Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Johnny Burgin – Ramblin’ From Coast To Coast
Ooit bekend als ‘Rockin’ Johnny Burgin’, heeft deze gitarist naast een indrukwekkende solocarrière ook naam gemaakt als begeleider van talloze bluesartiesten. Jimmy Burns, Jimmy Dawkins, Eddie ‘The Chief’ Clearwater, Paul deLay, Tail Dragger en niet te vergeten onze eigen Peter Struijk zijn artiesten met wie hij het podium deelde en op wiens albums hij te horen is. Als soloartiest brengt hij sinds 1997 platen uit via onder andere Delmark en een aantal andere labels. Sinds 2019 heeft hij het ‘Rockin’ voor zijn naam laten vallen. Onlangs verscheen van hem bij Straight Shooter Records het nieuwe album ‘Rockin’ From Coast To Coast’ met twaalf nummers, die stevig geënt zijn in de allerbeste Chicago blues traditie. Het album is in vier verschillende studio’s – Memphis, Dallas, Rochester en Cincinnati – opgenomen met lokale muzikanten. In totaal doen er twintig mee en de lijst leest als een wie is wie van huidige topmuzikanten uit de genoemde plaatsen. We zien bijvoorbeeld zangers John Blues Boyd en Rae Gordon, pianist Ben Levin, gitaristen Dylan Bishop en Jad Tarij, om er maar een paar te noemen. Het mixen en de techniek waren in de vaardige handen van Kid Andersen. Van de twaalf nummers zijn er tien door Johnny zelf geschreven. Met de opener, het titelnummer ‘Ramblin’ From Coast To Coast’, een vlotte blues shuffle, weet hij meteen de aandacht van de luisteraar te grijpen. En met een variatie aan stijlen weet hij de aandacht vast te houden tot aan het mooie ‘Never Tried To Get Ahead’. Nummers die een bijzondere vermelding verdienen zijn verder de slowblues ‘Gettin’ My Blues On’ en ‘Fresno Woman’, een pianoboogie met Hanna PK op de toetsen. Met een keur aan begeleiders heeft Burgin opnieuw bewezen tot de absolute top te horen. Ook dit album is een absolute aanrader voor fans van goede Chicago blues. (Eric Campfens) (8/10) (Straight Shooter Records)
Earth Lux – Earth Lux
Dit is een nieuwe band gevormd door de Franse multi-instrumentalist Steph Honde en de Braziliaanse componist en drummer Fred Mika. Eerder al werkten ze samen in de progmetalband Sunroad. Met dit nieuwe Earth Lux willen ze melodieuze hardrock maken met een snufje jaren 70 er doorheen gemixt. Het is een plaat geworden die prima weg luistert. Echter mist hier een refrein dat direct blijft hangen. Melodische hardrock draait toch om de hooks. Die zijn hier in mindere mate aanwezig. Wel laat Honde geweldig gitaarwerk horen, bijvoorbeeld in de solo’s van ‘What A Day, What A Life’ en het funky ‘Kyrie Eleison’. Wel twijfel ik of het juist is gemixt. Af en toe bekruipt het idee dat de solo’s als ook andere onderdelen beter tot zijn recht hadden kunnen komen. De zang doet wat denken aan de zanger van de Noorse glam band WigWam. Toch ben ik bang dat dit album niet boven andere gelijksoortige albums zal uitspringen. (Rik Moors) (6/10) (Metalville)
Dream Evil – Metal Gods
De fans van de Zweedse metal band Dream Evil hebben zes jaar moeten wachten op het zevende album, met als titel ‘Metal Gods’. Dit opent met de opzwepende titeltrack. Door de achtergrondzang zing je vooral de woorden “Metal Gods” vanzelf luidkeels mee. Er is niet alleen heerlijk gillend gitaarspel, ook de zwaardere klanken van (bas)gitaar komen aan bod. Het drumwerk is goed, maar het geluid is een beetje te vlak. ‘The Tyrant Dies At Dawn’ heeft prima achtergrondzang. Als dit uptempo nummer live gespeeld wordt, gaat het dak er vast af. Op de cd voel je de energie, het volume gaat hier flink omhoog. De muziek “dendert” door de huiskamer. Er is leuk gespeeld met de verdeling over de boxen. De opbouw van de (grotendeels) opzwepende nummers is vrij voorspelbaar, waardoor er weinig grote verrassingen zijn. Door de duidelijke uitspraak zing je vrij gemakkelijk mee. ‘Metal Gods’ is een album dat er om vraagt om het volume flink op te schroeven. (Esther Kessel-Tamerus) (7/10) (Century Media Records)
Devon Allman – Miami Moon
Devon Allman, zoon van Gregg Allman van The Allman Brothers, brengt met ‘Miami Moon’ zijn eerste solo-LP in acht jaar uit. Het album is een muzikale ervaring die het verleden en de toekomst van soulvolle muziek samenbrengt. Opgenomen in de legendarische Criteria Studios in Miami, een plek waar albums zoals ‘Layla’ en ‘Eat A Peach’ werden vastgelegd, heeft ‘Miami Moon’ een authentieke en tijdloze klank. Met een sterrencast van muzikanten, waaronder George Porter Jr. op bas, Ivan Neville op toetsen, Adam Deitch op drums, Karl Denson op saxofoon en Jackson Stokes op gitaar, biedt het album een rijke muzikale textuur. Devon Allman laat zijn veelzijdigheid zien door voor het eerst nummers op basgitaar te schrijven, wat de grooves extra nadruk geeft. Hij heeft invloeden van Curtis Mayfield, Sade, The Cure en Steely Dan in zijn muziek verwerkt, wat resulteert in een fris en funky geluid. Goed geproduceerd is het even wennen bij de stem van Devon, maar na enkele minuten valt alles op zn plek. Het succes van ‘Jessica’ van z’n vader zal hij met dit album niet behalen, maar onplezierig is het luisteren zeker niet. (Norman van den Wildenberg) (6/10) (Create Records)
Foster The People – Paradise State Of Mind
Foster The People, bekend van hun megahit ‘Pumped Up Kicks’, is terug met hun nieuwe album ‘Paradise State Of Mind’. Dit album, opgenomen in LA en Londen, markeert een terugkeer naar hun kenmerkende mix van catchy melodieën en introspectieve teksten, aangevuld met een moderne twist. De eerste single ‘Take Me Back’ is een nostalgisch anthem dat perfect past bij de dromerige sfeer van het album. Wat dat betreft heeft de band niet ingeboet na het vertrek van drummer Mark Pontius. Het titelnummer, ‘Paradise State Of Mind’, verkent de spanning tussen realiteit en de utopieën waar we vaak naar verlangen. Tracks zoals ‘Lost In Space’ en ‘See You In The Afterlife’ hebben een meer etherische, reflectieve toon, terwijl ‘Let Go’ en ‘Sometimes I Wanna Be Bad’ zorgen voor een speelse, dansbare afwisseling. Een opvallend moment is het instrumentale intermezzo ‘Glitchzig’, dat de luisteraar even in een andere, meer experimentele richting stuurt. Het album sluit af met ‘A Diamond To Be Born’, een opbeurend nummer dat de reis van het album op een hoopvolle noot eindigt. ‘Paradise State Of Mind’ is lekker en zal zeker de weg naar de hitlijsten vinden. (Norman van den Wildenberg) (8/10) (Atlantic)