De in Brussel wonende, uit Sierra Leone afkomstige zelfbenoemde wereldburger Bai Kamara jr. was donderdag afgereisd naar het prachtige openluchttheater in Valkenberg aan de Geul. Een solo show onder de naam ‘Traveling Medicine Man’. Zo vaak treed deze bluesman en singer-songwriter niet op aan deze kant van de Maas, maar wetende dat zijn afgelopen mei uitgebrachte album ‘Traveling Medicine Man’ erg goed is, was dit genoeg reden om naar het prachtige, in de mergelrotsen uitgehouwen theater in Valkenburg te gaan.
Er was niet bij de vele aanwezigen enige verbazing toen duidelijk werd dat het om een solo optreden van Kamara ging. De ’Traveling Medicine Man’ is namelijk opgenomen met zijn uitstekende begeleidingsband ‘The Voodoo Sniffers’ (extra punten voor die naam alleen al), die het album samen met Kamara naar het hoge niveau tillen. En natuurlijk, het stond er gewoon goed bij in de beschrijving (dus eigen schuld dikke bult) maar er bleken toch genoeg mensen die er ook overheen hadden gelezen. Hoop doet leven, zullen we maar zeggen.
De organisatie had ervoor gekozen om Kamara letterlijk tussen de schuifdeuren van de opgang naar het grote podium op te katen treden. Het publiek zat gedeeltelijk op stoelen, op wat eigenlijk het hoofdpodium is, en de vrije geesten die overwaaiden, vermochten het zich verderop op de bankjes in het amfitheater te nestelen. Toch waren er voldoende bluesliefhebbers gekomen om de keuze hem op het grote podium te laten optreden te rechtvaardigen. Ook voor de artiest zelf wel zo fijn. Enfin, niemand weet welke overwegingen verder aan dit besluit ten grondslag lagen, en uiteraard kan je dan altijd de term ‘intieme setting’ gebruiken. Stoked!
Kamara beperkte zich niet tot alleen het materiaal van zijn laatste album. De man heeft toch al 7 albums op zijn naam staan, allen van constante kwaliteit en daarnaast heeft hij door de jaren heen samengewerkt met tal van artiesten, ook als schrijver. Meest opvallende in dat rijtje is , naast een aantal grote Afrikaanse artiesten, toch ook wel zijn samenwerking met Belgische Vaya Con Dios.
Zijn stem was sterk, soepel en mooi gekleurd met een rafelrandje. Zoals je een mooie bluesstem hebben wilt. Jammer genoeg ging het optreden aanhoudend gebukt onder slecht geluid. Bai zong over een kleine zanginstallatie en zijn gitaar stuurde rechtstreeks vanuit een versterker over het publiek heen. Oldschool dus. Wellicht goed voor de ‘authentieke beleving’ in deze ‘intieme stetting’, maar dat wil elke artiest toch liever anders. En dat kon natuurlijk ook gewoon. Gevolg was dat Kamara het hele optreden door zichzelf niet zo goed kon horen en automatisch ging forceren. Hij excuseerde zich hiervoor bij het publiek. Het was jammer, want daardoor gaan veel finesses in de kleinere liedjes verloren.
Kamara speelde twee sets, en nam tussendoor uitgebreid de tijd om zijn album te promoten en verkopen. De man speelde zich soepel een weg door zijn uitgebreide catalogus. Gezien hij dat zo deed viel op hoe consistent zijn songmateriaal is. Er zijn enkele prachtige uitschieters: ‘Homecoming’, van het album ‘Salone’ bijvoorbeeld, met zijn sobere instrumentatie werd mooi gebracht. Mooie tekst .De duidelijk zenuwachtige Kamara heeft zich inmiddels naar zijn comfortzone gespeeld en dat was fijn voor hemzelf en voor het publiek.
Naast het suboptimale geluid leed het optreden ook onder een los contact in de gitaar van Kamara, waardoor van deze vaak het geluid wegviel. Kamara lachte het een beetje weg als zijnde een typisch bluesprobleem en hij beloofde het voor zijn volgende optreden op te lossen, maar daar had het Valkenburgse publiek natuurlijk niets aan. Beetje jammer wel. Gaandeweg het optreden lukte het Kamara wel om het publiek op zijn hand te krijgen met sympathieke vertolkingen van lekkere meezingnummers zoals bijvoorbeeld ‘Shake it, Shake it’, het prijsnummer van zijn nieuwste album en ‘I can’t give you wat I ain’t got’, waarmee hij de handen goed op elkaar kreeg.
Zijn songwriter-talent bleek toch het meest uit de kleine liedjes. Het al wat oudere ‘Rise’ bijvoorbeeld, dat in alles wel aan een nummer van Sting doet denken, werd mooi gebracht. Even verderop in de set speelde hij een nieuw nummer, ‘April-May’ dat zo goed was dat het zelfs de aandacht wist te vangen, ondanks het slechte geluid en de nauwelijks verstaanbare stem. Prachtig.
Na twee uur kwam er een einde aan het optreden dat zeker naar meer deed smaken. Duidelijk was dat Kamara een volbloed artiest is, die erg mooie nummers kan schrijven. Had de techniek meegewerkt dan was het zeker een betoverende avond geworden. Hopelijk is dat de volgende keer beter. Misschien heeft hij dan ‘The Voodoo Sniffers’ ook waar bij zich.
Foto’s (c) Jan Vranken