Iedere week komen er tientallen nieuwe albums binnen op de redactie van Maxazine. Veel te veel om ze allemaal te beluisteren, laat staan te recenseren. Iedere dag één recensie zorgt er voor dat er te veel albums blijven liggen. En dat is zonde. Daarom plaatsen we iedere zondag een overzicht van albums die op de redactie binnenkomen in korte recensies.
Gregory Alan Isakov – Appaloosa Bones
Gregory Alan Isakov, geboren in Johannesburg, Zuid-Afrika en opgegroeid in Philadelphia, noemt Colorado nu zijn thuis. Hij heeft bewezen een meester te zijn in het creëren van sfeervolle soundscapes, zoals nu ook op ‘Appaloosa Bones’. Op opener ‘The Fall’ doet Isakov qua stem en stijl in de verte denken aan Johnny Cash, maar dat trekt de Zuid-Afrikaanse Amerikaan verder niet door. De zanger trekt melancholisch over het album, en houdt de aandacht vrij aardig vast. Geen uitschieters, maar ook geen diepe dalen op ‘Appaloosa Bones’. ‘Miles to Go’ is kaal opgenomen en valt op door zijn eenvoud. Een prachtig nummer zat het zeker goed zal doen op concerten, net als het mooi opgebouwde ‘Terlingua’. Verder gewoon stabiele nummers waar niets op af te dingen is. (Norman van den Wildenberg) (7/10) (Dualtone)
Spyder Byte – The Taste Of Filth
Uit het Zuiden van Engeland komt de achtpotige sleaze-machine Spyder Byte. Na hun tweede album, ‘When The Lights Go Out’ uit 2019, keert de band terug met hun EP ‘The Taste Of Filth’, bestaande uit vier nummers. Leuk voor fans van Steel Panther, Motley Crue of een oude versie van Guns n Roses, hoewel deze bands kwalitatief wel verder stonden na 11 jaar, de tijd dat Spyder Byte nu bestaat. Vier muzikanten die absoluut weten waar Abraham de mosterd haalt, en zeker geen modderfiguur zullen slaan op welk rock-festival dan ook, maar om headliner te worden zal er toch echt wel een (cult-)hit moeten komen en die staat helaas (ook) niet op ‘The Taste of Filth’. ‘Home is where the Heart don’t hurt’ opent sterk gelijkend aan Metallica, maar verder is het nummer een fillertje, terwijl ‘Crash 22’ of ‘Hooked’ juist wel nummers zijn die blijven hangen. Geen slechtepoging, maar helaas niet genoeg. (Norman van den Wildenberg) (5/10) (Eigen productie)
Pyrogaric – Home
Pyrogaric is een nieuw bandje uit Wales dat psych rock brengt met blues en stoner invloeden. Toen ik dat las en de cover zag was mijn interesse gewekt. Proto doom komt ook naar boven tijdens het luisteren. ‘Home’ duurt net iets meer dan een half uur en is daarmee aan de korte kant. In dat half uurtje laat de band wel verschillende kanten van zichzelf zien. Zowel de blues kant in nummers als ‘Persephone’ als de stoner kant in tracks als ‘Bury My Soul’. Traag, duister en doomy. Vocaal is het wat wennen, maar haar stem past prima bij de stijl van muziek. Het is een plaatje voor de liefhebbers, dit is geen simpele boterham die iedereen even goed zal bevallen. (Rik Moors) (7/10) (Eigen productie)
Burna Boy – I told them…
Je verwacht het niet, maar Burna Boy is op tijd! Een schietincident bij een concert, omkoping, concert na concert werd afgezegd of de Nigeriaanse singer-songwriter verscheen enkele uren te laat op het podium, nu is ‘I told them…’ uitgebracht.; op tijd! Hij opent typerend met de titeltrack, waarbij hij hulp krijgt van Wu Tang Clan’s GZA. Verrassend, want na alle nagatieve geluiden van de laatste tijd hadden we weinig vertrouwen in Burna Boy. Maar dat blijkt onterecht. Een mooie mix tussen hedendaagse reggae, dancehall en Afrobeat, en dat doet de zanger in het Engels en Nigeriaanse dialecten. Mooi hoe hij zijn afkomst niet verloochent. Samenwerkingen met 21 Savage, RZA, Seyi Vibez, J Cole en Dave op het album waren niet eens nodig. Burna Boy heeft de perikelen van de laatste tij dvan zich afgegooid en zet met ‘I told them…’ een sterk album neer. Yes, he told us. (Norman van den Wildenberg) (8/10) (Warner Music)
My Ugly Clementine – The Good Life
Het Oostenrijkse My Ugly Clementine maakt zoals zelfgezegd rock-anthems uit de jaren ’90 en ’00 door hun unieke combinatie van grunge-zware gitaren, meeslepende hooks en tijdloze nonchalante sfeer te combineren met elementen van pop-punk en prachtige Britpop-harmonieën. Het trio bracht in 2020 hun debuutalbum ‘Vitamin C’ uit en is nu terug met ‘The Good Life’. Vrij kaal geproduceerd en een iele kopstem van zangeres Mira Lu Kovacs maken My Ugly Clementine iets artrock-achtig. Concerten op Primavera, Reeperbahn én meerdere malen op Eurosonic hebben gezorgd voor een stabiele club fans, die je direct dansend op je netvlies hebt bij tracks als ‘Let me go’ en het zweverige ‘WWW’, maar ook de groep die op de achtergrond ongeïnteresseerd zit te luisteren omdat vriendje of vriendinnetje de band wel geweldig vindt, komen sterk naar voren. Of je houdt er van of je vindt het helemaal niets. Iets er tussenin zal er niet inzitten. (6/10) (Mattan Records)
Pale Blue Eyes – This House
‘This House’, het nieuwe album van het Britse trio Pale Blue Eyes. Vrolijke poppy muziek met gladjes lopende repeterende teksten en donkere gevoelens die hier en daar terugdenken aan de 80’s new wave-tijd. Het uptempo ‘Simmering’ zou zo uit het begin van de 80’s kunnen komen, met z’n Synths en strakke drums. Een gewaagde stijl in 2023, maar Pale Blue Eyes komt er, in ieder geval op ‘This House’, goed mee weg. Blije-guppen-muziek zou je het ook kunnen noemen, maar dan wel in de positieve manier van de bewoording. Op ‘Our History’ gaat de band wat steviger te werk en dat is zeker na enkele nummers een fijne afwisseling. Verder gewoon lekkere nummertjes waarop je vanzelf gaat meedeinen. Geen hitparadewerk, maar zeker de moeite waard. (Norman van den Wildenberg) (6/10) (Full Time Hobby Records)