Bill Wyman, de oprichter en ritmearchitect van The Rolling Stones, zal op 9 augustus zijn negende soloalbum, ‘Drive My Car’, uitbrengen. Dit album, gevukd met Anglo-Amerikaanse rhythm-and-blues, is Wyman’s eerste release sinds 2015 en zal beschikbaar zijn in digitale vorm, op CD en als gatefold vinyl. De CD en digitale formaten zullen twee extra bonustracks bevatten.
Met een carrière die meer dan zes decennia bestrijkt, treedt Wyman opnieuw in de schijnwerpers met een verzameling nieuwe en gecoverde nummers die . Vijf tracks, waaronder het titelnummer, zijn door Wyman zelf geschreven. ‘Het is niet iets wat ik elke dag doe, maar soms zie ik een gitaar in de hoek van de kamer, pak ik hem op om te spelen en dan valt alles op zijn plek’, legt hij uit.
‘Drive My Car’ is opgenomen in Wyman’s thuisstudio en bevat een hechte groep van langdurige medewerkers, waaronder gitarist Terry Taylor en drummer Paul Beavis. ‘Een bassist en een drummer zijn een team, je bent het ritmesectie, de basis van het geheel,’ benadrukt Bill.
Het album opent met een unieke vertolking van Bob Dylan’s ‘Thunder On The Mountain,’ die elementen combineert van zowel Dylan’s origineel als Wanda Jackson’s levendige cover. ‘Ik ken Bob sinds midden jaren ’60,’ zegt Bill. ‘Hij nam mij en Brian Jones mee naar de clubs in Greenwich Village wanneer we in New York waren. We waren een tijd lang hele goede vrienden, hij was een heel aardige kerel.’
Een andedre covder op het album is die van Taj Mahal’s ‘Light Rain.’ Bill herinnert zich hun langdurige vriendschap, die begon in 1968 toen Taj werd uitgenodigd om mee te doen aan The Stones Rock ‘n’ Roll Circus TV-special. ‘Hij was gefascineerd dat ik lid was van de Royal Horticultural Society – we hadden een band over botanie!’ herinnert hij zich met plezier.
Bill’s levenslange liefde voor countrymuziek komt tot uiting in een eerbetoon aan John Prine, met een cover van ‘Ain’t Hurtin’ Nobody.’ ‘We waren zeer goede vrienden, en de Rhythm Kings hebben een paar van zijn nummers gedaan. Wat een tekstschrijver! Ik houd van die regel in ‘Ain’t Hurtin’ Nobody’ over ‘Little Richard singing Tutti Frutti from the top of a telephone pole’ – wie schrijft er nou zo?!’
Naast het eren van oude vrienden, introduceert Bill de luisteraars aan nieuw talent zoals de Nederlandse gitarist Hans Theesink, wiens werk twee nummers op het album heeft geïnspireerd. Ondanks dat ze elkaar nooit persoonlijk hebben ontmoet, is Bill een voorstander van Hans’ frisse kijk op bluesmuziek. ‘Ik vind zijn werk erg inspirerend; hij brengt iets nieuws naar de blues.’
Reflecterend op het algehele geluid van het album, noemt Bill JJ Cale als een grote invloed. ‘Ik denk dat de grootste invloed op het album als geheel JJ Cale is, zijn relaxte groove heeft me altijd aangesproken. Vrienden aan wie ik het heb laten horen, zeiden dingen als ‘het klinkt echt als jou’, en dat maakt me blij. Ik heb nooit geprobeerd iemand anders te zijn – ik ben gewoon Bill.’
Foto:Judy Totton