Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt ervoor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we vandaag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Bon Jovi – Forever
In de jaren ’80 en ’90 was de release van een nieuw Bon Jovi-album een wereldwijd nieuwsfeit dat de persen overal deed stoppen. Anno 2024, gaat de release van hun nieuwe album ‘Forever’ echter geruisloos voorbij. Bon Jovi, ooit de pioniers van pop-metal met hun blockbuster ‘Slippery When Wet’ uit 1986, lijkt zijn gouden dagen ver achter zich te hebben gelaten. Na ‘Keep the Faith’ uit 1992, het laatste echt goede album volgens velen, is het bergafwaarts gegaan met de band. ‘Forever’ markeert een poging van Bon Jovi om terug te keren naar hun roots, en eerlijk gezegd, klinkt het meer als Bon Jovi dan we in lange tijd hebben gehoord. Het album herinnert aan de energie van hun vroegere werk, maar dat is tegelijkertijd een van de grootste nadelen. De nummers voelen gedateerd aan en missen de vernieuwing die nodig is om relevant te blijven in 2024. De Duitsers zouden treffend zeggen: “Das war einmal”. Op het album probeert de band die nu voor Bon Jovi doorgaat de magie van ‘Livin’ on a Prayer’ en ‘You Give Love a Bad Name’ te herleven, maar laat vooral zien hoe de productievisie van de band achterhaald is. Het album biedt nostalgie, maar voegt weinig nieuws toe aan het hedendaagse muzieklandschap. Hoewel ‘Forever’ niet zonder zijn momenten is – de melodieën zijn catchy en de ballads zullen trouwe fans zeker aanspreken – is het duidelijk dat Bon Jovi zich op een kruispunt bevindt. Jon Bon Jovi’s vocale prestaties blijven verrassend sterk, maar misschien is het tijd voor Jon om de band op te doeken en een nieuwe richting in te slaan of andere creatieve paden te verkennen. De tragische hoesfoto doet helaas anders vermoeden.(Jan Vranken) (6/10) (Captain Kidd Corp)
All Under Heaven – What Lies Ahead Of Me
Met zo een figuur op de hoes wekt het direct wat spanning op, het zou zomaar in een akelige droom achter je aan zitten en dan met deze grijns je aankijken wanneer je niet meer weg kunt. In dat opzicht dus een slimme zet om een cover als deze te kiezen voor je eerste album. Want de shoegaze/alternative band All Under Heaven bracht eerder alleen nog een EP uit. Veel over de groep is er nog niet echt bekend, wel dat ze in 2017 zijn opgericht en er ook al een kleine hiatus is geweest. Dit eerste album laat een lekkere sound horen en ondanks dat het net over dertig minuten gaat is er voldoende variatie met als sterkste track ‘Always’ die alleen al meerdere keren van stevigheid wisselt. ‘What Lies Ahead Of Me’ luistert lekker weg, al maakt die figuur me een beetje bang. All Under Heaven hoeft wat mij betreft niet te kijken wat er achter ze ligt, want met een eerste plaat als deze kan er zomaar wat moois juist in de toekomst liggen. (Rik Moors) (7/10) (Sunday Drive Records)
Alfie Templeman – Radiosoul
Alfie Templeman, de veelzijdige multi-instrumentalist uit Londen, heeft vrijdag zijn langverwachte tweede album ‘Radiosoul’ uitgebracht. Dit ambitieuze werk toont zijn nieuwe acid-popstijl en beweegt moeiteloos tussen genres. Het album, mede geproduceerd door topnamen als Nile Rodgers en Dan Carey, weerspiegelt Templeman’s leven en zijn reactie op de impact van sociale media. De titeltrack ‘Radiosoul’ combineert psychedelica, soul en indie en zet de toon voor het album. Andere opvallende nummers zijn ‘Eyes Wide Shut’, ‘This Is Just The Beginning’, en het funky ‘Just A Dance’ met Nile Rodgers. ‘Vultures’ en ‘Drag’ verkennen donkerdere thema’s, terwijl ‘Hello Lonely’ en ‘Submarine’ meer introspectief zijn. ‘Beckham’ en ‘Switch’ brengen speelse energie, en de afsluiter ‘Run To Tomorrow’ laat een gevoel van hoop achter. ‘Radiosoul’ is een lekker album geworden, dat voor fans van Templeman maar ook voor nieuwe luisteraars interessant een album is geworden. (Norman van den Wildenberg) (7/10) (Chess Club Records)
Odet Tzur – My Prophet
De New Yorkse saxofonist Oded Tzur keert terug met zijn nieuwste album ‘My Prophet,’ uitgebracht op het prestigieuze ECM-label. Bekend om zijn unieke benadering die modal jazz, Indiase klassieke muziek en microtonale tradities samenbrengt, levert Tzur opnieuw een fascinerend werk af. ‘My Prophet’ opent met een korte epiloog ‘ Child You’. Een nummer dat de luisteraar direct onderdompelt in Tzur’s warme, resonante toon en meesterlijke techniek. De manier waarop hij moeiteloos tussen noten glijdt, dankzij zijn zelfontwikkelde ‘middle path’-techniek, is ronduit betoverend. Een ander hoogtepunt is het meer dan 11 minuten durende titelnummer waar Tzur’s narratieve sensibiliteit duidelijk naar voren komt. Zijn composities voelen als muzikale verhalen, rijk aan emotie en diepgeworteld in zowel oude als moderne tradities. Het album sluit af met ‘Last bikeride in Paris’, een stuk dat de essentie van Tzur’s muzikale reis samenvat: een meeslepende mix van rustige meditaties en krachtige uitroepen die samen een universele resonantie creëren. ‘My Prophet’ is een prachtig album dat Tzur’s plaats als een van de meest innovatieve en boeiende stemmen in de hedendaagse jazz bevestigt. Een must-listen voor elke jazzliefhebber.(Jan Vranken) (8/10) (ECM)
Tatiana Eva-Marie – Djangology
Tatiana Eva-Marie, bijgenaamd de ‘Gypsy-jazz Warbler’ door de New York Times, heeft met ‘Djangology’ een eclectisch album afgeleverd dat Europese muzikale tradities door een Amerikaanse lens bekijkt. Het album, probeert een charmante pastiche te zijn van alles wat voor een Amerikaan ‘origineel’ Europees zou kunnen zijn. ‘Djangology’ mixt Franstalige liedjes met gitaarpartijen die herinneren aan de legendarische Django Reinhardt, en overgiet dit geheel met een licht Balkan sausje. Het resultaat is een verwarrende mix die zowel nostalgisch als vernieuwend probeert te zijn. Deze cross-culturele benadering geeft het album een zekere speelsheid, maar kan soms aanvoelen als vleesch noch visch. je zit de hele tijd te wachten op een frivool bedoeld ‘ oe-la-laaaa’ aan het einde van een nummer. De nummers zoals ‘Nuages’ en ‘Sweet Chorus’ zijn doorspekt met een wat amerikanen een authentieke Parijse flair zullen vinden, terwijl ‘Caravan’ de luisteraar meeneemt op een reis door Oost-Europese klanken.De dansende beer zal in een eventuele videoclip zeker niet ontbreken ‘Djangology’ is een verkeerd soort culturele approporiatie die in Disneyland thuishoort. Waarom zou ik naar Tatiana gaan luisteren als ik naar de echte Django kan luisteren, of naar Goran Bregovic? Kitsch dit. (Anton DuPont) (4/10) (Groundup Music)