Met zijn nieuwe album ‘The Inventory of our Desire’ laat Thomas Azier opnieuw zien een moedig en veelzijdig artiest te zijn. Na zijn eerdere albums laat Azier opnieuw zien de steile ontwikkelingscurve die hij zichzelf al sinds zijn debuut met ‘Black & Grey’ uit 2006 oplegt, door te kunnen trekken.
Met het succes van het album ‘Hylas’ uit 2014 leek het er even op of hij met zijn muziek de sprong naar de mainstream zou kunnen maken. Gelukkig is Azier te eigenwijs en eigenzinnig gebleken, en is hij doorgegaan met het maken van zijn kunst, op zijn eigen manier, zonder in te schikken. If anything is Azier altijd zichzelf en zijn muziek trouw gebleven.
Op het tien tracks tellende album bewandelt Azier andermaal een ander pad. Was voorganger ‘Love, disorderly’ een album waarin Azier, gedreven door de maatschappelijke polarisatie, ingegeven door de corona pandemie. vrij somber en kaal, het nieuwe album opent de luiken naar buiten weer meer. Op zijn nieuwe album observeert hij nog steeds scherp de wereld om zich heen, een wereld die versnelt, vervreemdt en steeds meer vraagt van ons mensen, hij vangt nog steeds deze dynamiek met zijn muziek, hetgeen een prestatie an sich genoemd mag worden.
Op het nieuwe album wordt de Azier sound verder verrijkt met invloeden uit het jazz idioom, met name door de belangrijke bijdrage van saxofonist Maarten Hogenhuis.
Luister naar een track als ‘Blue Eyed Baby’. Hogenhuis zet aan, en je hoort zelfs de aanzet op het riet, dat aanzet en als volwaardig instrument wordt ingezet. Vocaal en qua kracht van interpretatie is Azier ook hoorbaar gegroeid.
Het als single uitgebrachte ‘What does it mean to be Free’ zet een mens aan het denken. De steady kadans, de soundscapes van kunstenaar gitarist Obi Blanche, een haast beklemmende realisatie van wat we ons allemaal zouden moeten afvragen
‘Slow Revolution’, waarop Azier vocaal schatplichtig is aan zijn inspiratiebron Scott Walker. Een muzikaal avontuur waarin een continue spanning op de compositie staat, met name door het innovatieve drumwerk van Simon Segers, die als een van de meest innovatieve drummers van België te boek staat.
Naast door zijn trouwe gitarist Obi Blanche en Simon Segers wordt Thomas Azier op dit album muzikaal bijgestaan door Annelotte Coster op keyboards en vocals die een master heeft behaald in filmmuziek, hetgeen goed terug te horen is op een track als ‘Only the Ocean’ dat erg filmisch klinkt .Op bas speelt Andert Tijsma die onder andere met Anouk in de studio werkte, maar ook met Qeaux Qeaux Joans speelde op het album ‘No man’s Land’. Azier weet zijn muzikanten dus erg goed uit te kiezen. Zelf heeft hij de productie strak in de hand gehouden, waardoor hij geen concessies hoeft te doen.
Ook met zijn nieuwe album voegt Thomas Azier niet alleen weer een prachtig hoofdstuk toe aan zijn eigen carrière, maar verrijkt hij ook weer de Nederlandse popmuziek met een ware groeidiamant. Het werk van Azier is zeker niet het makkelijkste, maar het geeft enorm veel voldoening om ernaar te blijven luisteren om er steeds weer wat nieuws in te ontdekken. De Russische auteur Leo Tolstoi zei ooit; “Muziek is steno voor de emotie.” Ik zou dat willen parafraseren als “Muziek is de kortste weg naar emotie.” Thomas Azier bewijst weer eens dit als geen ander te begrijpen en te beheersen. ‘The inventory of our Desire’ is een meesterwerk, zoals ze niet vaak gemaakt worden. Een album dat blijft boeien en groeien. Bravo. (9/10) (Hylas Records)