Aan de hoes is het al een beetje af te lezen. Dit album is er eentje voor de liefhebbers van stevige gitaren. De Duitse punkers hebben weer een nieuwe plaat uitgebracht. De punk in Duitsland is groot gebracht door bands als Die Ärtze en Die Toten Hosen die nog altijd de grote festivals daar headlinen. Kärbholz mag dan niet zo bekend zijn, wellicht ook omdat de band veel later pas is opgericht.
De band werd in 2003 opgericht en bracht in 2007 hun debuutalbum uit. In 2023 is het inmiddels tijd voor het achtste studioalbum dat hoofdstuk 11 meekrijgt als titel. Beetje verwarrend, al zullen we daar verder niet meer bij stil staan. Wel bij het album natuurlijk. Dat is gevuld met elf songs die allemaal gaan over dingen die we als mensen tegen kunnen komen gaandeweg het leven.
Barricades zijn van die dingen, daar opent het album dan ook gelijk mee. Een Offspring-esk riffje start de plaat, daarna is het al snel de herkenbare Duitse punk. Goed refrein. Dat kunnen we van het gros van dit album wel zeggen. De songs zijn goed in elkaar getimmerd en daardoor beukt het album door die bezongen barricades heen.
De muziek is ook wel enigszins te omschrijven als In Extremo als je de folk instrumenten weglaat en wat punksaus gebruikt. ‘Unter Ferner Liefen’ gaat ook weer in sneltreinvaart. Met het vierde nummer ‘Gar Nichts’ neemt de plaat even wat gas terug. De gitaren hebben vrijwel geen distortion in het eerste couplet. Het is de meest toegankelijke song en wellicht ook daarom gekozen als een der reeds uitgebrachte singles. ‘Der Zug’ gaat nog een tandje meer naar de ballade, althans opnieuw het eerste deel van de song, daarna kan de band het toch niet laten om er een powerballad van te maken. De solo mag er wezen.
Het is niet vernieuwend wat Kärbholz op dit album laat horen, maar de band levert met het elfde hoofdstuk, het achtste album, een vermakelijke plaat af. Goede refreinen, sterke riffs en dito productie. (7/10) (Metalville)