De aankondiging van de nieuwe regeringsmaatregel om het verlaagde btw-tarief op tickets in de live muzieksector af te schaffen, roept ernstige zorgen op binnen de industrie. Deze maatregel, die vanaf 2026 het btw-tarief voor concert- en festivalkaartjes verhoogt van 9 naar 21 procent, zal een aanzienlijke impact hebben op het verdienvermogen van de Nederlandse culturele sector. Een gezonde culturele sector is essentieel voor onze economie, aangezien culturele bezoeken zorgen voor extra bestedingen, ook buiten de cultuursector.
Vooral de bezoekers zullen de dupe worden van deze voorgenomen maatregel. Door de verhoging van de ticketprijzen wordt de popcultuur in Nederland minder toegankelijk, waardoor een breed publiek wordt buitengesloten van culturele evenementen. Dit betekent niet alleen dat minder mensen zullen kunnen genieten van live muziek, maar ook dat Nederland minder aantrekkelijk wordt voor (internationale) artiesten. Deze afname in toegankelijkheid en aantrekkelijkheid zal onvermijdelijk een negatieve impact hebben op het ondernemersklimaat binnen deze branche.
De gevolgen van deze maatregel strekken zich verder uit dan alleen de bezoekers. Aanstormend poptalent krijgt het nog moeilijker om door te breken en een duurzaam inkomen te genereren. De bestaanszekerheid van deze artiesten komt niet alleen op de tocht te staan, maar lijkt volledig in een storm te belanden. De verhoging van de ticketprijzen kan er ook toe leiden dat kleinere en opkomende artiesten minder kansen krijgen om op te treden, aangezien organisatoren mogelijk minder bereid zijn risico’s te nemen met nieuw talent.
De Vereniging Nederlandse Poppodia en -Festivals (VNPF) wijst erop dat deze maatregel de ticketverkoop onzeker maakt, wat leidt tot minder investeringen in een sector die de afgelopen jaren al onevenredig hard is geraakt. De live muzieksector heeft zich nog maar net begonnen te herstellen van de gevolgen van de pandemie, en deze nieuwe belastingverhoging dreigt deze fragiele herstelfase te ondermijnen. De VNPF benadrukt dat de banen van ruim honderdduizend mensen die werkzaam zijn in deze branche worden bedreigd, van technici en boekers tot artiesten en horecapersoneel.
Daarnaast verzwakt deze btw-verhoging de concurrentiepositie van de Nederlandse live muzieksector ten opzichte van buurlanden waar nog wel lage tarieven worden gehanteerd. In landen zoals België en Duitsland blijven de btw-tarieven op concertkaartjes lager, wat betekent dat podia en festivals in deze landen aantrekkelijker worden voor zowel artiesten als bezoekers. Nederlandse podia en festivals verliezen hierdoor hun aanbod aan omliggende landen, met alle financiële gevolgen van dien. Met dit beleid wordt de wereldwijd toonaangevende Nederlandse live sector op grote achterstand gezet.
De VNPF roept de nieuwe regering op om deze maatregel te heroverwegen en gaat graag in gesprek over de vraag hoe de negatieve impact te beperken. Het is van cruciaal belang dat de overheid het belang van een toegankelijke en bloeiende culturele sector erkent en maatregelen neemt die deze sector ondersteunen in plaats van schaden. De VNPF benadrukt dat de culturele sector niet alleen een belangrijke economische motor is, maar ook bijdraagt aan de sociale cohesie en het welzijn van de samenleving.