Rocker John Corabi is onder andere bekend als frontman van Mötley Crüe, The Dead Daisies en The Scream. Ook schreef hij ‘Horseshoes and Hand Grenades’, deze biografie gaat zowel over zijn jeugd al zijn carrière. Deze flamboyante man stond donderdag 8 december in De Bosuil in Weert. Voor deze akoestische show was het gordijn voor het grote podium gesloten. Daarvoor stond een klein podium, de zaal was gezellig ingericht met tafels, kaarsen, vloerkleedjes en dergelijke.
John verscheen op het podium, de lichten doofden en na een korte, maar hartelijke begroeting begon hij meteen met de Union song ‘Love (I Don’t Need It Anymore)’. Hij had veel power op zijn stem, met een heerlijk ruw randje. Daarna vertelde John dat hij graag naar zijn eigen stem luistert en daarom tussen de nummers door het een en ander zou vertellen. Dat deed hij met leuke grapjes en of (gedetailleerde) anekdotes. Een aantal nummers heeft hij voor een vrouw geschreven waarmee hij een relatie had, zoals ‘If I had a dime’. Het volume van zang en muziek was misschien iets harder dan bij andere akoestische concerten, maar het hoorde bij de nummers. Daar waar het kon speelde hij luider en liet hij mooie en/of rauwe vocale uithalen horen. Andere delen zong en speelde hij zachter, de passie was er in ieder nummer. Voor aanvang van ‘If I Never Get to Say Goodbye’ sprak John kort en serieus, want dit gaat over vrienden die een schietpartij meemaakte.
Father, Mother, Son
In de anekdote die hij voor ‘Who’ll Stop the Rain’ vertelde, zaten een aantal grappen. Hoewel hij zo’n vijf minuten vertelde, bleef men geboeid luisteren. Na een korte stilte klonk het: “We have the book here”, waarmee hij zijn eigen boek bedoelde. “Ik vraag je niet om boek te kopen maar een ik zeg alleen maar dat we hier hebben.…”
Toen John frontman was van The Scream, schreef hij ‘Father, Mother, Son’. Zijn mede bandleden waren niet heel enthousiast, hun manager zag er de mogelijkheden in. En terecht want dit is een prachtig gevoelig nummer. Sommige delen bracht hij ingetogen, in andere delen hoorde je de ruwere emotie op zijn stem. Natuurlijk mochten de anekdotes over The Dead Daisies niet ontbreken. Zo vertelde hij het verhaal over het ontstaan van de album titel ‘Revolucion’, ook hier verwerkte John enkele grappen in. Van dit album speelde hij ‘Something I Said’. Hij vroeg onze hulp om het “Yeah Yeah” in ‘Dead and Gone’ mee te zingen. Non verbaal gaf hij aan waar hij achtergrondzang van uit de zaal nodig had. De achtergrondzang was bescheiden maar perfect getimed.
Tijdens zijn anekdotes gebruikte John armgebaren. Hij vertelde onder andere over de kapper die zijn haren meer zwart dan bruin verfde, waardoor hij nu op Johnny Depp leek. Zijn manier van vertellen was uitgebreid maar grappig. Sommige woorden zoals “organ” hebben meerdere betekenissen. Dit gebruikte hij om met woorden te spelen bijvoorbeeld met “tulips” en two lips’. De grens tussen grappig of fout is flinterdun, maar John ging niet over die grens heen. Op andere momenten was zijn taalgebruik wat ruwer en directer. Van Mötley Crüe speelde hij onder andere ‘Misunderstood’, waarbij zijn ruwe stem goed tot zijn recht kwam. Tijdens het mooie minimalistische gitaarspel was het publiek was zo stil, dat je een speld kon horen vallen. Non stop speelde hij ‘Loveshine’, ook hier genoten de fans van.
Hooligan’s Holiday
De anekdote over Kiss fans was gedetailleerd, maar leuk. John had zelfspot en zei: ”Dit waren weer vijf minuten van jullie leven.” Van deze hard rock band speelde hij ‘Hard Luck Woman’. Hij vroeg weer om mee te zingen, maar niet zo zacht en beleefd als eerder. “Doe alsof je op een voetbalwedstrijd bent.” zei hij. De woorden ‘Hooligan’s Holiday’ werden meegezongen, maar toch wat minder luid dan verwacht. Het publiek was wat ingetogen, maar zeer respectvol. Er werd nauwelijks gepraat, ook niet tijdens Johns monologen. Af en toe kwam er een spontane reactie uit de zaal, waarop hij leuk reageerde., dit gaf een heel huiselijk gevoel. Er volgende wat ruwere dubbelzinnige grappen. Daarna was het tijd voor de laatste twee nummers. De eerste was ‘Drive’ (The Cars). Weer hoorde je de emotie op zijn stem. Non stop en vol passie volgde ‘Man in the Moon’ van The Scream’. Hierna zei hij nogmaals dat hij snel de zaal in kwam om alles behalve (….) te signeren. Met zorg signeerde hij ieder verkocht boek en geduldig ging hij met de fans op de foto. Langzaam maar zeker verlieten de tevreden bezoekers De Bosuil.
Foto’s (c) Hen Metsemakers