Na het vroegtijdig beëindigde Bospop festival, als gevolg van een weeralarm, bleef de volledige infrastructuur van het festival in het Weertse kerkdorpje Laar intact. Vanuit de verte zagen bezoekers het festivalterrein oprijzen, vergelijkbaar met een vroeg-Romeins Castra langs de Via Belgica, die iets zuidelijker gelegen is. Eetkraampjes leken op garnizoensverblijven en het podium torende op als een sterke fortificatie. Dit alles speelde zich af op het door de hete zon verschroeide boerenland, dat op dat moment geen gewassen produceerde maar eerder brood en spelen voor het volk.
Direct na het Bospop festival was het de beurt aan niet één, maar twee rockbands die zijn opgenomen in de Rock ’n Roll Hall of Fame. Een echte, serieuze dubbele programmering dus. Als eerste betrad The Pretenders het podium, de band die in 2005 hun opname in de Hall of Fame opdroeg aan hun overleden bandleden James Honeymoon-Scott en Peter Farndon. In 2012 volgde Guns N’ Roses, en dat ging niet zonder schandalen, want de band bestond in feite niet meer. Zanger Axl Rose schreef destijds: “Ik verzoek dringend om niet bij afwezigheid te worden opgenomen.” Dus stonden er gisteren drie rockers op het podium in Weert die het fijn vinden te zijn opgenomen in de Hall of Fame: Chrissy Hynde van The Pretenders, en Slash en Duff McKagan van Guns N’ Roses. Officieel is Axl ook aanwezig in de Hall of Fame, maar dit is onder protest.
Aanvankelijk zouden de optredens plaatsvinden op het Pinkpop-terrein in Landgraaf, maar toen de kaartverkoop daar tegenviel, werd snel besloten om uit te wijken naar het kleinere Bospop-terrein. Dit bleek uiteindelijk ook te groot voor deze bands. Het was druk, maar verre van uitverkocht, wat een aangename verrassing was voor de bezoekers die de tropische temperaturen trotseerden met gekke hoedjes en voldoende water.
The Pretenders
Om half zeven, bij een temperatuur van 33 graden, betraden The Pretenders het podium. De band heeft onder de titel ‘Relentlezz’ een nieuw album klaarliggen dat op 1 september wordt uitgebracht, en de al uitgebrachte singles zijn veelbelovend. Frontvrouw en rock-‘n-roll-icoon Chrissy Hynde heeft drie nieuwe Pretenders om zich heen verzameld. Voordat deze mannen zich tot de Pretenders vormden, waren ze al actief als een trio onder de naam His Lordship. Het was een slimme zet van Hynde, want His Lordship was en is de hotste band in het Verenigd Koninkrijk als het om rock-‘n-roll gaat.
In Weert gaf de band een fraai overzicht van hun repertoire, met niet al te veel onbekende nummers en twee nieuwe nummers. Hynde heeft altijd gezegd een hekel te hebben aan optreden op grote podia; ze heeft een aversie tegen commercialiteit en speelt het liefst in kleine clubs. Dat is een nobel streven, maar onmogelijk voor een band als The Pretenders. In 2017 stonden ze al op het podium van Bospop en speelden ze een vergelijkbare set. Deze keer ging het echter zeer moeizaam. De zon scheen vol op het podium en het was duidelijk fysiek zwaar voor de band. Hynde gaf eerlijk toe: “Oma kan niet tegen de hitte”. Haar menu up liep uit en het was duidelijk dat ze het fysiek zwaar had. Ondanks dit gegeven is een optreden van The Pretenders altijd een belevenis. Met het vuur van His Lordship achter haar, kwamen vooral de ruigere nummers tot leven. Toch vielen vooral de handvol hits in de smaak bij het publiek, en die heeft de band genoeg. De ballads ‘Hymne to Her’ en ‘I’ll Stand by You’, vreemde eenden in de bijt, bleken opnieuw grote favorieten te zijn. Na een uur was het optreden voorbij. Uitgeput verliet de band onder luid applaus het podium.
Nadat The Pretenders het podium hadden verlaten, duurde het ongeveer drie kwartier voordat het publiek een helikopter boven het terrein zag verschijnen, die even verderop in een weiland landde. Guns N’ Roses was gearriveerd.
Guns ’n Roses
Na enige tijd begonnen er indrukwekkende animaties op de grote schermen te spelen, wat erop wees dat de band in aantocht was. Het publiek zag een nucleaire explosie op het scherm, wat vreemd genoeg leidde tot enthousiasme bij het publiek. En ja hoor, daar waren de sterren van de avond. Het concert begon met ‘It’s So Easy’ van het succesvolle album ‘Appetite for Destruction’. Er werd reikhalzend uitgekeken naar de vocale capaciteiten van zanger Axl Rose, aangezien attente concertgangers al vreesden voor wat kon komen na het zien van beelden van zijn optreden op Glastonbury en zijn pijnlijke bijdrage tijdens de begrafenis van Lisa Marie Presley. Het viel echter mee aan het begin van de show.
Rose zong niet honderd procent zuiver, maar hij gebruikte zijn borststem, waarbij eerder is gebleken dat hij zijn kopstem niet meer kan gebruiken zonder krachtverlies en valse noten. Het begin was dus veelbelovend. De band speelde solide en leek er zin in te hebben. ‘Bad Obsession’ en ‘Chinese Democracy’ werden in hoog tempo gespeeld. Slash bleek in topvorm te zijn. Naast zijn vertrouwde Les Paul-gitaar gebruikte hij een heel arsenaal aan gitaren, maar dit leidde niet tot een merkbaar andere sound.
“Ik herinner me dat ik hier in Düsseldorf was”, begroette Axl het Limburgse publiek, en daarmee kreeg hij de lachers op zijn hand. “Waar in hemelsnaam ben ik?”, vroeg hij zich af. Een typisch rock-‘n-roll cliché dat goed bij hem past, als een het ware ’this is… Spinal Tap’, maar dan in het echte leven.
Bij het inzetten van ‘Welcome to the Jungle’ merkte het publiek dat de band nog steeds een echte rockmachine is. Het nummer is een goed voorbeeld van de op pakkende gitaarriffs leunende rock waarmee de band groot werd. Het was echter het eerste nummer waarbij Axl serieus last krijgt van vermoeidheid en zijn kopstem niet voldoende kracht meer heeft. Hij mist steeds meer noten. Zijn fysieke conditie is simpelweg niet goed genoeg. Zijn ademhaling ondersteunt zijn zang niet meer en zijn articulatie en dictie gaat achteruit. Dit zou gedurende de rest van het optreden alleen maar erger worden.
‘Live and Let Die’ werd in een te korte versie gespeeld, wat jammer was. De band slaagde er niet echt in om het publiek voor zich te winnen. Natuurlijk was er applaus, maar de vonk wilde maar niet overslaan. Desondanks bleef met name Slash fier overeind; hij deed zijn ding zoals hij dat al jaren doet, ongeacht wie er naast hem staat. Op de talkbox was hij meesterlijk en zijn solo’s waren nog steeds technisch zeer goed. Wel speelde de band minder ‘bluesy’ dan wat we van hun succesvolle geluid gewend zijn. Misschien is dit moeilijker in zo’n enorme setting, of misschien zijn ze hun mojo een beetje kwijt.
‘Sweet Child O’ Mine’, ‘November Rain’ en ‘Patience’ kwamen allemaal voorbij, maar Axl’s zang werd steeds slechter. Dat bleek andermaal de achilleshiel van Guns N’ Roses. Het geluid van de band wordt voor een groot deel bepaald door Slash’s gitaarwerk, maar zeker ook door de soepele, bluesy rockstem van Axl, die moeiteloos kan schakelen tussen extremen. Dat kan hij nu niet meer, en dat is jammer. Het zou live nog opgevangen kunnen worden met achtergrondzangers die ondersteuning bieden wanneer het hem niet meer lukt. Wellicht is Axl daar te trots voor.
Terwijl de zon onderging, sloot de band het optreden uiteraard af met ‘Paradise City”, hun megahit. Het mocht niet baten. Guns N’ Roses is een ‘heritage band’ die haar eigen erfgoed niet meer kan waarmaken. Ze moeten waarschijnlijk serieus nadenken over hoe ze verder willen. Axl zal harder moeten trainen en meer zangoefeningen moeten doen, als hij dat nog kan en wil. Ik denk dat het zo simpel is.
Foto’s (c) Guns N Roses