eigenzinnige beats. Het resultaat is een energieke en humoristische plaat die de stress en uitdagingen van het dagelijks leven in Detroit belicht. J.U.S’ teksten zijn doorspekt met levendige beschrijvingen van het leven als een Detroit hustler, compleet met herkenbare symbolen zoals Air Force Ones en Cartier brillen. Hoewel zijn raps eenvoudig blijven, zorgt Squadda’s onvoorspelbare productie ervoor dat hij nooit te comfortabel wordt. Met ‘3rd Shift’ tonen J.U.S en Squadda dat de natuurlijke chemie tussen Detroit en Oakland nog steeds leeft. Dit album voelt als een organische samensmelting, waar beiden elkaars sterke punten versterken. Een heerlijk rapalbum. (Jan Vranken) (8/10) (Bruiser Brigade)