Aaron Frazer heeft ‘Into The Blue’ uitgebracht. Het tweede album onder zijn eigen naam, nog veelzijdiger dan zijn debuut ‘Introducing…’ uit 2021. Hij kondigde hem zelf aan als “the clearest portrait of who I am as an artist. It’s me through and through.” Dus hoog tijd voor een gesprek met deze Amerikaan.
“In mijn muziek wil ik graag mijn authentieke ‘ik’ laten horen.” De drieëndertige jarige Aaron gooit zelf al een balletje op. Via een Zoom verbinding met Amsterdam, waar hij is ter promotie van zijn nieuwe plaat. “En die ’ik’ houdt toevallig van heel veel genres. En van het combineren ervan…” De basis werd gelegd in het gezin waarin hij opgroeide, ergens in Baltimore, USA. “Mijn ouders hielden veel van muziek. Mijn vader heeft me vooral geleerd om heel goed naar muziek te luisteren. Dat geoefende oor is belangrijk geweest om nieuwe dingen te ontdekken. En om connecties te maken tussen verschillende genres. Van mijn moeder heb ik vooral de voorliefde voor Carole King meegekregen. ‘Tapestry’ was haar favoriete plaat En ik vind hem zelf nog steeds geweldig. Zoals ‘Way Over Yonder’, een prachtige gospelsong, of ‘You’ve got a Friend’, wat juist weer heel anders klinkt.”
Voordat Aaron Frazer onder zijn eigen naam singles en platen uitbracht, was hij onderdeel van Durand Jones & The Indications, een bekende Amerikaanse r&b/soul band. Dat is hij nu nog steeds, overigens. Op hun gelijknamige debuutalbum (2016) is Aaron te horen als drummer en als één van de songschrijvers. “Het was nooit de bedoeling dat ik ook één van de zangers zou worden. Dat was immers Durand zelf. Op dat debuut zong ik alleen ‘Is It Any Wonder?” Maar juist deze song bleek de ‘game changer’ voor Aarons carrière. “Ik had het gewoon met borststem ingezongen, maar vond het resultaat maar niks. Het moest opnieuw. Maar ik was moe en lag op mijn rug wat uit te rusten. Ik begon het nummer voor mezelf te zingen. Met kopstem, vanwege die houding. Het klonk opeens zo goed dat we het met deze kopstem hebben opgenomen.” En juist dit nummer werd een favoriet bij de fans. “Toen realiseerden we ons pas de mogelijkheden van mijn stem.” Op hun volgende plaat, ‘American Love Call’ (2019), kreeg Aaron dan ook een grotere rol als falsetzanger, met liefst vijf nummers.
Die stem, die gave, zet Aaron nu volledig in voor zijn solocarrière. Een solocarrière die er misschien niet eens was geweest. Want een zekere Dan Auerbach moest hem een flinke duw in de rug geven, “Ik kende Dan natuurlijk van The Black Keys en ik was al fan van hem. Hij blijkbaar ook van mij, want hij wist mij te overtuigen om solo te gaan, waarbij hij de plaat dan zou produceren. “Laat we het proberen, Aaron. Je kunt het!“ Binnen vier dagen hadden Dan en ik de nummers geschreven voor het album ‘Introducing…”
Toentertijd, 2021, een weloverwogen titelkeuze…”Je kunt hem natuurlijk alleen gebruiken voor je debuutalbum: Kijk, hier ben ik. Maar het is meteen ook een simpele, tijdloze titel.” Maar achteraf gezien bleek hij wellicht toch niet zo geschikt, vindt Aaron zelf. “‘Into The Blue’ is eigenlijk een betere introductie op wie ik ben, muzikaal gezien. Zo zitten er bijvoorbeeld meer stijlen in verwerkt… En heb ik het ook zelf geproduceerd. Ik heb dat toegepast wat ik van Dan Auerbach op ‘Introducing…’ heb geleerd.”
Aaron is zeer tevreden over het resultaat van ‘Into The Blue’. “Het klinkt deels nostalgisch, maar tegelijk ook heel modern. Je hoort nog iets van de traditie van de klassieke soulartiesten. Zij hebben mij geïnspireerd, maar ik ben niet exact in hun voetsporen gaan staan. Ik heb hun sounds meegenomen naar onze tijd en er iets nieuws mee gedaan.” Hij noemt het graag de ‘hiphop attitude’. “Ja, het vervlechten van sounds uit verschillende tijden en genres tot iets nieuws, iets spannends. Ik vergelijk het wel eens met superhelden. In hun werelden heeft iedere held zijn eigen verhaal en zijn eigen karakters. Maar soms verschijnt Ironman bijvoorbeeld in een Spiderman comic. Alles kan opeens en levert een nieuw verhaal op. Dat wil ik ook in mijn muziek.”
Was de titel ‘Introducing…’achteraf misschien niet helemaal ideaal gekozen, ‘Into The Blue’ lijkt de lading goed te dekken. Het betekent zoiets als ‘onderweg naar het onbekende. “Like a Cowboy, riding to the unknown… It is scary, lonely, isolated, but also exciting, resolute and brave.” Waarbij een relatiebreuk de trigger blijkt te zijn voor de veelheid aan emoties op de plaat. “Ja, het album gaat over het verwerken ervan. Maar ook over het terugdenken aan de mooie dingen. Net als aan de dingen die verkeerd zijn gegaan, overigens… En het heeft me zeker geholpen om mijn emoties te herkennen en ermee om te gaan.” Wat meteen ook andersoortige teksten opleverde… “Veel van mijn luisteraars verwachten vooral gevoelige lovesongs. Maar dat was nu natuurlijk niet zo gemakkelijk. Tot een vriend zei: “Vecht er niet tegen, laat je gevoel gewoon de vrije loop.” En toen kwamen de songs bijna vanzelf. Het moest er blijkbaar allemaal uit. En het klinkt misschien vreemd, maar het gaf het me ook de emotionele ruimte om af en toe een happy song te schrijven. Om toch ook optimistisch naar de toekomst te kijken.” Ondanks deze veelheid aan emoties, en zijn ‘hip hop attitude, klinkt ‘Into The Blue’ toch als een eenheid. “Ik vind dat niet zo vreemd. Stel dat je op een avond je eigen DJ zou zijn, dan luister je toch ook niet naar één en hetzelfde genre? De rode draad voor jezelf is dan de opwinding die al die genres tezamen opleveren, toch? Op deze plaat heb ik songs bij elkaar gebracht, waar ik zelf van hou. Dat is de rode draad, de verschillende stijlen en invloeden die mijn leven bepalen.”
Als teaser voor ‘Into The Blue’ zijn twee singles uitgebracht. Tegelijkertijd, om meteen de variatie in de plaat te onderstrepen. “‘Payback’ is rauw. Het heeft een soort garagerock gitaarsolo en heeft tegelijk een vintage feeling. Maar ik wil laten horen dat ik meer ben dan dit alleen. Daarom heb ik meteen ook het nummer ‘Into The Blue’ gedropt. Een soort fusion van country and western met cinematic soul.” Ze vormen een mooie combinatie, maar zijn niet per se de uitersten. “Je kunt ook ‘Fly Away’ en ‘Dime’ pakken. Dan heb je de jaren ‘90 R&b pop soul, of zoiets. Of je pakt ‘The Fool’: old school jazz, gemengd met soul. Of de gospel invloeden van ‘Perfect Strangers’.”
Aaron praat met een haast typisch Amerikaanse trots over zijn nieuwe plaat, vergezeld van zijn baseball pet, die hij aan het einde van het gesprek toch even heeft afgezet. “Ik zou het geweldig vinden als later zou blijken dat dit album tijdloos is. ‘Oké’, ik heb hem al bewust zo gemaakt dat hij geplaatst kan worden in verschillende tijdsperioden. Maar als in de toekomst nog steeds zijn waarde blijkt. Dat hij geplaatst kan worden naast de albums van mijn eigen muzikale helden, als Carole King.” En met misschien wel een tijdloos album in the pocket kan Aaron rustig denken over de toekomst, waarin hij zelf zegt te zullen breken met elke verwachting… “Ja, misschien maak ik ooit een country album. En ik heb ook nog wat folk materiaal liggen…. En als mensen zeggen dat ze niet van country houden, én niet van folk… dan zal ik ze eens laten horen hoe ik het kan laten klinken… ”
Foto’s (c) Rosie Cohe