Soms moét je wel naar een album luisteren vanwege het verhaal dat eronder ligt. Als de plaat het resultaat is van een bijzonder psychologisch proces, op een unieke locatie. Zo’n verhaal is er bij ‘Hadsel’, het nieuwe album van Beirut.
Beirut is de Amerikaan Zach Condon (1986), een muzikale ontdekkingsreiziger. Zo was zijn debuut ‘Gulag Orkestar’ (2006) geïnspireerd door Balkanmuziek, ‘The Flying Club Cup (2007)’ door de Franse chansons en ‘March of the Zapotec’ (2009) door zijn verblijf in het Mexicaanse Oaxaca. In de jaren ’10 stokte de wereldse inspiratie, mede het gevolg van zware lichamelijke en psychische problemen. In 2019 leek Zach terug met ‘Gallipoli’. Het noodlot sloeg echter toe: door ernstige keelproblemen moest hij de gelijknamige tour staken…
Zach zocht een plek om bij te komen. “Ik droomde ervan om naar een kleine hut te gaan in de donkere poolwinter, waar de zon nooit boven de horizon opkomt.” Zo trok hij zich begin 2020 terug in een hut op Hadsel, een eiland in Vesterålen, in het hoge noorden van Noorwegen. Hij raakte bevriend met orgelliefhebber Oddvar, die toegang had tot de plaatselijke Hadselkirke…. “waar ik voor het eerst in mijn leven aan de toetsen van een echt kerkorgel zat. De daaropvolgende twee maanden kwam ik met microfoons en cassetterecorder naar de kerk, terwijl ik tijdens de donkere en besneeuwde nachten liedjes uitwerkte.” Daarna keerde hij terug naar Berlijn, juist toen de wereld op slot ging vanwege de pandemie. Het was voor Zach een teken om af te maken waaraan hij in Hadsel was begonnen…
Een aangrijpend verhaal. ‘Hadsel’ zal een belangrijk album zijn in het persoonlijke leven van Zach. Maar hoe voelt de luisteraar zijn muziek? Als je puur op gevoel luistert, zonder lyrics, dan krijg je niet het gevoel van kou en donkere dagen. De muziek klinkt eerder warm en licht, met gebruik van trompet, Franse hoorn, bariton ukelele en ook zijn eigen stem, die meestal twee- of meerstemmig wordt gebracht. Alleen het kerkorgel klinkt soms donker en zwaar, maar tegelijk ook spiritueel warm.
Wel voel je duidelijk de afzondering. De songs beginnen vanuit één instrument en worden gelaagd uitgebouwd, met toegevoegde bas, percussie en samples uit Noorwegen. Zoals de instrumenten worden bijgeschoven, zo lijkt het publiek dichter om Zach heen te gaan staan. De eenzaamheid lijkt te verdwijnen in de kern van de songs. Om naar het einde weer terug te keren, als het arrangement wordt terug geschroefd tot slechts één instrument. Het eiland ‘Hadsel is niet direct te voelen. Het had ook de eenzaamheid in een verlaten klooster kunnen zijn.
Nee, de kou, het donkere, het melancholieke, dus de twee maanden in Hadsel, zijn met name terug te vinden in de lyrics. Deze zijn eenvoudig, basaal en kaal, net als het landschap. Waarbij het dankbare metaforen levert voor pijn, verlies, twijfel, hoop, acceptatie, en zeker ook voor zijn (verloren) liefde. Woorden als dark, cold, midnight, empty komen veelvuldig terug. Met titels die verwijzen naar plaats en tijd, als natuurlijke inspiratiebronnen: het eiland ‘Hadsel’ met de gehuchten ‘Stokmarknes’ en ‘Melbu’; de berg ‘Spillhaugen’; de veel voorkomende sterns in ‘The Tern’; De song ‘January 18th’ met als tekst ‘Round this day – you are on my mind – sent home to rest from – the awful trials’. Kernsong is echter ‘So Many Plans’, de eerste single met een zeer beeldende video, tevens een veelzeggende titel. Zoals Zach zelf zegt: een song met een balans tussen acceptatie, hoop en opgeven.”
De conclusie mag zijn dat het album ook zonder het Hadsel-verhaal meerdere luisterbeurten verdient. En ook nodig heeft om zijn subtiliteit en veelzijdigheid te openbaren. Soms richting folk, dan meer neo-klassiek of een vleugje ambient of pop. Maar altijd eigenzinnig genoeg om het album op zijn eigen kracht te waarderen. En hoewel de aanleiding zwaar moet zijn geweest, heeft ‘Hadsel’ wel geleid tot een zeer aangename verbreding van de toch al wereldse muziek van Beirut. (7/10) (Pompeii Records)