Aangezien Bospop altijd in de eerste helft van juli plaatsvindt in het zonnige Weert was wat zomerse warmte wel te verwachten, maar de temperaturen van deze 41 e editie leken elk hitterecord te breken. De talloze festivalgangers die dit jaar opnieuw naar Limburg afreisden voor het driedaagse evenement, om grote en kleine namen in verschillende muziekgenres te bewonderen, werden verwelkomd op een doorgaans goed schoongehouden festivalterrein met genoeg waterpunten en een grote tent die tijdens het ombouwen van het podium daar dienst kon doen als schaduwrijke rustplaats.
Het weekend begon sterk met de indrukwekkende blues rock van het Haarlemmermeerse Harlem
Lake en na een kort intermezzo van internationale artiesten in de vorm van de Belgische Daan en
het Amerikaanse duo Young Gun Silver Fox stond er met Blackbird wederom een Nederlandse artiest in de spotlights. Deze Limburgse Alanis Morissette wist het publiek in de tent goed in beweging te krijgen met een loepzuivere stem en aanstekelijke liedjes. Tegen de tijd dat Clouseau op het hoofdpodium het publiek aan de hits ‘Louise’ en ‘Anne’ herinnerde was het festival officieel in volle gang. De gezelligheid waarmee zanger Koen Wauters de nummers aan elkaar kletste toonde dat Bospop zich al jaren met recht als een ‘ouderwets gezellig’ festival profileert, met ruimte voor opzwepende carnavalsgekte zoals BZB speelde in de tent en overtuigende, grootse shows zoals die van Rag’n’Bone Man.
Rag’n’Bone Man, guitig op een manier die haast aandoenlijk contrasteerde met zijn ruige verschijningsvorm, bewees zich als een van de snelst groeiende soulzangers van het afgelopen decennium met nummers als ‘Time Will Only Tell’ en natuurlijk de enorme hit ‘Human’. Hoewel elke artiest het publiek wilde trakteren op een goede selectie nummers in het uur dat in te vullen was, bleek geen enkele band dat zo serieus te nemen als The Analogues. De Beatles-coverband wist er in korte tijd een ontzettend groot aantal Beatlesnummers doorheen te jagen, waarbij het gevoel van authenticiteit en het muzikale vakmanschap op het podium even hoog waren als het tempo. Na het meezingen van onder andere ‘With A Little Help From My Friends’, ‘All You Need Is Love’, ‘I Am The Walrus’ en talloze andere groots klinkende nummers kon het publiek de avond afsluiten met Simply Red, de band rond Mick Hucknall, die ook de nodige meezingers speelde maar meer voor een ontspannen dan een ophitsende benadering leek te kiezen. Een mooi moment was de cover ‘Nutbush City Limits’ dat gekozen werd vanwege het recente overlijden van Tina Turner en met het melancholische ‘If You Don’t Know Me By Now’ werd de eerste festivaldag succesvol afgesloten.
Wie zich in de steeds sterker wordende ochtendzon durfde te wagen, kon de zaterdag beginnen met een gezonde dosis Southern blues van Voltage, of wat later op gepaste wijze de schoonheid van de Limburgse omgeving en cultuur vieren met het lokale Träcksäck. Dat die laatste het goed deed in Weert en op veel enthousiasme van het publiek kon rekenen mag geen verrassing zijn, maar het zou Bospop niet zijn als er geen breed scala aan artiesten aangeboden werd – en dus werd deze gezellige accordeonmuziek opgevolgd door het harde en meer internationaal gerichte Ten Times A Million.
Even hard ging het er overigens intussen aan toe op het Tributes And More Stage, een wat kleiner en meer afgezonderd podium waar Baby Killed The Roses een van de vele bands was die bewees dateen kleiner podium niet betekende dat de artiesten daar automatisch onderdeden voor die op de grotere podia.
Afwisseling leek de voornaamste gedachte achter de programmering van deze zaterdag: na de soulvolle, gierende orgelklanken van Sven Hammond volgde een stampende, industriële rockshow vol vuur van Stahlzeit, en wie zijn stem goed had opgewarmd met de Rammstein-klassiekers ‘Du Hast’ en ‘Sehnsucht’ kon vervolgens meteen doorzingen op hits van Rowwen Hèze als ‘Zondag in ’t Zuiden’ en ‘Bestel mar’. De show van deze Limburgse band werd met een knipoog gecentreerd om het thema ‘water’, al zorgde de aanstekelijke en opzwepende poprockeerder voor oververhitting dan verkoeling bij dansende festivalgangers.
Gelukkig kon men wat schaduw vinden bij het concert van The White Buffalo in de tent, waar Amerikaanse rock met invloeden van The Black Keys en Pearl Jam door een stevig powertrio werd gespeeld. Rond kwart voor zeven begon de extreme hitte wat af te nemen, precies op tijd voor het optreden van Nile Rodgers waar een ongekend groot aantal hits, bekend door verschillende artiesten, voorbij kwam. Wie Rodgers niet van naam kende, zong ongetwijfeld toch mee met door de hem geschreven ‘Le Freak’ (Chic), ‘I’m Coming Out’ (Diana Ross), ‘We Are Family’ (Sister Sledge) of modernere samenwerkingen van hem met onder andere Daft Punk en Beyoncé. Een overeenkomst tussen de charmante, topfitte Rodgers en de Schotse Ray Wilson die even later in de tent speelde lag in hun associatie met andere muzikanten: Wilson zong enkele jaren in de band Genesis, en speelde dus de nodige covers van deze band (en van Phil Collins, met wie zijn stem een opmerkelijke gelijkenis vertoonde).
Evenveel herkenning van hits vond plaats bij het optreden van Live, dat zoveel materiaal bevatte dat het concert bijna een kwartier uitliep. Er bleef zo veel publiek staan om te genieten van nummers als ‘The Dolphin’s Cry’ en, aan het eind, ‘I Alone’ dat Riverside wat eenzaam begon.
De Poolse band Riverside overtuigde desondanks met onder andere ‘Left Out’ en een moderne,
snoeiharde interpretatie van progrock. Zo was de toon meteen goed gezet voor de afsluiter van de
avond: Porcupine Tree verraste het publiek door aan te kondigen dat het zou proberen een
telefoonvrij concert te geven en hoewel zoiets op een festivalterrein nooit écht bewerkstelligd kan
worden zorgde deze vooraf aangekondigde wens toch voor een wat nostalgischere sfeer. Hoewel de band misschien een wat verfijndere smaak vereiste dan de gemiddelde afsluiter van een festivaldag, bleek het een perfecte match met het Bospop-publiek: het was dan ook geen toeval dat deze groep al voor de derde keer op Bospop stond. Ook zonder bassist (die moest vertrekken vanwege een family emergency) zette de band een waanzinnige show neer met indringende soundscapes, raadselachtige teksten en een overdaad aan virtuositeit die nooit zorgde voor een verminderde toegankelijkheid.
Wie wel eerder vertrok na deze flink volgeplande zaterdag met het oog op de even interessante zondag die zou volgen, kon de volgende ochtend op een grote teleurstelling rekenen. Vanwege plotseling en hevig noodweer werd de afsluitende dag, waarop onder andere de Italiaanse Zucchero, gitaarheld Joe Bonamassa en ZZ Top-veteraan Billy Gibbons Weert tot ongekende hoogtes zouden brengen, op het laatste moment volledig afgelast. Daarmee kwam er een verdrietig einde aan het nu maar tweedaagse festival, maar de keuze van de gemeente kon online op veel bijval en begrip rekenen van bezorgde bezoekers. Bospop heeft zich al eerder met verve op weten te bouwen na enkele jaren corona-tegenspoed en zal volgend jaar na deze overmacht ongetwijfeld terug zijn met een editie die de teleurstelling van dit jaar helemaal doet vergeten.
Foto’s (c) Anneke Klungers