Woensdagavond stond het Muziekgebouw Eindhoven in het teken van een onvergetelijke performance door de wereldberoemde jazzpianiste Diana Krall. Het eerste concert van twee optredens die de zangeres zou geven in de Eindhovense concertzaal. De Canadese zangeres en pianiste, bekend om haar warme stem en virtuoze pianospel, wist het publiek te betoveren met een indrukwekkende setlist die haar veelzijdigheid en artistieke diepgang benadrukte. In Eindhoven trad ze met haar trio aan in een setting die wellicht het best vergeleken kan worden met een ouderwetse jazzclub in Harlem of Chicago.
Krall opende de avond met een sprankelende versie van ‘Almost Like Being in Love’ waarin Krall de zaal direct scherp complimenteerde met het resultaat van Oranje op dinsdag. Het werd gevolgd door het intense ‘All or Nothing at All’. Haar interpretatie van Cole Porter’s ‘I’ve Got You Under My Skin’ was een vroeg hoogtepunt. Duidelijk was dat haar stem en pianospel perfect in balans waren. Minimalistisch instartende, vielen haar contrabassist en drummer subtiel in, waarbij de zachte warme stem van Krall het geheel subliem verwerkte tot een eigen momentum.
Diana Krall meets the Duke
Duke Ellington’s ‘Do Nothin’ Till You Hear From Me’ was daarna weer zo’n punt van herkenning waarbij de Canadese met gevoel de toetsen liet dansen onder haar vingers. Toch kwam de schwung er pas echt in bij de swing-standard ‘Comes Love’ van Sam H. Stept uit 1939. Krall nam zelfs even rustig de tijd zich van het publiek af te keren en te genieten van het heerlijke bassspel van bassist Sebastian Steinberg.
Hierna nam Diana Krall uitgebreid de tijd te vertellen over haar tijd in Eindhoven, hoe ze een dag tevoren al aangekomen was, en als eerste meteen een supermarkt opzocht. Krall leek in haar element in de Lichtstad en betoonde de stad haar liefde met Burt Bacharach’s ‘The Look of Love’. Een sensuele en weemoedige trip door een van de meest iconische liefdesliedjes. Het liet haar diepe begrip van zowel klassieke als moderne jazz horen.
De zangeres zat goed in haar element en durfde aan de zaal te vragen voor verzoekjes. Speciaal voor dat moment had zij op haar vleugel een stapeltje bladmuziek liggen, “…voor het geval er iemand iets vraagt wat ik niet meer ken…”, waarna ze zich na enkele gewaagde verzoekjes gelukig prees dat uiteindelijk ‘Deed I Do’ werd opgeëist. Het volgende ‘Let’s Fall in Love’ liet echter blijken dat Krall toch zeker wel naar het publiek luisterde, en niet stiekem alsnog vasthield aan haar vooropgezette set. De vergeten songtekst leverde een hilarisch moment op, net als het publiek dat gewoonweg vergat mee te zingen bij ‘They Can’t Take That Away From Me’ van Ella Fitsgerald en Duke Ellington. ‘Fly me to the Moon’ was het logische gevolg van Krall, die solo de hoogtepunten van het Great American Songboek afwerkte op piano. Haar spontaniteit werd bijzonder gewaarderd in het Eindhovense.
Technische finesse
Terwijl haar trio haar weer aanvulde, ging Diana de stevigere kant op. Ditmaal met Neil Young’s ‘Mr Soul’, oorspronkelijk uitgevoerd door Buffalo Springfield. Het werd met zoveel gevoel en technische finesse gespeeld dat het leek alsof de tijd even stil stond. Haar jazzinterpretatie voegde een nieuwe dimensie aan het rocknummer toe. Even leek het er zelfs op dat de zaal zou opstaan uit de stoelen om te dansen.
Het was van korte duur, en de artieste pakte al snel haar vaste stijl weer op. Bij ‘I’m Confessin’ That I Love You’ van Lester Bayoung, genoot ze nogmaals van haar drummer en bassist. Zo geconcentreerd luisterend, dat ze op een verkeerd moment inviel. Het maakte Diana menselijk en van het concert een spontaan gebeuren, zozeer dat ze er zelf genoeg om kon lachen.
Aan het einde wist Krall haar veelzijdigheid te tonen met Irving Berlin’s ‘Let’s Face the Music and Dance’. Hierbij werd haar klasse nog eenmaal tentoongesteld. Hierin kwam haar vermogen om persoonlijke emotie te combineren met technische beheersing duidelijk naar voren. Haar uitvoering bracht een nostalgische sfeer die het publiek zichtbaar wist te raken. Haar vingers beroerden de toetsen zoals die zelden bespeeld werden, en de set eindigde dan ook in een hoogtepunt.
Een welverdiend applaus viel Diana Krall en de haren ten deel en een onvermijdelijke toegift was het logische gevolg. Diana Krall bewees woensdagavond opnieuw waarom ze tot de groten van de jazzmuziek behoort. Haar optreden in het Muziekgebouw Eindhoven was een perfecte mix van techniek, emotie en pure muzikaliteit. Een genot om naar te luisteren. Of zoals ze zelf afsloot: “To be continued…”