Afgelopen maandagavond was het weer tijd voor een echte pop-punkavond in 013 in Tilburg. Echt pop-punk met Simple Plan in 013 Niemand minder dan de Canadese band Simple Plan kwam met hun Hard As Rock-tour naar Nederland. Als support namen ze twee grote Amerikaanse bands mee: Mayday Parade en State Champs.
Mayday Parade
De eerste band voor de avond was niemand minder dan Mayday Parade. De Amerikaanse pop-punk-rockband begon al om zeven uur aan hun set. Onder luid applaus kwam de band het podium op, waarna ze hun single ‘Oh Well, Oh Well’ inzetten. De zanger van de band, Derek Sanders, stal de show met zijn iconische lange haren. Vanaf het eerste nummer begon hij al met headbangen, zijn haren zwaaiden alle kanten op. Tijdens het dramatische nummer ‘Piece of Your Heart’ werden er plotseling akoestische gitaren tevoorschijn gehaald, waarna het optreden eventjes wat meer ingetogen werd. Dit was snel weer voorbij, zodra het volgende nummer begon, waarna de band samen met het publiek weer los ging op de opzwepende muziek.
Tegen het einde van hun set begon Sanders duidelijk vermoeid te raken. Het was niet helemaal duidelijk of hij het tempo van de nummers niet aankon of dat hij misschien niet helemaal fit was. Wel was te merken dat de zanger buiten adem was en veel uithalen niet meer haalde. Gelukkig was de gitarist van de band er om de vocals op te vangen. Het laatste nummer dat ze speelden was hun allergrootste hit, ‘Jamie All Over’. Plotseling was het gehele publiek een grote Mayday Parade fan, want iedereen leek dit ene nummer woord voor woord mee te kunnen zingen. Met deze geweldige afsluiting kwam er een einde aan hun set.
State Champs
Als tweede band was daar de Amerikaanse State Champs. Met knallende energie kwam de band het podium op gesprint. De gitaristen van de band begonnen al om hun as tollend met spelen, zonder een moment te verliezen begonnen ze aan het eerste nummer van de avond. Nog voor het nummer ‘Outta My Head’ begon vroeg zanger Derek DiScanio het publiek om ruimte te maken voor een circle pit. Zodra hij begon met zingen brak de menigte uiteen en moshte erop los.
Ergens halverwege de set wenste DiScanio iedereen een fijne verjaardag: “If it’s your birthday today, this week or this year, happy birthday!” Daarna begon hij snel aan het volgende nummer, ‘Fake It’. Tegen de tijd dat de band het nummer ‘Secrets’ speelde, waren er plotseling allemaal mensen die begonnen te crowdsurfen. Aan alle kanten werden er mensen over de menigte getild. Ook tijdens de afsluiter van hun set bleven de mensen maar crowdsurfen. Gelukkig werd er ook genoeg gedanst en gesprongen, de band zorgde ervoor dat de sfeer er goed inzat. Iedereen leek ontzettend enthousiast.
Simple Plan
Aangezien de avond goed volgepland zat met de verschillende acts, was het gelukkig niet lang wachten tussen de sets door. Slechts twintig minuten nadat State Champs van het podium vertrok, begon de hoofdact van de avond. Onder begeleiding van de muzikale intro van Star Wars liepen de bandleden naar hun positie op het podium. Meteen begonnen ze aan hun hit ‘I’d Do Anything’. Nadat zanger Pierre Bouvier het publiek begroette met ‘Goedenavond Nederland!’ barstte de confettikanonnen open. De sfeer zat er meteen in
Bij het nummer ‘Jump’ vroeg Bouvier iedereen, maar dan ook echt iedereen, om te gaan springen. Braaf volgde de menigte zijn bevelen op, de hele zaal leek heen en weer te schudden. Na een paar nummers gespeeld te hebben vroeg Bouvier even de aandacht voor gitarist Jeff Stinco. Hij wilde namelijk dat deze even zijn talent kon laten zien, aangezien nummers van Simple Plan ‘not that technical’ zijn. Dus liet Stinco zijn kunnen aan het publiek zijn door middel van een lange gitaarsolo. Tijdens de megahit ‘Welcome to My Life’ werd er een armbandje uit het publiek richting het podium gegooid, die Bouvier makkelijk uit de lucht ving. Hij deed hem vervolgens om en bleef het de rest van het optreden dragen.
Na het iconische nummer ‘Iconic’ vroeg de band het publiek mee te gaan op vakantie, door mee te zingen met het volgende nummer. ‘Summer Paradise’ zorgde voor echte zomerse vibes, ook al was dit concert in februari. Dit kwam ook door de enorme strandballen die het publiek in werden gegooid. Nadat de strandballen uit het publiek verdwenen, riep Bouvier ‘Thanks for playing with our balls!’, wat hem luid gelach opleverde. Tijdens het nummer ‘Million Pictures of You’ werden er toepasselijk genoeg honderden foto’s van en met fans op het scherm op het podium getoond.
Even later speelde de band een medley van verschillende covers, onder andere ‘All Star’ van Smash Mouth, ‘Sk8er Boi’ van Avril Lavigne en ‘Mr. Brightside’ van The Killers. Hierop volgde hun enorme hit ‘What’s New Scooby Doo?’, waarna iemand in een Scooby-Doo onesie over het podium rende en een aantal shirts het publiek in gooide. Het laatste nummer voor de encore was extra speciaal. Samen met zowel Derek van State Champs als Derek van Mayday Parade zong Bouvier het nummer ‘Where I Belong’. Dit nummer bracht de band samen met onder andere State Champs uit, waardoor het extra speciaal was dat ze het deze tour samen konden spelen.
Encore
Nadat de band een hele korte pauze nam kwamen ze met hernieuwde energie terug het podium op. Meteen zetten ze het nummer ‘Jet Leg’ in, dat in 2011 samen met Natasha Bedingfield verscheen.
Na nog een mash-up van een aantal van hun eerdere nummers te hebben gespeeld, begonnen ze aan hun allergrootste hit ‘I’m Just a Kid’. Hoewel dit nummer altijd al een van hun bekendste nummers was, ging het vorig jaar opnieuw viraal op TikTok, wat ervoor zorgde dat de band weer een heel nieuw publiek bereikte.
Tijdens het spelen van dit nummer werden de rollen binnen de band even helemaal omgegooid. Pierre Bouvier verdween halverwege achter de drums, drummer Chuck Comeau begon te crowdsurfen en bassist Ryan Scott Graham van State Champs kwam het podium op om het nummer af te maken. Het allerlaatste nummer van de set was het nummer ‘Perfect’. Een veel rustiger nummer dan het gros van de setlist, wat voor een beetje een gek einde zorgde. Al met al was het een geweldige avond met ontzettend veel hoogtepunten.
Foto’s (c) Wyona Latupeirissa