Het blijkt een twijfelende lenteavond te zijn. De 22ste Mei in Brussel. Net niet warm genoeg voor een licht shirt, maar te warm al voor een vest. Dat gaat de goede kant op. In de Brusselse Onderrichtstraat is het drukte van belang. België is uitgelopen om het eerste van twee concerten van de grote Renaud bij te mogen wonen in het Koninklijk Circus, toch wel één van de mooiste podiums in de Belgische hoofdstad.
De zaal vulde zich met mensen uit alle geledingen van de bevolking. Er zijn vriendengroepen, gezinnen met kinderen, een grootvader met twee kleinkinderen, geliefden. Mensen die te jong lijken om ook maar ooit van Renaud gehoord te hebben, mensen die zo oud zijn dat je jezelf realiseerde wat voor onderneming het moest zijn geweest hier maandagavond naar toe te komen vanuit je kleine dorpje op het West-Vlaamse platteland, of vanuit dat provinciestadje tegen de Franse grens aan. Niet echt verwonderlijk, want niemand minder dan Renaud zou hier op de planken staan.
22 mei: de verjaardag van Charles Aznavour, die al niet meer onder ons is, net als al die andere grote Franse chansonniers. Renaud is een van de weinigen van zijn generatie die er nog is. Michel Sardou is er nog. Johnny Hallyday, waarmee Renaud nog samen schitterde op het grote doek in de thriller ‘Crime Spree’ is er ook al niet meer. Renaud is er wonder boven wonder nog. ‘Toujours Debout’, zoals hijzelf al cynisch liet weten in de titel van zijn zoveelste comeback enkele jaren geleden. Alcohol en depressie hangen als een zwaard van Damocles boven het leven van Renaud, al verklaarde hijzelf in Brussel geen druppel meer aan te raken. Helaas, dat inzicht is decennia te laat. De schade is niet meer terug te draaien. We mogen blij zijn dat Renaud vandaag de dag nog op een podium staat.
Zelden zal de anticipatie bij een publiek zo groot zijn geweest. Voordat het concert begon, sidderde de zaal letterlijk met een ongrijpbare energie van verwachting. Nog voordat het concert begon had Renaud al drie staande ovaties te pakken. Hier gebeurde iets speciaals. Dit was niet zomaar een concert.
Met ‘Morgane de toi’ heeft Renaud het meest geliefde Franse nummer aller tijden op zijn naam staan. Zijn oeuvre is zo groot, het belang van Renaud als artiest in L’Hexagone is nauwelijks te onderschatten. Zijn muziek betekent veel voor de mensen hier in de zaal. Het is de levende soundtrack van hun eerste liefde, hun huwelijk, jubilea, overlijdens, muziek die hun troost gaf, deed genieten en hun leven mee vorm gaf. Het was te voelen aan de intensiteit van de energie die in de ronde zaal hing, nog voordat Renaud op het podium stond.
Om even na achten ging het gordijn dan open, en ja hoor, daar stond de man zelf. Renaud, gekleed in het zwart. Hij stond wat onvast op zijn grote sportschoenen van het van hem bekende merk. Hij hield met beide handen de microfoon vast. Begeleid door een strijkorkest, een pianist en een accordeonist. Hij zong ‘Cent Ans’, een lied over een oude man die terugkijkend op zijn leven ondanks alles toch tevreden is. Renaud was nauwelijks te verstaan en de zang was onvast. Hij moest de tekst grotendeels van een autocue lezen. Zijn timing was niet goed en hij kwam breekbaar over. Natuurlijk kan je je afvragen waarom Renaud nu nog op een podium gaat staan. Hij als geen ander zal weten… de flamboyante Renaud, de rocker met leren jasjes, de man met een tatoeage van zijn favoriete motormerk ‘Indian’ op zijn onderarm als statement, de man waar alle meisjes verliefd op werden, die Renaud. Die is er niet meer.
Maar zoals gezegd bleek het in Brussel over veel grotere waarden te gaan. De mensen waren gekomen om hun geliefde chansonnier nog een keer in hun harten te sluiten, om samen de mooiste momenten uit hun leven te herbeleven. Wat dat betrof gaf Renaud ruimhartig alles wat hij nog heeft. Het was muzikaal niet veel meer, maar het bekende zoveel. Het orkest speelde adequaat. De strijkersarrangementen waren wat vlak, en toch werd een ritmesectie node gemist. Dat gezegd hebbende was het format wel goed bedacht, en een rockband achter deze Renaud zou de man helemaal op 10-0 achter hebben gezet.
De avond werd gevierd met een prachtige dwarsdoorsnede van het werk van Renaud. Veel hoefde Renaud ook zelf niet te zingen. Ze zaal nam het meermaals van hem over. Renaud draaide de microfoon dan naar de zaal, en stond daar. Hij genoot. Nooit eerder was een concertbelevenis zo’n warm bad. ‘Ma Gonzesse’, ‘La mère à Titi’, ‘Son Bleu’, ze kwamen allemaal voorbij. De zaal gaf zich over. Als dan, toen het piano intro van ‘Mistral gagnant’ werd ingezet, een van de allermooiste nummers uit de Franse muziek, leek de zaal als één de adem even in te houden. Renaud zette het lied in, maar hij had het net zo goed niet kunnen doen. De zaal zong uit volle borst letterlijk elk woord mee. Kippenvel, al zou je niks met de muziek van Renaud hebben. Vooraan zong een man het lied, neus tegen neus met zijn vrouw, speciaal voor haar. Bij de vrouw biggelden de tranen over haar wangen. Dat is wat er hier gebeurde maandagavond. De magie van de muziek. De viering van het leven.
In de toegiften kwam de avond tot een toch nog onverwacht hoogtepunt toen dan uiteindelijk ‘Morgane de Toi‘ werd ingezet. Het zaallicht ging gedempt aan, zodat ook vanaf het podium zichtbaar zou zijn wat er gebeurde. Een groep vrienden viel in elkaars armen, terwijl ze het lied luidkeels meezongen. Ze droegen allemaal de rode boerenzakdoek, die Renaud zelf al heel lang niet meer heeft gedragen. Een man zong uit volle borst mee, samen met zijn zoon van een jaar of 10. De gemeenschapszin was ongekend. Rillingen over je rug. Hier betoog België hommage aan de man op het podium. Dit was hoe een publiek “dankjewel” zegt.
Toen even later de zaal leegliep, stond een echtpaar op de trap hun vesten aan te trekken. In het voorbijgaan hoorde je de vrouw tegen haar man zeggen: “Ik denk dat dit de laatste keer is dat hem gezien hebben.” De man had tranen in zijn ogen en antwoorde “Ja, ik ben bang van wel.”