Los Angeles, 1989. Rap en rock gaven een stem aan de onvrede. Rapper Ice-T besloot samen met vriend Ernie C een metalband te starten. 35 jaar later werden ze wereldwijd geroemd om hun cocktail van obscene teksten en keihard gitaarwerk. Met hun album ‘Merciless’ op komst was de band klaar voor de toekomst. Maar paste hun show nog wel bij deze tijd?
Na een funk metal voorprogramma van SLOPE was het tijd voor de slopers van Body Count. Het concert opende met de mededeling dat er ‘martial law’ was afgekondigd. Onder het geluid van ‘Civil War’ kwamen bassist Vincent en gitarist Juan op het podium. Toen daarna gitarist Ernie C en rapper Ice-T verschenen om het nummer ‘Body Count’s In The House’ te spelen, ging de zaal los.
De band was sinds 2018 niet meer in Nederland geweest en dat was voelbaar in de zaal. “Aaaaamsterdaaaaaam, we are finally back!”, galmde het door de Paradiso. Rapper en acteur Ice-T was de spreekbuis van de band en ontweek geen kans om zijn mening te verkondigen. Zo moesten jonge mannen, Donald Trump en zijn eigen VIP-sectie het ontgelden. Rebellie zit in het DNA van Ice-T.
De energie van de band spatte de zaal in en het publiek smulde van de inmiddels oudere rockers. Bassist Vincent vloog tegen Ernie C aan, hypeman Sean E Sean zweepte drummer Will Dorsey op en Ice-T stond met één been op een monitor en smeet flesjes water de zaal in. Body Count was met recht een gezellige, rebelse chaos.
Ice-T riep de vraag: “What if you mix the punk of Exploited with the metal of Slayer / Body Count?”, waarop het hele publiek luid joelde. Het perfecte moment om hun cover van The Exploited’s ‘War’ uit 1982 te spelen. Toen Ernie C vervolgens de opzwepende riffs van ‘UK 82’ en ‘Disorder’ speelde, moshte het publiek erop los.
Vooral tijdens nummers als ‘No Lives Matter’ en ‘Necessary Evil’ speelden Ernie C, Juan en Vincent hun vingers eraf. Het ietwat doffe geluid paste perfect bij de punkachtige metal die Body Count rijk was. Hoe getalenteerd de gitarist uit Compton is, werd duidelijk toen hij met de gitaar boven zijn hoofd licks speelde. Na 35 jaar was de band zonder twijfel meester van hun materiaal.
Natuurlijk was er ook dat nieuwe album, Merciless. ‘The Purge’ was een muzikale versie van het filmconcept en op ‘Psychopath’ kanaliseerde de band het 90’s geluid van Slayer. Het was gewelddadig, duister en fans smulden ervan. Met teksten als “Should I shoot or dismember?” smolten de bendewereld van Compton en het metalgeluid van Body Count perfect samen. Een rework van Pink Floyd’s ‘Comfortably Numb’ met eigen tekst wist ook te verrassen.
Tijdens ‘Born Dead’ riep Ice-T op tot vrede in de huidige oorlogen, voor ‘Talk Shit, Get Shot’ kwam zijn dochter op het podium en bij de Body Count classic ‘Cop Killer’ zong de hele zaal uit volle borst mee. “Fuck racism!”, riep de rapper zoals hij al 35 jaar in zijn muziek deed. Het waren de classics die Paradiso als een stadion lieten klinken.
Ondanks dat de show sinds 2014 veelal hetzelfde oogde, bleef deze de moeite waard. Body Count was nog steeds relevant en dankzij de pensioenleeftijd van sommige bandleden misschien wel tijdloos. Hoeveel geweld de band ook in hun muziek stopt, uiteindelijk zijn concerten een warm bad wanneer Body Count het podium hun thuis maakt.
Foto’s (c) Tyron Rosheuvel