De cast van Disney’s Aïda heeft al enkele maanden haar intrek genomen in het AFAS Circustheater in Scheveningen. Tijd genoeg om het klassieke liefdesverhaal eigen te maken en alle hoekjes, gaatjes en nuances van het stuk te verkennen. Een mooi moment voor Maxazine om ook eens een kijkje te gaan nemen bij deze toch-wel-musical-klassieker.
Aïda vertelde een klassiek verhaal van verboden liefde. Er heerste oorlog tussen de Egyptenaren en de
Nubiërs. Tijdens een conflict viel de Nubische prinses Aïda ten prooi aan het Egyptische leger onder
leiding van Radames. Die twee kregen al snel wederzijdse waardering voor elkaar en gevoelens van
liefde bloeiden op. Dit alles terwijl Radames verloofd was met de dochter van de farao, Amneris, met
wie ook Aïda een vertrouwensband kreeg als haar kleedster. De liefdesdriehoek was compleet, terwijl
het conflict tussen beide volkeren op de achtergrond naar haar climax steeg.
Dit verhaal werd verteld aan de hand van de muziek van Elton John en teksten van Tim Rice. Dit duo
kennen we natuurlijk van The Lion King, waarvan Aïda enigszins als spirituele opvolger kan worden
gezien. Voor deze versie waren de nummers flink opgepoetst, waarbij veel arrangementen met hun
vaak wat Afrikaanse invloeden een stuk authentieker klonken bij het verhaal dat werd verteld. De
overige arrangementen bleven heerlijk poppy nummers waarin zeker de hand van Elton John
herkend kon worden. Niet ieder nummer was even spannend, maar met enkele uitschieters als ‘Mijn
Pakkie An’, ‘Ergens In De Sterren’ en ‘Dans Van De Mantel’ was het geheel meer dan degelijk. De
omschakeling tussen de authenticiteit en de meer poppy nummers daarentegen was soms wat
wennen.
Deze nummers en de liefdesdriehoek werden vol overgave gespeeld door een aardige cast, waarbij
de hoofdrollen tijdens deze voorstelling werden gespeeld door Mickey Vermeer, April Darby en
Naidjim Severina. Naidjim zette zijn Radames neer als een gevoelige jongen, onderdrukt door zijn
strenge en fanatiek ideologische vader (Zoser, vilijn gespeeld door Robin van der Akker). April speelde
haar verwende Amneris aanvankelijk als een zelfverzekerd maar wat oppervlakkig poppetje, maar
wist gaandeweg veel sympathie te kweken door subtiele nuances in haar ontwikkeling en komisch
doch krachtig spel. Mickey Vermeer, die op mocht als cover van de titelrol, speelde haar Aïda als een
krachtige jonge vrouw, met enig kinderlijk onschuld (en als we het er toch over hebben een
prachtige stem!). Haar Aïda was een vrouw in wording, die haar plaats in de wereld nog moest
ontdekken, maar wel haar vrouwtje stond.
De muziek en de personages kwamen tot leven in een prachtige enscenering onder regie van Schele
Williams. Het decor waserg stilistisch, je zou het minimalistisch kunnen noemen, maar in de goede zin.
Met doeken op het achterplan werden scenes in het Egyptische landschap uitgebeeld, terwijl vrij
kale zwarte waden met wat fluorescerende strepen (veelal goudkleurig) werden gebruikt om scenes
in het paleis tot leven te laten komen. Hoe minimaal het decor was, zo uitbundig kon het lichtplan zijn
en deze twee elementen dansten de gehele voorstelling lang een mooie dans om elkaar in balans te
houden.
Ook de choreografie was een ijzersterk punt dat even benoemt moet worden. Er was duidelijk gekeken
naar de rituelen en vechtstijlen van beide volken, waarbij zeker de choreografie van de Nubiërs iets
is om stijl van achterover te slaan. Neem de choreo in ‘Dans Van De Mantel’ als voorbeeld, waarbij
de Nubische slaven en Aïda beestachtig en haast in trance in het rond sloegen op maat van de muziek.
Indrukwekkend en neigend naar perfectie.
Met zoveel lof zou je denken dat Aïda een perfecte voorstelling was. Dit was echter niet het geval. Met
name in de eerste helft kwam de vaart er nog niet echt lekker in. Het introduceren van de personages
ging wat tussen neus en lippen door, terwijl bepaalde acties net iets te dik aan werden gestipt. Tel je
daar het gebrek aan een echt lekker openingsnummer bij op, dan kreeg je al een indruk van een wat
rommelige eerste akte. Dat was jammer, want hoewel individuele facetten als zang, dans en licht tot in
perfectie werden uitgevoerd, wist het heel lang niet samen te komen tot één geheel. Maar hou vol!
Tegen het einde van de eerste akte begon de boel langzaamaan toch te mengen en wanneer het
stuk je tegen het begin van de tweede dan toch pakte, pakte het je genadeloos bij je strot en goed om
je tot tranen toe te roeren. En gelukkig was er tot die tijd ook genoeg te zien om van te genieten!