Avishai Cohen, een uitstekende Israëlische jazzbassist die zijn opmerkelijke talent aan de jazzwereld heeft bewezen, heeft al een onuitwisbare stempel gedrukt. Zijn 20e album, genaamd ‘Iroko’, is mede geproduceerd door de zeer gerespecteerde, met een Latin Grammy bekroonde producer Javier Limón. Abraham Rodriguez Jr., de zelfverklaarde Nuyoricaanse, Santeria-adept en doowop-batarumba koning, werkt op dit album samen met Cohen. Het is Rodriguez’s derde optreden als hoofdartiest, en deze nieuwe samenwerking heeft de individuele kunstzinnigheid van beide artiesten effectief vermengd tot een unieke en uitzonderlijke auditieve ervaring.
Het concept voor ‘Iroko’ is een thematisch idee dat Cohen al geruime tijd in zijn hoofd speelde, en het is duidelijk dat hij dit album met veel passie en enthousiasme heeft gemaakt. Het is een soulvolle creatie die de luisteraars meevoert naar een serenade op een straathoek in het Spaanse Harlem. De liedjes op het album zijn heruitvindingen van klassieke nummers, waaronder James Brown’s ‘It’s a Man’s World’, het met een Academy Award bekroonde ‘Theme to Exodus’ uit 1960, en het legendarische ‘Fly Me to the Moon’, dat beroemd is geworden door Frank Sinatra. De basis van vrijwel alle Afro-Caribische muziek, inclusief jazz, is het stuwende clave-ritme, dat in alle nummers duidelijk naar voren komt.
Overal op het album vult het handdrummen van Rodriguez de onweerstaanbare baspatronen van Cohen aan, en het versmelt soepel tot een samenhangend geheel. Het album bevat ook verwijzingen naar de Yoruba orisha’s, die nog beter samengaan met het upbeat tempo van de muziek. Hun ritmische stemmen stralen ware vriendschap en samenwerking op zijn best uit, en zijn een voorbeeld van een verbazingwekkende unisono die je moet horen en ervaren om gewaardeerd te worden.
De synthese van invloeden in ‘Iroko’ brengt de individuele stijlen van Cohen en Rodriguez op een unieke en ongekende manier samen. Hun eerste ontmoeting was in 1993 tijdens het werken met de band van pianist Ray Santiago in Manhattan’s Lower East Side. Cohen leerde jazz onder leiding van Andy Gonzalez, die een van de meest gevraagde bassisten in de Latijns-Amerikaanse muziekscene was. Daarentegen had Abe, de Santeria priester, Andy en zijn trompet/conguero broer, Jerry Gonzalez, voor het eerst ontmoet tijdens de drumcirkels waaraan hij deelnam toen hij opgroeide. Ze waren beiden lid van Grupo Folklorico y Experimental Nuevayorquino, waar Abe mee speelde, en de Fort Apache Band, beroemd vanwege het latiniseren van composities van Thelonious Monk.
Het album is opgedragen aan de gebroeders Gonzalez, die beiden zijn overleden, als een eerbetoon aan de salsa-meets-jazz beweging die sterren omvat als Machito en Dizzy Gillespie, Mongo Santamaria, Ray Barretto, en Eddie Palmieri. De met latin doordrenkte vibe van het album is geworteld in de New Yorkse essentie, want Abi belichaamt een smeltkroes van muzikanten voor zichzelf door r&b, blues, doowop, jazz, Motown en een verscheidenheid aan genres te mengen tot een eigen wereld die Cohen graag wilde integreren met zijn basspel. De essentie van dit album ligt in de groove van de muziek, die volkomen boeiend is en de luisteraars aanzet tot dansen.
Op ‘Iroko’ verwoorden Avishai Cohen en Abraham Rodriguez Jr. hun boodschap en stellingname tegen de chaos die de mensheid bedreigt door gebruik te maken van Yoruba goden, onvergetelijke melodieën en de banden van broederschap. Het album dient als een bewijs van de transformerende kracht van muziek, die het vermogen heeft om mensen te verenigen, ongeacht hun achtergrond of ervaringen. Dit must-listen album verdient een hoge waardering omdat het de genialiteit van zowel Cohen als Rodriguez laat horen, evenals de unieke fusie van latin en jazz invloeden. Iroko is een album dat luisteraars met hun voeten zal laten tikken en mee zal neuriën op de aanstekelijke deuntjes, lang nadat de muziek is vervaagd. (9/10) (Believe)