Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Belfountain – Some Hearts
‘Some Hearts’ is het debuutalbum van Belfountain, het nieuwe indie-folk-rock project van de bekroonde producer Chris Graham. Met zelfgeproduceerde tracks biedt het album een authentieke mix van oude en nieuwe geluiden, vol verrassingen en vertrouwdheid. De singles ‘Give It Up’ en ‘Tell Me When It Rains’ hebben al een grote impact gemaakt op de Noord-Amerikaanse radio. Het vrolijke ‘Give It Up’ is een perfect uptempo power-pop-rock anthem, terwijl ‘Tell Me When It Rains’ een klassieke soulballade is die klimaatverandering als metafoor voor een mislukte romance gebruikt. ‘Through the Darkness’ en ‘Won’t Turn Back’ brengen country- en gospelinvloeden, en ‘We Will Rise’ biedt inspirerende western vibes. ‘Rattle On’ en ‘Worst Enemy’ experimenteren met barokke en eclectische stijlen, terwijl ‘Fall Into The Past’ nostalgie oproept met piano en vocale melodieën. ‘Rocks’ voegt een jazzy trip-hop gevoel toe met Tia Brazda, en de afsluitende titeltrack ‘Some Hearts’, een duet met Colleen Brown, stelt de vraag: “Zou je het opnieuw doen?” Met dit diverse en emotioneel geladen album toont Graham zijn veelzijdigheid en vakmanschap als artiest en producer. Een leuke verrassing! (William Brown) (8/10) (Flatcar Records)
Duel – Breakfast With Death
De Amerikaanse stoner metal band Duel heeft een kleine bezetting wissel gehad. De ritmesectie is vervangen en hiermee is de sound ook nog een stukje heaviër geworden. Vorig jaar zagen we nog een live album uit komen van de band en de vorige studioplaat uit 2021. De band mengt de metal uit de 70s en 80s met de psych van de 60s, veelal met occulte thema’s. Het blijkt voor de liefhebber een goed mengsel want het laatste album ‘In Carne Persona’ werd goed ontvangen. Zoals gezegd is dit nieuwe net een stukje steviger. Beukende riffs zoals op ‘Fallacy’. De rauwe stem van zanger Tom Frank gaat goed samen met de rauwe productie, wat ook het duistere uit de songs beter naar voren laat komen. Over de hoes zullen we maar niet hebben, maar muzikaal gezien is dit een prima album voor de liefhebbers. Al moet ook gezegd dat deze niet het niveau haalt van zijn voorganger. (Rik Moors) (7/10) (Heavy Psych Sounds)
Bashy – Being Poor is Expensive
Bashy heeft met zijn langverwachte album ‘Being Poor Is Expensive’ na 15 jaar weer van zich laten horen, en hij stelt zeker niet teleur. Dit album, geproduceerd door de getalenteerde DJ Toddla T, biedt een luisterervaring die vergelijkbaar is met een meeslepende speelfilm, waarin het leven in de Londense wijk Brent tot leven wordt gebracht. De productie is uitstekend, met een mix van heerlijke beats en raps die moeiteloos vloeien. Een van de hoogtepunten is ‘Sweet Boys Turned Sour’, een nummer dat zo aanstekelijk is dat het moeiteloos op repeat kan worden gezet. De titeltrack heeft een reggaeton-gevoel, wat typerend is voor de bruisende Oost-Londense muziekscene, en laat horen hoe veelzijdig Bashy is. Het album is gevarieerd en tekstueel zeer sterk, wat vooral te merken is in nummers als “Made in Britain”. Dit nummer begint met een hartverwarmende opname van Bashy’s grootmoeder die haar kleinkinderen toespreekt, en verandert vervolgens in een krachtige track die UB40 in hun beste dagen niet had kunnen evenaren. Ook hier zijn de lyrics indrukwekkend en diepgaand. Met zijn combinatie van persoonlijke verhalen, sociaal commentaar en muzikaal vakmanschap, weet Bashy een album neer te zetten dat zowel authentiek als vernieuwend is. ‘Being Poor Is Expensive’ laat zien dat Bashy niet alleen een getalenteerde rapper is, maar ook een meesterverteller. Hij heeft met dit album het beste Britse rapalbum van 2024 afgeleverd. Het zal moeilijk zijn om dit te overtreffen; het is een ware groeidiamant die zijn plaats in de muziekwereld meer dan verdient. (Elodie Renard) (9/10) (Bish Bash Bosh Music)
Cassandra Jenkins – My Light, My Destroyer
Cassandra Jenkins heeft met haar nieuwe album ‘My Light, My Destroyer’ een indrukwekkend meesterwerk afgeleverd. Dit album, bestaande uit dertien tracks, de een nog mooier dan de ander, markeert een duidelijke sprong voorwaarts in haar muzikale carrière. Met haar unieke stem en breed muzikaal palet weet ze haar luisteraars vanaf de eerste noot te betoveren. Het album opent met het etherisch mooie ‘Devotion’, een nummer dat zo prachtig is dat je haren er rechtop van gaan staan. Jenkins’ stem, gecombineerd met delicate arrangementen, creëert een bijna spirituele ervaring. Vervolgens verrast ze ons met ‘Clam’s Casino’, waaruit meteen blijkt dat Cassandra houdt van afwisseling. Dit nummer, vertolkt met een Chrissy Hynde-achtige coolness, zou zonder meer een favoriet kunnen zijn op een album van The Pretenders. Gedurende het album blijft Jenkins verrassen en boeien. Op ‘Delphinium Blue’ bijvoorbeeld, biedt ze een bijna geheel elektronische backing met een ver weg gezongen tegenmelodie, wat het nummer een dromerige en atmosferische kwaliteit geeft. Deze schakeling tussen stijlen en sferen is een constante op ‘My Light, My Destroyer’, waardoor het een opmerkelijk diverse maar toch samenhangende set vormt. Jenkins’ samenwerkingen met sterke muzikanten en de productie van Andrew Lappin hebben bijgedragen aan een sonisch diverse plaat. Haar vermogen om verschillende genres, van indie rock tot jazzy sophisti-pop, naadloos samen te voegen, getuigt van haar groei als artiest. Tracks zoals ‘Devotion’ en ‘Clam’s Casino’ laten horen dat ze niet bang is om te experimenteren en nieuwe muzikale terreinen te verkennen. ‘My Light, My Destroyer’ verdient een welverdiende 9 uit 10. Het album is niet alleen een hoogtepunt in Jenkins’ oeuvre, maar heeft ook alle potentie om in de toekomst als een meesterwerk beschouwd te worden. Cassandra Jenkins heeft met dit album haar plek in de muziekwereld meer dan verdiendn en bevestigd. (Jan Vranken) (9/10) (Dead Oceans)
Bau -Tranquillity
Bau, geboren als Rufino Almeida in 1962 in Mindelo, São Vicente, Kaapverdië, heeft met zijn nieuwe album ‘Tranquility’ een werk afgeleverd dat helaas niet aan zijn eerdere successen kan tippen. Bau, die zijn muzikale vaardigheden leerde van zijn vader, een instrumentmaker, heeft in het verleden indruk gemaakt als lid en later muzikaal directeur van Cesária Évora’s band en met zijn bijdrage aan Pedro Almodóvar’s film ‘Talk to Her’. Echter, met ‘Tranquility’ slaat hij de plank volledig mis. Het album probeert een meditatieve sfeer te creëren, maar helaas zonder succes. Het eerste nummer, ‘Tranquil’, begint veelbelovend, maar al snel wordt de herhaling van een simpel drietoons deuntje ondraaglijk. Het gebrek aan variatie en diepgang zorgt ervoor dat de luisteraar al snel genoeg heeft van het monotone karakter van het album. Wat begon als een poging tot serene muziek, eindigt in een onvoorstelbare monotonie. Bau blijft dit patroon gedurende het hele album herhalen, waardoor ‘Tranquility’ uiteindelijk meer irriteert dan ontspant. Dit album, bedoeld om rust te brengen, zorgt in plaats daarvan voor frustratie door zijn eentonigheid en gebrek aan muzikale ontwikkeling. Jammer genoeg kunnen we concluderen dat ‘Tranquility’ niets te bieden heeft voor degenen die op zoek zijn naar kwalitatieve meditatieve muziek. (Anton Dupont) (3/10) (Lusty & Sleek rec)