Enkele jaren geleden kreeg ik van de vijf jaar geleden veel te vroeg overleden Amerikaans-/Nederlandse bluesman Michael de Jong de tip om eens te luisteren naar het duo Third House From The Left. Hij had beide heren, Robbert Duijf en Guido Brassé ontmoet na een optreden. Zij hadden zich gespecialiseerd in vooroorlogse blues en de twee noemden Charley Patton, Lead Belly, Son House en Robert Johnson als hun grote invloeden. En dat bleek heel duidelijk op hun in eigen beheer opgenomen en uitgebrachte cd ‘Love To See You Cry’.
Het is alweer enkele jaren geleden dat de wegen van de heren zich scheidden en Robbert Duijf is bezig behoorlijk naam te maken met zijn muziek. Een deelname namens Nederland aan de International Blues Challenge 2019 is daar een van de bewijzen van. Onlangs is zijn vierde solo album verschenenmet de titel ‘Change Myself’. Hierop staan zeven nummers, waarvan twee eigen composities. De overige vijf nummers zijn een bewerking van nummers van onder meer Skip James en Blind Willie Johnson. Robbert Duijf wordt ondersteund door Robin Zalm (drums, percussie), Angelo Bombrini (piano, percussie, mandoline), Michel Henquet (contrabas) en Maud Knubben (zang). De plaat is geproduceerd door Bombrini en Duijf. De voorliefde voor vooroorlogse blues en gospel is bij Robbert Duijf duidelijk trouw gebleven. Zijn fingerpicking- en slidegitaarstijl doet denken aan die van de oude Deltablues-grootten als Blind Willie Johnson, Charley Patton en Son House en zijn stem is rauw en puur. De eigen nummers, het titelnummer ‘Change Myself’ en ‘Verse 8’ laten duidelijk horen dat hij behalve een uitstekend vertolker van andermans werk ook een prima songwriter is. Naast het eigen werk bevat het album nog vijf covers, die heel mooi en respectvol door Robbert Duijf zijn bewerkt, zoals te horen is aan ‘Hard Times Killing Floor’ van Skip James en ‘Working Like A Slave’, een traditional dat door Duijf met wat nieuwe tekst is voorzien. Ook met dit album bewijst Robbert Duijf een meer dan uitstekende muzikant te zijn, die er voor zorgt dat het genre van de vooroorlogse blues en gospel onder de aandacht blijft bij het publiek dat daar voor open staat. (8/10) (Eigen productie)