Angelo Branduardi, de Italiaanse bard betoverde onlangs het publiek met zijn etherische optreden in het Cirque Royal in Brussel op 18 april 2023. De zaal zat vol met muziekliefhebbers en fans die reikhalzend uitkeken naar het magische optreden van Branduardi. De man treedt niet al te vaak op in de lage landen, dus als het zich voordoet, dan moet je er als liefhebber bijzijn.
Het Cirque Royal in Brussel kon wel speciaal ontworpen zijn voor een optreden van Branduardi. Het gebouw werd in 1878 gebouwd als een permanent circustheater, maar met de laatste renovaties waarbij wel de stijl en het gevoel van lang vevlogen tijden bewaard zijn gebleven, biedt het theater de ultieme enscenering voor de muziek van Branduardi. Het concert bleek een showcase van Branduardi’s unieke muziekstijl, die traditionele Italiaanse volksmuziek, Middeleeuwse verhalenvertellerij, vermengt met klassieke en hedendaagse elementen. Het Cirque Royal was de perfecte locatie voor dit optreden, met zijn prachtige akoestiek en elegante decor dat een intieme en betoverende sfeer creëerde. Toen de lichten dimden werd het publiek meegevoerd naar een andere wereld, toen Branduardi het podium betrad, begeleid door een groep getalenteerde muzikanten.
De inmiddels 73 jarige Branduardi stond geheel alleen voor het doek, voor het optreden zou beginnen. Hij wilde uitleg geven over het programma. Daar stond hij dan. Ouder geworden, dat zeker, maar nog steeds met zijn indrukwekkende haardos en zijn onafscheidelijke viool. Klein, maar met een charisma en een persoonlijkheid die nog steeds zonder poeha met gemak iedereen in de zaal zou blijken te raken.
Het eerste deel van de show zou bestaan de Suite ‘Il cammimo del’ Anima’, geinspireerd, zo vertelde Branduardi, door het het leven van van de Benedictijnse moeder overste Hildegard von Bingen en gebaseerd op haar Ordo Virtutum, ‘Orde der deugden’, een gezongen drama voor vrouwenstemmen met één partij voor mannenstem (de duivel), die deze avond allemaal door Branduardi en zijn bandleden zouden worden uitgevoerd.
Vanaf de eerste noot was het duidelijk dat dit een onvergetelijke ervaring zou worden. De uitvoering van deze suite duurde een kleine drie kwartier en liet zien dat Branduardi, ondanks zijn hoge leeftijd, nog steeds een muzikant is die creert en niet alleen maar reproduceert. De suite was een erg mooie les geweest voor metalbands zoals Nightwish of anderen die thematisch vaak in dezelfde vijver vissen. Branduardi deed hun nog wat voor als het om compositie en uitvoering gaat.
De tot in de perfectie uitgevoerde suite werd ontvangen met een minuten durend, daverend applaus. Wat het publiek niet wist is dat Branduardi nog maar nauwelijks begonnen was. Nog voordat er een korte pauze werd ingelast ging Branduardi er met zijn band eens goed voor zitten. In het donker hief hij zijn strijkstok omhoog en met zijn viool zette hij een van zijn grootste hits ‘Si piu Fare’ in. De warmte van zijn stem en de unieke interpratie van de zang, het heeft weinig tot niets geleden. Instant kippenvel. Fabio Valderin, al lang de toetsenist bij Branduardi wist de orkestrale partijen en het strijkersarrangement zeer overtuigend neer te zetten, en in Antonello d’ Urso heeft Branduardi een gitarist die de prachtige partijen op acoustische en electrische gitaar precies zo speelt, zoals het publiek ze kent.
‘Gulliver’ werd een hoogtepunt in dit optreden. Een perfecte uitvoering, die het publiek op deed staan. Nederlanders, Belgen en Duitsers zullen het thema herkennen als het thema uit ‘7 dagen lang’ van Bots, maar de geschiedenis van deze muziek gaat terug tot in 1928. Het betreft een compositie van een bruiloftslied van twee Bretonse tieners. Enfin, de versie van Branduardi is niet anders dan indrukwekkend, nog steeds. Met ‘La serei di Numeri’ speelden Branduardi en zijn band op gradiose wijze naar de pauze toe. Het publiek had zeker geen behoefte aan een pauze en stond als een man op om de maestro een overweldigend applaus te geven en toe te zingen alsof het Caruso was in de Scala van Milaan. Branduardi gaf veel, erg veel en het publiek voelde dat en was er dankbaar voor.
Na de korte pauze volgde er nog een dik uur, vol pure magie. Branduardi liet het publiek voelen dat hij er voor hen was, dat hij zijn muziek naar ons toe bracht. Niet ter ere van hemzelf als ‘ster’. Nee, Branduardi verzamelde het publiek om zich heen en gaf ons allemaal een avond om werkelijk nooit te vergeten. Er stond een diamant op het podium.
Ook in het tweede deel van het concert nam Branduardi ons mee in zijn muzikale universum met op het leven van Franciscus van Assisie gebaseerde vertellingen over de Sultan van Babylon en de prostituee, maar ook met publiekslievelingen als ‘La Luna’ en ‘Il done del Cervo’; allemaal muziek die het publiek al decennia lang bij zich hebben als muzikale richtingaanwijzers in hun leven. Branduardi bracht ze tot leven, waardoor mensen, inclusief uw recensent geraakt werden, tot in het diepst van hun hart. Kippenvel en af en toe een opwellende traan in een ooghoek. De kracht van muziek, de authenticteit van Branduardi, de magie van zijn viool. De kleine man met de grote bos haar. Iedereen voelde het in het Cirque Royal. Niemand uitgezonderd.
‘Alla fiera del ‘est’ werd uit volle borst meegezongen in het Frans en Italiaans door elkaar, maar niet voordat Branduardi het a cappella in het Ukrains had gezongen, als zijn statement voor de vrede. Met ‘La Pulce D’aqua’ en ‘Vanita di Vanita’ bracht Branduardi samen de geweldige band de avond tot een feestelijk hoogtepunt. Iedereen stond te dansen en te klappen, terwijl we de muziek als een warme golf over ons heen lieten komen. Hier voelden de mensen de magie van de muziek. Je mag hopen dat iedereen, al is het maar een keer in het leven, zo’n concert mee mag maken.
Het publiek ging staan en Angelo Branduardi ontving het ovationele, minutenlang doorgaande applaus. Hij had een glimlach om zijn lippen. Duidelijk was dat energie die hij met zijn muzikanten de zaal in had gestuurd, ook terug op het podium gevoeld was. Branduardi maakte mij en met mij vele, vele anderen gelukkig op deze avond. Pure Magie.
Foto’ s (c) Stéphane Risack