Blur, een van de meest succesvolle Britpopbands was na een periode van 20 jaar eindelijk weer live te zien op een Nederlands podium.
De Ziggo Dome in Amsterdam bleek net een jasje te groot, of de periode waarin ze weg waren geweest net iets te lang, om de zaal ook daadwerkelijk helemaal vol te krijgen. Wellicht komt dat ook omdat hun nieuwe album nog slechts een aankondiging is. Het album, ‘The Ballad of Darren’ staat vooralsnog voor release ingepland op 11 juli aanstaande. Bijzonder dus om een tour bij te wonen waarvoor het album nog niet eens uit is.
Frontman Damon Albarn is de laatste jaren uitgegroeid to een zeer gerespecteerd muzikant en producer die zijn eigen muzikale universum heeft weten te smeden, niet alleen met prachtig solo werk, zoals bijvoorbeeld het magistrale album ‘The Nearer the Fountain, More Pure the Stream Flows’, maar ook met zijn bijzonder succesvolle niet bestaande band Gorillaz. Tel daarbij de ontelbare ‘collabs’ op, waaronder bijvoorbeeld de supergroep Rocket Juice & the Moon, met Chilli Pepper Flea op bass en Tony Allen op drums, of meer recentelijk nog zijn bijdrage aan het nummer ‘N’sera’ van Fatoumata Diawara en het zal duidelijk zijn dat Albarn zijn band Blur niet nodig heeft om niet in ledigheid te vervallen. Drummer Dave Rowntree bracht in januari van dit jaar nog het solo album ‘Radio Songs’ uit, dat tot nu toe zeker tot de betere albumreleases van het jaar behoort. Van het nog uit te komen nieuwe Blur album is wel al sinds Mei het nummer ‘The Narcissist’ als single uitgebracht. Die heeft weinig tot niets gedaan, en dat is ook wel terecht, gezien de simpelheid van het deuntje dat doet vermoeden dat Albarn cum suis Blur als een hobby projectje zijn gaan zien. Gitarist Graham Coxon zei in in eerder interview over het nieuwe album: “Sometimes just a riff doesn’t do the job”, een opmerkelijke uitspraak die echter wel waar blijkt te zijn, als we naar ‘The Narcissist’ luisteren.
De verwachtingen voor dit optreden in Amsterdam waren dus bij voorbaat al hooggespannen. Eerst echter mocht Pip Blom, de indie band uit Amsterdam op het podium van de Ziggo Dome het spits afbijten. Pip Blom timmert behoorlijk aan de weg, en heeft inmiddels twee albums onder de riem, waarop een groot aantal erg aanstekelijke tracks staan. Het derde album ‘Bobbi’ kan inmiddels gepre-ordered worden. De vrolijke set van de band viel akoestisch behoorlijk in het water, doordat veel mensen nog meer met drankjes bezig waren dan dat ze al op de vloer van de Ziggo stonden. Jammer, want Pip Blom is een goede, frisse en verfrissende band die het wiel weliswaar niet opnieuw aan het uitvinden is, maar wel heerlijk eigenwijs haar ding doet. Oudere muziekliefhebbers zouden wel eens een flashback kunnen krijgen naar de tijden van The Mo, mensen die meer in het heden leven en ook van bijvoorbeeld de Sleaford Mods of Dry Cleaning houden, doen er ook goed aan om Pip Blom te checken. Vooral vanwege het feit dat ze zo wegvielen in de grootsheid van de Ziggo en het zaalgeluid niet echt meedeed, maakte de band niet de verdiende impact en bleef de waardering beperkt tot een beleefd applaus. Toch heeft de band zich laten zien en horen, hetgeen ervoor heeft gezorgd dat velen zeker een van de clubshows ga bekijken als ze de kans krijgen.
Het ‘ombouwen’ na de set van Pip Blom ging lekker snel en rond kwart voor negen kwamen de mannen van Blur, onder de tonen van het thema van de oude BBC serie ‘Crossroads’ het podium op. Waarom? Giswerk. De serie liep van 1964 tot 1988, het jaar waarin Blur werd geformeerd, en de serie zal ongetwijfeld vaak te zien zijn geweest in huize Albarn. Wellicht daarom. Na dankbaar hun eerste, gratis applaus in ontvangst te hebben genomen trapte de band af met ‘St Charles Square’, één van de nummers op het nog uit te komen album. Sterke opener, retro-rock in optima forma, waarin meteen duidelijk werd dat de tijd op Blur geen vat lijkt te hebben gekregen. Retestrak, een goed zingende Albarn, furieus gitaarwerk. De opener was solide. Blur bleek de set erg goed samengesteld te hebben, al is die nogal aan verandering onderhevig sinds het begin van de tour. Productie was top-notch met prachtige visuals en video-beelden die geprojecteerd werden, waardoor ook voor de mensen die verder af stonden het visuele spektakel, samen met het uitstekende front of house geluid volop konden genieten.
Toen vrij vroeg in de set ‘Popscene’ werd gespeeld, stond het eerste hoogtepunt in de boeken. De band speelde zoals gezegd loeistrak en geïnspireerd. Gitarist Graham Coxon ging volledig los en terwijl Albarn water over de voorste rijen van het publiek gooide, bouwde Coxon met veel zorg een indrukwekkende muur van gitaargeluid, om die vervolgens in een allesverwoestende, furieuze gitaarsolo weer af te breken. Wat een intensiteit. In retrospectief later op de avond was dit wellicht het beste nummer in de set.
De set was als gezegd erg gebalanceerd opgezet, met een mooi doorkijkje van deep cuts naar publiekslievelingen, die er nog allemaal erg goed ingingen. Met ‘Beetlebum’ betoogde Blur hun respect aan voorbeelden the Beatles. Wat blijft dat toch een goed nummer. Het popliedje eindigde ook weer in een orgie van schreeuwende en feed back genererende gitaar frenzy. De eerste acht nummers was Blur op maximale modus. Schock and Awe, geen steen bleef op elkaar. Machtig mooi.
Albarn zocht niet echt contact met het publiek en was weinig spraakzaam het eerste deel van het concert. Toen hij dan zijn welkomstwoordje sprak, vertrouwde hij zijn nieuwe Nederlandse vrienden in de zaal toe dat hij stoned was. Dat maakte volgens hem niet uit, want hij ging ervan uit dat iedereen in de zaal dat ook zou zijn. Onnozelaar. In de tweede helft van de set ging juist dit hem namelijk parten spelen. Langzaamaan slopen er foutjes in de set, Albarn werd moe en de magie die de eerste drie kwartier tot een uur zeker aanwezig was, ebte langzaam, maar gelukkig niet helemaal weg. ‘ Trimm Trabb’ werd nog gekenmerkt door waanzinnig gitaarwerk van Cox, die echt de hoofdrol opeiste in Amsterdam.
Toen de band dan ‘All Your life’ voor het eerst deze tour wilde inzetten, ging het goed mis. De band moest stoppen. Albarn praatte zich eruit, maar op dit niveau is dit een no-go. De magie was gebroken, en de band had er zichtbaar last van voor de rest van het optreden. Natuurlijk had de band nog het een en ander in de mouw verscholen zitten. Met ‘Parklife’ werd veel goedgemaakt. De meezinger ging erin als het woord van de Heer in een ouderling. Daarna sloeg de band dan toch weer de plank mis met een gewoon slechte uitvoering van ‘To the End’. Alban die achter de piano zat te zingen werd gewoon zichtbaar zenuwachtig van deze uitvoering. De perfectionist raakte een beetje uit zijn evenwicht. Was nuchter gebleven.
Uiteindelijk wist Blur de eindstand op winst te krijgen met uiteraard ‘Song 2’ dat toch uiteindelijk niet meer is dan een twee minuten durende, zich herhalende riff. Bedankt Fifa. ‘Girls & Boys’ in de toegiften krijgt de zaal tot aan de laatste mens aan het dansen, waarmee het verdict is beslist.
Mooi om Blur weer op een podium te zien, en zoveel energie te zien ontketenen. Hadden ze de energie en concentratie van het eerste uur kunnen volhouden, dan was het een legendarische show geworden. Dat hebben ze zelf verkloot. Dat is jammer. Die andere Britpop band, met die twee broers die de hele tijd dreigen weer bij elkaar te komen, kunnen zich beter eens achter de oren krabben of ze dat nu wel zullen doen. Blur is namelijk back en niet zo’n beetje ook.
Foto’s (c) Armelle van Helden