Op 18 november bracht de van oorsprong Libanese singer-songwriter Nadine Khouri haar album ‘Another Life’ uit. Een uitzonderlijk mooi album. In de op Maxazine gepubliceerde recensie viel over het album en de zangeres het volgende te lezen: ‘Khouri heeft zo’n stem die je betovert en blijft achtervolgen. Luister naar prachtliederen als ‘Keep on pushing these walls’, dat van een schoonheid is alsof ijskristallen in een door zonlicht beschenen winterochtend breken voordat ze de grond raken. Nadine Khouri dient op elke watchlist te staan van elke rechtgeaarde popmuziekliefhebber. Nadine Khouri zou wel eens erg groot kunnen worden. Een groeidiamant.
Nadine Khouri werd geboren in Beiroet, de hoofdstad van Libanon. Een oorlogskind was ze. Samen met haar ouders verhuisde ze naar Londen toen ze acht jaar oud was. “Ik groeide op in een huis waar altijd muziek aanstond. Mijn ouders hielden van rock’n roll. Nadat we naar Engeland verhuisd waren, kreeg ik eindelijk op mijn elfde verjaardag een gitaar, en daar ben ik toen eigenlijk vrij instinctief op gaan spelen. Ik ben volledig autodidact, heb nooit muzieklessen gehad. Muziek als carrière is sowieso nooit iets waar ik aan gedacht heb, of wat bespreekbaar was in mijn omgeving, maar muziek maken werd sterker dan mezelf, ik had er geen controle meer over.”
Het nieuwe, inmiddels derde, album komt niet zomaar uit de lucht vallen. Al in 2010 wist zij met haar eerste EP ‘A Song to the City’ de handen op elkaar te krijgen. In 2019 had het album ‘The Salted Air’ wellicht voor een doorbraak moeten zorgen, maar de coronapandemie wist daar wel raad mee. Live promotie was niet mogelijk. Echter kreeg ook ‘The Salted Air’ veel kritische bijval. Genoeg reden dus om contact te zoeken met Nadine in Londen en met elkaar in gesprek te gaan om deze bijzondere artieste beter te leren kennen. Dat beter leren kennen is ook wel nodig, want in Nederland is Nadine nog niet zo bekend.
“Dat kan goed kloppen, want mijn bereik in Nederland is nog erg klein. Tot nu toe speel ik vooral in de UK en in Frankrijk”, vertelt Nadine, met een wat voorzichtige glimlach. “Ik heb echter wel vaker in Nederland opgetreden, dat was in het voorprogramma van Adrian Crowley, de Ierse singer-songwriter, we speelden toen meen ik in Paradiso, Amsterdam. Dat was in 2018 volgens mij.” Haar ogen draaien omhoog als om het zich beter te kunnen herinneren.
Enig uitzoekwerk levert op dat Nadine inderdaad in 2018 in het voorprogramma van Crowley een aantal concerten speelde in Nederland, namelijk in de Waalse Kerk, in Amsterdam, Paard in Den Haag en in de Doopsgezinde gemeente in Utrecht. “Daarna heb ik eigenlijk niet meer echt getourd. Er waren nog een aantal concerten in Frankrijk, daarna kwam de epidemie en heb ik niet meer live kunnen spelen. Ik hoop dat daar nu weer verandering in komt.”
Naast de wereldwijde corona-epidemie gooide ook de grote explosie van een voorraad ammoniumnitraat op 4 augustus 2020 in Beiroet weer roet in de creatieve plannen van Nadine. Door de explosie werden haar plannen voor het maken van nieuwe videoclips op de lange baan geschoven. Nadine Khouri wilde op die manier ook jong Libanees creatief talent een podium bieden. Uiteindelijk maakte Nadine twee prachtige videoclips voor de tracks ‘Vertigo’ en ‘Keep on pushing these walls’, waarvoor ze zelf naar Beiroet terug ging, om samen te werken met de getalenteerde Libanese filmmaker Tariq Keblaoui, die op dit moment werkt aan de realisatie van zijn eerste film ‘Shaheen’.
Toch begon de muzikale carrière van Nadine al veel eerder, haar eerste EP dateert alweer van 2010. “Dat klopt inderdaad. Ik bracht in 2010 mijn eerste EP ‘A song to the City’, daarna ben ik echter een tijd gestopt met muziek maken. Weet je, ik vond de muziekindustrie een moeilijke plek om mijn draai in te vinden, dus ik ben toen inderdaad gestopt. Dat veranderde pas weer toen John Parish me vroeg om samen te gaan werken.”
Nadine Khouri droeg die eerste EP op aan de in januari 2010 overleden singer- songwriter Lhasa de Sela. In Nederland onbekend, maar zeker in Frankrijk nog steeds populair. Zeker een goede referentie om ook naar te gaan luisteren als je het werk van Nadine Khouri wilt leren plaatsen. “Wow, dat compliment neem ik graag aan”, reageert Nadine. “Dat vind ik heel fijn om te horen.”
In 2017 resulteerde de eerste samenwerking van Nadine met producer John Parish, die we vooral kennen van zijn jarenlange samenwerking met PJ Harvey, in de release van de single ‘I ran thru the Dark (to the beat of my Heart)’, waarin de huidige stijl van Nadine’s muziek al in grovere, meer poppy verfstreken werd neergezet. De stijlen van Khouri en Parishes werk met PJ Harvey kennen vele raakvlakken. Het lijkt soms zelfs alsof John en zij een relatie hebben.
Nadine moet onbedaarlijk lachen om die laatste opmerking. “Nee, nee, niets van dat alles, maar het is wel een leuk verhaal. Ik was eigenlijk altijd al een fan van zijn werk, al sinds ik een tiener was eigenlijk. Op een avond in 2010 speelde hij in London in ‘The Water Rats’ een club in King’s Cross, London, en ik ging daar dus heen. Na het concert ging ik bij de merchandise wat kopen en toen kon ik hem om een handtekening vragen. Een echte fangirl dus, maar ik greep de gelegenheid aan om hem een demo van mij te geven. Later diezelfde week belde hij me op, en vroeg of ik een track wilde inzingen op een soundtrack waar hij mee bezig was. Natuurlijk accepteerde ik dat. Ik ging naar Bristol voor de opnames, en vanaf dat moment werken we samen.” De track kwam uiteindelijk niet op de soundtrack van de film ‘She, a Chinese’, maar werd uiteindelijk gereleaset op de vinyl versie van zijn soloalbum ‘Screenplay’.
Voor het komende jaar wil Khouri vooral veel touren. Optredens om mensen kennis te laten maken met haar nieuwe album. “Ik zou heel graag in Nederland in de clubs komen spelen, misschien wel op een festival.” Haar sympathieke lach is al net zo betoverend als haar muziek. Nadine Khouri is een ervaren nieuwkomer die nog niet de erkenning krijgt die ze zonder meer verdient. Erkenning die er zeker gaat komen als ze ook in Nederland en België de podia komt veroveren.
Foto’s (c) Steve Gullick