Zaterdag was alweer de derde dag van het internationale jazzfestival in Luik. Een festival dat zich in het oude hart van de stad afspeelt, op straten en pleinen, maar toch vooral ook in de mooiste concertzalen van Luik. Deze editie is gezegend met niet alleen prachtig weer waardoor het ook gisteren weer goed toeven was in de tent bij het Cité Miroir, met een vers getapt glas gerstenat, in goed gezelschap van zeer vele jazz liefhebbers die vanuit de wijde omtrek, maar ook vanuit Nederland, Duitsland en Frankrijk hun weg weten te vinden naar de oude stad aan de Maas.
De programmering op zaterdag liet weer eens goed zien dat de Luikse programmeurs fijnproevers zijn, die weten welke muziek de moeite waard is. Of dit nu gaat om Johnny Dick, niet te verwarren met de reeds overleden drummer van Billy Thorpe & the Aztecs (dat zou pas een sensatie zijn geweest), de bluesman. Of dat het gaat om King Automatic, Jean Christophe Renault of Catherine Graindorge, ze waren allemaal in Luik te zien en te horen.
Heerlijk zo’n festival waarbij je binnen een uur gekatapulteerd kan worden in tijd en ruimte en muziek van de delta blues naar atmosferische klank experimenten en weer door naar swingende disco. In Luik kan het allemaal.
De zaterdagavond stond voor de jazzliefhebber toch vooral in het teken van het optreden van bassist Avishai Cohen. Het Avishai Cohen trio speelde in Le Forum, het in prachtige art-deco stijl opgetrokken theater waarvan de geschiedenis teruggaat tot 1922, toen het werd gebouwd. Zelfs wie er nog nooit eerder geweest is, zou het herkennen aan het prachtige interieur uit de clip van het nummer ‘Chop’ van rapper Fresh .
De zaal was zeer goed gevuld met jazzliefhebbers, die reikhalzend naar de komst van Cohen hadden uitgezien. Op het centrum van het podium lag de contrabas van Cohen, met rechts daarvan de drumkit van drummer Roni Kaspi en links de vleugel van pianist Guy Moskovic. De Israëlische/Amerikaanse contrabassist Avishai Cohen vestigde zijn naam van 1996 tot 2003 in de band van Chick Corea, en is daarna als soloartiest doorgestoten tot één van de grootste namen in de jazz. Zijn output is groot. Hij maakt muziek voor symfonieorkesten (Two Roses), filmmuziek voor de film ‘Tel Aviv – Beirut’, maar op ‘Shifting Sands’ van een paar jaar geleden keerde hij terug naar het jazz trio.
Even na acht uur doofden de zaal lichten en zonder veel poespas kwam het trio op het podium en begon te spelen. Met de contrabas in het centrum viel meteen de lichtheid van de muziek op. De speelse melodieën fladderden uit over de zaal en werden in dankbaarheid ontvangen door het publiek. Er is iets met de muziek van Avishai die bij de luisteraar voor directe herkenning zorgt. De twee jonge begeleiders van Cohen blijken ware virtuoze te zijn op hun instrumenten. Guy Moskovich en Avishai communiceren met blikken op en neer, waarna Cohen Kaspi’s aandacht trekt met een beweging van zijn contrabas. Alleen dit spel tussen de drie muzikanten is het meer dan waard om aandachtig te blijven kijken en luisteren. Moskovic is een van de grootste talenten op de piano. Technisch enorm goed, en wellicht nog beter in timing en frasering, waarbij hij duidelijk de gelijke is van Cohen. Elk stuk wordt zo een avontuur. Roni Kaspi is zonder overdrijving waarschijnlijk de beste drummer die ik de laatste twintig jaar heb gezien. De jonge vrouw weet het statuut van de drums omhoog te werken van ritmische begeleiding naar veel meer dan dat. Als ik zeg dat Roni Kaspi de drums laat zingen met een lichtvoetige speelsheid die alleen kan ontstaan in een vrije geest, dan is dat de enige manier waarop ik haar spel kan typeren. Ademloos luisterend kwam het in ieder geval binnen bij het aanwezige publiek, dat Kaspi verschillende keren trakteerde op applaus, speciaal voor haar.
We zagen een jazzconcert van eenzame klasse. Cohen is vergroeid met zijn bas, en gebruikt hem ook als ritme-instrument. Als centrale typering voor de muziek van deze avond is ‘speelsheid’ , inventief en van hoog niveau, degene die het meest recht doet aan wat het publiek meemaakte.
In de toegift kwam Cohen alleen het podium op en ging achter de piano zitten. Uit het niets kwam een prachtig arrangement waarin men langzaam maar zeker de progressies uit ‘Motherless Child’ van zijn album ‘1970’ herkende. Avishai zong het, met zijn prachtige stem. Rug naar het publiek. Hij speelde alsof hij thuis wat zat te pielen op zijn piano, bijna achteloos, maar raakte tot in mijn hart. Kippenvel en tranen. Muziek als een levenskracht. Cohen heeft er meer van in zijn pink dan menigeen in zijn hele leven. Het Avishai Cohen trio gaf een concert dat de aanwezigen zich nog lang zullen heugen.
Foto’s (c) Christophe DeHousse