Protomartyr is een meester van de verbeelding, van de beelden, van symboliek. Meestal donker en melancholiek. Maar op het nieuwe album ook hoopvol. Een album vernoemd naar een simpel schilderij, ‘Formal Growth in the Desert’. Voor de schilder een natuurgetrouwe weergave van een woestijn. Voor Protomartyr een symbool voor de diepere betekenis van hun songs. Protomartyr ontdekt leven in de Sedona woestijn.
We zitten rustig aan een tafeltje. Koffie erbij. Backstage op het Absolutely Free Festival in Genk. Waar Joe Casey en de andere bandleden van Protomartyr straks de mainstage zullen bestijgen. Hij voldoet duidelijk niet aan het standaardbeeld dat je hebt van een frontman van een succesvolle postpunkband. Netjes gekleed met hemd en colbertje, nette leren zwarte schoenen. En, hij is Amerikaan, een blauw basebalpetje. Maar het gesprek is er niet minder om. Een gesprek waarin de betekenis van beelden overigens vaker zal terugkomen…
Sinds 2 juni is ‘Formal Growth in the Desert’ uit, het zesde Protomartyr-album sinds hun debuut ‘No Passion All Technique’ uit 2012. “We zijn nu zover dat een album niet alleen een review krijgt, maar ook wordt vergeleken met zijn voorgangers. Iedereen blijkt dan zijn eigen favoriete album te hebben. Dat vind ik ook fijn, dat er niet één uitspringt.” ‘Formal Growth in the Desert’ bestrijkt de periode na de release van voorganger, ‘Ultimate Success Today’ uit 2020. Drie jaar waarin er veel gebeurde. “Behalve de pandemie, was er ook de dood van mijn moeder. Na meer dan tien jaar Alzheimer. Een langzaam en slopend proces dat ik van heel dichtbij heb meegemaakt.” Joe lijkt even iets weg te slikken. “Maar het is tegelijkertijd ook opvallend hoe je blik op de dood kan veranderen. Dat de dood ook iets positiefs kan zijn, een waardige afsluiting… Dat sijpelt ook door op de plaat: er is de dood, maar er is tegelijk ook de hoop. Dat was anders dan toen mijn vader stierf, heel plotseling, zo’n tien jaar geleden. Toen was ik lange tijd echt depressief. Maar doordat mijn moeder haar rust vond én doordat we uit de pandemie kwamen… kon ik er nu een positieve draai aan geven.” Zo oogt Joe ook. “Het leven gaat door. Zelfs op een slechte dag gebeuren er leuke dingen.” En hij zou het bijna vergeten… “Ik ben ondertussen ook nog getrouwd.” Lachend: “Dus het kon gewoon geen negatief album worden.”
Dat verklaart mogelijk de naam van het album. ‘Formal Growth in the Desert’, een titel die aanvoelt als ‘typisch Protomartyr’, met zijn diepere symboliek. “Eerst zou het ‘Make Way for Tomorrow’ gaan heten. Maar dat leek toch te veel op ‘Make Way’, de titel van de openingssong.” En misschien was hij ook ‘te gewoon’, want Joe denkt liever in beelden, in metaforen. “Mijn vrouw komt uit Arizona. Samen op reis bezochten we daar ook Sedona, een prachtig gebied, midden in de woestijn. Ontmoetten we ook een schilder die zijn eigen werk verkocht. Eén ervan heette ‘Formal Growth in the Desert’. Ik wist het meteen: dat wordt de titel. De band begreep het ook onmiddellijk. Het verwoordt precies de songs op ons album.” En de metafoor van de dessert? “Die kun je op verschillende manieren interpreteren. En dat vind ik juist zo mooi. Ieder kan er zijn eigen verhaal in kwijt. Hier kan het de pandemie zijn, of juist een meer persoonlijke, emotionele woestijn.” Joe koppelt het abstracte met het realistische. “Maar ook als je door de Sedona rijdt, of welke woestijn dan ook, dan zie je eerst een optisch leeg en levenloos landschap. Maar vervolgens zie je dat er toch ook veel leven is. Er lopen en kruipen dieren, er groeien duizenden planten… Je moet even dieper graven, beter kijken, maar er is leven, er is hoop.” Inderdaad: schilderij, album en Sedona lijken symbolisch perfect in elkander over te vloeien.
Gevraagd naar twee songs die dat het meest karakteriseren, noemt Joe als eerste ‘Graft vs Host’. “Het gaat over de dood van mijn moeder en heeft die klassieke Protomartyr sound: het is donker, het gaat naar verschillende kanten, met een krachtige percussieregen. Een voorteken van de dood.” Vervolgens noemt hij ‘The Author’, als tweede song. “Ook die gaat over mijn moeder. Maar is vrolijker, kleurrijker. Op zich zijn het vergelijkbare songs, met hetzelfde onderwerp. En ze eindigen ook allebei instrumentaal, zonder tekst. De ene is echter heel donker, bij de ander is er ook vreugde. Ik merkte bij het schrijven dat ik op deze plaat ook zocht naar iets positiefs, naast alle duisternis.” Ook al is het soms heel abstract wat Joe precies bedoelt. “Ja, maar in mijn hoofd heeft het een betekenis. En die kan en mag voor jou anders zijn. Dat vind ik het mooie aan het schrijven van teksten. Misschien is jouw interpretatie nog sterker dan mijn originele gedachte… Maar het gaat me ook meer om het gevoel dat het teweeg brengt, dan om de concrete inhoud. Ik schrijf teksten die de sfeer van een nummer kunnen versterken.”
Daarin laat hij zich ook graag inspireren door Detroit, hun hometown. Groot geworden door de auto industrie, maar meermaals ook dood verklaard als een vervallen spookstad. “Ik beschrijf hoe het is om daar te leven. Ook vaak als metafoor voor groei en verval. Toen we pas begonnen, zaten hier Europese filmmakers die Detroit gebruikten als decor voor de post-apocalyptische stad. Maar het is ook als een plek waar alternatieve kunst kan bloeien. Ik ben er graag. It’s my home.” Joe wordt gedurende het gesprek steeds spontaner en voelt zich zichtbaar thuis, ook hier in Genk, on tour, ver weg van Detroit. “Dit is trouwens altijd een interessante periode, zo op tournee, als je nog niet bezig bent met nieuwe materiaal. Een tijd waarin je alles om je heen tot je kunt nemen, als een grote spons. Muziek, gebeurtenissen, gevoelens. Om het te verwerken en later op een nieuwe plaat als het ware weer uit te kunnen wringen… Als je tijdens het schrijven nog veel naar andere muziek luistert, dan leidt dat te veel af. Tenminste, dat ervaar ik.”
Terug naar de recent uitgewrongen spons: ‘Formal Growth in the Desert’. Ook nu blijkt dat ‘de wereld’ moeite heeft om het geluid van de band te omschrijven. Gemakshalve wordt Protomartyr meestal geschaard onder postpunk. “In heb begin was dat mooi. Voor mij staat het voor experimentele, opwindende muziek waarin veel kan en mag, los van de traditionele songstructuren. Maar meestal wordt met postpunk bedoeld: In hoeverre lijk je op Joy Division? Daar doen we natuurlijk niet aan mee! Maar ik begrijp het wel. De zware bas, mijn lage stem, de atmosfeer… Het is prima zo. En al mijn favoriete bands zijn postpunkbands, dus…”
Dan toch maar postpunk? “Nee, laat liever alle vooroordelen los en luister gewoon naar het album. Het is een soort reis geworden. Die in het begin lijkt op de soundtrack van een spaghettiwestern. Die atmosfeer van een kleurloze, levenloze woestijn. Gaandeweg worden de songs levendiger, groener, weelderiger. Om te eindigen met ‘Rain Garden’, het slotnummer. Dat was in eerste instantie de opener. Maar toen we nadachten over tracklist, toen ontdekten we zelf de muzikale en atmosferische opbouw van het album: ‘Rain Garden’ moest gewoon aan het slot, als teken van hoop.”
Joe Casey vertelt het mooi. En wat mij betreft heeft hij gelijk: Protomartyr geeft je met ‘Formal Growth in the Desert’ een gedenkwaardige ontdekkingstocht. Een tocht naar de dood in de woestijn. Die bij nader inzien toch niet zo dood blijkt te zijn, maar een bron van leven. Als je er voor open staat, als je goed kijkt en luistert. Zoals een schilder dat zou doen. Of een muzikant… Protomartyr ontdekt leven in de Sedona woestijn.
Foto’s (c): Tim Schrijnemakers (live op Abslotutely Free Festival, 4 augustus 2023), Trevor Naud