Het is al bijna donker als we Andy McCluskey, van Orchestral Manoeuvres in the Dark, spreken. Hij komt moe over. “Weet je wat het is? Ik doe de laatste tijd alleen nog maar interviews haha, maar iemand zal het moeten doen, niet?” Inderdaad, de Orchestral Manoeuvres in the Dark brengen vrijdag voor het eerst in jaren een album met nieuw werk uit onder de titel ‘Bauhaus Staircase’, en dus moet er op de promotietrein gesprongen worden.
“Ik verander met plezier mijn muzikantenhoed voor mijn verkopershoed, om dit album aan de man te brengen”, zegt Andy terwijl hij een verse kop koffie aan zijn lippen zet.
Het naar een schilderij van Oskar Schlammer genoemde album zat er al een tijdje aan te komen. Het is nu niet bepaald een album geworden dat in een paar weken tijd in een studio al jammend in elkaar gedraaid is, en zo klinkt het ook niet bepaald.
“Dat klopt” zegt Andy. “Het album is onze Covid-liefdesbaby geworden. Ik ben eraan begonnen tijdens de eerste Covid-lockdown. Ik had mezelf teruggetrokken en was in mijn studio muziek gaan maken. Gaandeweg kreeg ik ook van Paul, die in Zuid-Frankrijk woont, rudimentaire muzikale schetsen opgestuurd voor nieuw werk. We begonnen dus eigenlijk onafhankelijk van elkaar, onder dezelfde abominabele omstandigheden aan nieuwe muziek te werken. Zo begon het album langzaamaan steeds meer vorm te krijgen.”
Deze manier van werken is voor OMD niet altijd de modus operandi geweest. Veel mensen denken dat de band een soort studioproject is, misschien omdat het om elektronische muziek gaat, maar dat is toch een misverstand.
“Dat hoor ik inderdaad wel meer” zegt Andy terwijl hij lachend de mooie abstracte hoes van het nieuwe album even laat zien. “Dat komt misschien ook omdat OMD er nooit echt een geheim van heeft gemaakt dat onze voornaamste inspiratiebron de muziek van Kraftwerk is. Wij haalden heel veel inspiratie uit Kraftwerk, hun manier van componeren, maar OMD was einde jaren zeventig toch vooral een liveband, vergis je daar niet in”.
Jullie komen uit Liverpool, je kan het slechter treffen als broedplaats voor muzikaal talent. Als je zegt dat jullie toch vooral als liveband begonnen zijn, hoe ging dat vroeger in Liverpool ?
“Dat waren geweldige tijden. In de begindagen van The Beatles had je bijvoorbeeld al The Cavern Club in Liverpool, maar in onze tijd had je dan ‘Eric’s Bar’ als een soort van modern equivalent daarvan. Natuurlijk ook in een kelder. Een van de eigenaren was Pete Fulwell, die had ook een klein eigen platenlabel. Iedereen die muzikant was of wilde zijn in Liverpool eind jaren zeventig, hing begin jaren tachtig altijd rond in de club. We zagen daar optredens van Echo & the Bunnymen die daar begonnen, maar ook Dead or Alive, Ultravox en New Order kon je daar tegenkomen en zien optreden. Ik kan je zeggen dat niets zo intimiderend is dan je eerste optreden verzorgen in een club met minder dan honderd bezoekers waarvan er 95 ook muzikanten zijn! Ik denk dat daar echt de ‘glam pop’ van de jaren tachtig is ontstaan.”
Jullie zijn nu aan het tweede leven van OMD bezig, waarom nemen jullie eigenlijk zo’n risico? Je stopt je ziel en zaligheid in een nieuw album, waarvan je niet kan weten of het niet meteen in de ramsj terechtkomt. Jullie zouden tot in de eeuwigheid als een legacy band kunnen toeren. Zonder risico’s en succes verzekerd. Het zou ook zeker geen schande zijn met jullie palmares, kijk naar bands als 10CC, maar tegenwoordig ook Toto en zelfs Queen. Die maken geen nieuw werk meer en trekken meer dan volle zalen met hun muzikale erfenis. Graham Gouldman van 10CC heeft daarover zelfs tegen Maxazine ooit verteld dat het zijn ‘raison d’être’ is. Hij wil met 10CC blijven spelen omdat hij trots is op wat ze muzikaal gepresteerd hebben. Prima. Hoe zit dat bij jullie?
Voordat er antwoord komt, speelt er even een lachje over Andy’s gezicht en zoekt hij naar woorden. “Toen ik aan dit album begon, wist geen van ons dat we op dit punt zouden komen. Natuurlijk hebben wij ook genoeg op retro-festivals gestaan en ik ben er trots op dat hele generaties ‘Maid of Orleans’ en ‘Enola Gay’ kennen en waarderen, maar toen ons duidelijk werd welke kant dit nieuwe materiaal opging, besloten we er helemaal voor te gaan. Ik ben heel trots op ons oude werk, dat we ook nooit zullen verloochenen, maar dit, dit album is een nieuw begin, een nieuwe OMD. Ik weet niet of we het ooit zullen kunnen herhalen, maar als dit het laatste OMD-album zal blijken te zijn, dan ben ik er heel erg trots op”.
Binnenkort gaan jullie met het nieuwe materiaal op tournee. Wat mogen de mensen die kaartjes gaan kopen verwachten, Andy? “We kijken zelf heel erg uit naar de komende tournee, dat kan ik alvast verklappen. We gaan het podium op met zijn vieren, naast Paul en ikzelf hebben we natuurlijk onze oude kompaan Martin Cooper op synthesizers en saxofoon en op drums hebben we uiteraard nog steeds Stuart Kershaw. Stuart is ook al lang bij ons en met hem heb ik toentertijd ook Atomic Kitten opgericht. Allebei mannen dus waar we al een heel lange relatie mee hebben, persoonlijk en muzikaal. Daarom weten we ook zeker dat het een top tour gaat worden. Ow, en om op onze legacy terug te komen: Mensen hoeven zich geen zorgen te maken. Natuurlijk zullen we genoeg materiaal van ‘Bauhaus Staircase’ spelen, maar alle hits zullen ook zeker voorbij komen, alleen jouw favoriet ‘Talking Loud & Clear’ nah, dat weet ik zo zeker nog niet”.