Op een zwoele zomeravond, terwijl de temperatuur langzaam afdaalde naar een aangename 22 graden, was het Openluchttheater Rivierenhof in het Antwerpse Deurne het toneel van een magische gebeurtenis. Met een glas koude prosecco, subtiel geparfumeerd met vlierbloesemsiroop, in de hand en omringd door de schoonheid van een sfeervol amfitheater, verzamelden zich talrijke muziekfans voor een avond die ongetwijfeld in hun geheugen gegrift zou blijven. Want die avond stond Marcus Miller op het podium, een levende legende met zestien Grammy-nominaties op zijn naam, waarvan hij er twee verzilverde. De man die de basgitaar naar een hoger plan tilde en, samen met Miles Davis, de weg naar eeuwigdurende innovatie insloeg.
Miller betrad het podium in het gezelschap van een formidabele begeleidingsband, stuk voor stuk muzikanten die hun strepen al ruimschoots hadden verdiend. Achter de drums zat Anwar Marshall, een sessie- en live-drummer uit Philadelphia, wiens roots onmiskenbaar doorklonken in zijn onstuitbare groove. Aan de toetsen zat Xavier Gordon, wellicht de minst bekende op het podium, maar zijn spel was ongeëvenaard. Gordon, die eerder samenwerkte met grootheden als Jennifer Hudson, Jamie Foxx en John Legend, heeft eveneens een Grammy op zijn naam staan. De blazerssectie, bestaande uit Russel Gunn op trompet en Donald Hayes op saxofoon, bracht een extra dimensie aan de avond. Gunn, bekend van zijn werk met Wynton Marsalis op het meesterwerk ‘Blood On The Fields’, en Hayes, wiens palmares leest als een ‘who’s who’ van de moderne popmuziek, zorgden voor muzikale verrassingen die het publiek keer op keer in vervoering brachten.
Vanaf de eerste noten van ‘Panther’, een track van het album ‘The Sun Don’t Lie’, was duidelijk dat deze avond iets bijzonders in petto had. Het nummer ademt de geest van de vroege jaren negentig, met rijke synthlagen en een vraag-en-antwoordspel tussen bas en blazers, overgenomen uit de afro-funk. Hoewel de originele gitaarsolo van Vernon Reid ontbrak, werd deze geen moment gemist. Miller, een ware meester, gaf zijn bas geen moment rust en sleurde het publiek vanaf de eerste seconde mee. De groove was onweerstaanbaar; stilstaan was geen optie. Of je nu wilde of niet, je lichaam gaf zich over aan de dans.
Een concert van Marcus Miller zou echter niet compleet zijn zonder een eerbetoon aan zijn samenwerking met Miles Davis. Na ‘Red Baron’ werd het publiek getrakteerd op een fenomenale uitvoering van ‘Tutu’. Een compositie van legendarische klasse, waarin Russel Gunn uitblonk. Hoewel iedereen met een trompet onvermijdelijk aan Miles Davis refereert, wist Gunn zijn eigen klank in dienst te stellen van de muziek, die in deze uitvoering prachtig werd uitgerekt. Later in de set volgde nog een intense vertolking van ‘Mr. Pastorius’ van het album ‘Amandla’.
De setopbouw was perfect en het publiek werd rijkelijk bediend met een ultiem groovende versie van Stevie Wonders ‘Higher Ground’, waarin alle muzikanten de kans kregen om hun virtuositeit te tonen. Het concert leek geen einde te kennen, de energie bleef stromen, en het geluid was van uitzonderlijke kwaliteit.
Een bijzonder moment van bezinning kwam toen Miller de compositie ‘Gorée’ speelde. Geïnspireerd door een bezoek aan het slaveneiland Gorée, voor de kust van Dakar, gebruikte Miller muziek om een diepere waarheid over de menselijke geschiedenis te vertellen. In deze ingetogen compositie speelde Miller op saxofoon en wist hij een emotie op te roepen die diep onder de huid kroop, tenzij je van roestvrij staal was gemaakt.
Aan het einde van de avond, volledig in de ban van de muziek, lag het publiek aan de voeten van deze uitzonderlijke muzikanten. Miller sloot af met een razende uitvoering van de Beatles-klassieker ‘Come Together’. Een avond vol muzikale hoogtepunten kwam daarmee tot een einde. En terwijl de laatste noten wegebden in de zomernacht, bleef de hoop leven op nog vele van zulke zwoele avonden in het OLT Rivierenhof.