Het jaarlijks terugkerende festival R&B Night viel dit jaar in het laatste weekend van de meivakantie, op een zaterdag die ook nog eens vervolmaakt werd door bijna zomers weer: hoewel het evenement zich ín de Groningse Oosterpoort afspeelde, zorgden deze omstandigheden toch voor een zomervakantie-festivalgevoel. Met name tijdens de eerste acts waren er veel mensen te vinden op de binnenpleinen, en extra sprekend is het dan ook dat er zich een groots publiek had verzameld in de grote zaal voor het aftrappende Java Webster. De band promootte het nieuwe album met verve: Erwin Java en Sean Webster speelden naast elkaar met onverholen plezier hun eigen materiaal, maar bijvoorbeeld ook een swingende, moderne cover van Freddie King’s ‘Going Down’.
Even later stond een oude bekende van de R&B Night in de kleine zaal te spelen: het Nederlandse Barrelhouse (dit jaar precies 50 jaar een begrip in de Nederlandse blueswereld) bracht het publiek ondanks het warme weer aan het dansen. Voor een ander geluid dan blues met de vertrouwde contrabas en cigar box guitars kon men terecht bij Jerry Leger & The Situation, waar bluesy liedjes met een lichte surf-sound perfect aansloten bij de relaxte sfeer van de zonnige namiddag. Een ruigere variant was te vinden bij Ledfoot, die met zijn ongetemde uiterlijk grimmige verhalen in rauwe, ongepolijste nummers deelde met zijn publiek. De ietwat verstopte, donkere binnenzaal bleek een gepaste plek voor een bijna intieme kennismaking met een artiest wiens genre misschien nog het best omschreven kan worden als ‘stonerrock gone acoustic’.
Bij de volgende ronde konden de artiesten wat betreft presentatie bijna niet verder bij elkaar vandaan liggen: in de grote zaal stond ‘grand lady of soul’ Bettye LaVette haar repertoire te zingen met een elegantie en zelfverzekerdheid die niets verraadden van het feit dat ze 78 jaar oud is, terwijl Sugarmill Slim in esthetisch opzicht leek te gaan voor een combinatie van David Bowie en Iggy Pop. Ondanks de vermakelijk provocerende lingerie-outfit van de zanger is het geluid verrassend ‘klassiek’: energieke bluesrock met gierende harmonicasolo’s zorgden, samen met de stage presence van de band, voor een uitbundig en wild publiek.
Wie van deze stijl hield maar niet vies was van een vleugje funk kon mooi door naar D.K. Harrell, die de kleine zaal omver speelde met groovy, melodieuze soul: hier lag de focus meer op de ‘rhythm’ en minder op de ‘blues’. Tegelijkertijd was er nog een bekend gezicht voor ervaren R&B Night-volgers te vinden in de binnenzaal, aangezien Kitty Liv vorig jaar nog in de grote zaal stond met een enorme band met haar broer en zus (als Kitty, Daisy & Lewis). Een welkome aanvulling op de lineup was Danny Vera, die wat betreft stijl misschien enigszins een vreemde eend in de bijt was maar voor een hele mensenmassa speelde; ‘Roller Coaster’ kon als moderne klassieker natuurlijk niet op de setlijst ontbreken.
Wat ruiger ging het er vervolgens aan toe bij The Warner E. Hodges Band, waar vier woeste rockers uit Nashville, Tennessee de verscheidenheid van de Amerikaanse bluesmuziek lieten horen. Warner E. was al meerdere keren te vinden in Groningen (onder andere met Dan Baird en Jason & The Scorchers) en leek zich dan ook prima thuis te voelen in de Oosterpoort, waar hij stiekem zo nu en dan wat country-muziek speelde die lachend als ‘hillbilly as hell’ werd omschreven. Eddie 9V stond als een moderne Blues Brothers swingende blues en soul te spelen terwijl een ingetogen Muireann Bradley meer het folk-hoekje van de blues opzocht en Bab L’Bluz landsgrenzen overschreed met een Frans-Marokkaanse fusion van volksmuziek en rock.
Als onofficiële uitsmijter speelde Walter Trout in de grote zaal voor een enorm en uitzinnig publiek een extra lange set, en net als de vorige keer dat Trout te vinden was op de R&B Night werd het een virtuoze aangelegenheid met gitaargeweld van het eerste tot het laatste moment. Bij de écht laatste ronde kon men nog eenmaal de voeten van de vloer gooien bij de enthousiaste Eli ‘paperboy’ Reed of kennismaken met Nederlandse namen zoals The Seatsniffers of het veelbelovende Gumbo Kings. Daarmee kwam ruim acht uur aan onafgebroken R&B in de Oosterpoort tot een waardig eind.
Het festival had door het warme weer en de vakantietijd iets extra zomers, al brachten de artiesten zelf ook genoeg ‘heat’ met zich mee: met de verscheidenheid aan muzikale stijlen en de perfecte gezellige, maar niet overweldigende drukte was de avond een genot voor eenieder die zich onder wilde dompelen in alle facetten van R&B-muziek en tegelijkertijd een ontspannen vakantiegevoel wilde vasthouden.
Foto’s (c) Anneke Klungers