De Mitsubishi Electric Halle in Düsseldorf was afgelopen woensdag 16 november de plek waar in zekere zin muziekgeschiedenis werd geschreven.
Het was hier, voor een net niet geheel volle zaal, dat Peter Frampton zijn allerlaatste concert gaf van zijn Europese Farewell Tour. De van oorsprong Engelse rockster, inmiddels 72 jaar jong, moet noodgedwongen een stap terug doen. In 2019 maakt hij bekend dat hij zal moeten gaan stoppen met touren omdat hij lijdt aan IBM. Dit is een progressieve spierziekte die het hem uiteindelijk onmogelijk zal maken nog te musiceren.
Frampton is uiteraard het meest bekend vanwege zijn legendarische album ‘Frampton Comes Alive’ waarvan hij miljoenen exemplaren verkocht heeft, maar ook was hij 1969, samen met Steve Marriot, de oprichter van de band Humble Pie. In 1987 trad hij toe tot de begeleidingsband van zijn oude schoolvriend David Bowie tijdens zijn Glass Spider Tour. Peter Frampton is nog steeds een ‘muzikanten muzikant’, gewaardeerd door muzikanten voor zijn vakmanschap. Bij het grote publiek toch vooral bekend voor een handvol hits en zijn talkboxsolo in zijn grootste hit ‘ Show me the Way’.
In de concertzaal in Düsseldorf werd het spits afgebeten door Jack Broadbent, die het voorprogramma verzorgde. Je ziet het wel vaker, een solo artiest als voorprogramma bij een grote artiest. Het kost niets, en de artiesten in kwestie hebben vaak een achtergrond als straatmuzikant. Zo ook Broadbent, die een soort van semi clowneske act neerzette. Hij speelt lapguitar, die hij bespeelt met een whiskey zakflesje als bottleneck. Heel ritmisch hakkend en met zijn armen zwaaiend klonk het nergens naar, maar het zag er nogal theatraal uit allemaal. Hij begon met een cover van ‘On the Road Again’ van Canned Heat. Hij eindigde zijn setje met zijn over the top versie van ‘Hit the Road Jack’ . Broadbent maakte geen blijvende indruk.
Een half uurtje later doofden de lichten in de hal, de band kwam op en daar was Peter Frampton. Op videobeelden van eerdere concerten in zijn farewell tour konden we Frampton nog rechtop rockend met zijn muzikanten zien. Het was een beklemmend moment te zien hoe Frampton ondersteund moet worden terwijl hij het podium opkomt. HIj kan niet meer zelfstandig lopen. Frampton nam plaats op een kruk. De rest van de band speelde het volledige concert ook zittend. Er werd verder geen woord aan vuil gemaakt. De aftakeling was niet waarvoor we gekomen waren.
De drummer zette ‘Baby (Something’s Happening)’ in en binnen 5 maten was duidelijk dat hier vanavond enkel en alleen over muziek ging. Het zaalgeluid was heel erg goed. Frampton zong als nooit tevoren en hij liet meteen horen waarom hij zo gewaardeerd is al muzikant. Hij liet zijn Gibson ‘The Fenix’, inderdaad de gitaar die hij dertig jaar nadat hij hem was kwijtgeraakt in een vliegtuigcrash weer terug had gekregen, janken en zingen op een manier die kippenvel opriep. Wat een band!
Frampton babbelde de set losjes en vol humor aan elkaar. Mooie verhalen uit een lange carrière, vol mooie vriendschappen en spannende avonturen. Alsof we thuis bij hem rond de haard zaten. Als vierde nummer in de set kwam dan al de song, waarvan iedereen had verwacht dat het de uitsmijter zou zijn. ‘Show me the Way’, inclusief talkboxsolo, is iets dat je als concertbezoeker meegemaakt wil hebben. In Düsseldorf speelde hij het de laatste keer in deze tournee, misschien wel de allerlaatste keer. De zaal zong mee, en er ontstond een soort van zomeravond rond een kampvuur-gevoel. De vibe was goed. Het was mooi te zien hoeveel plezier Frampton zelf had. Aanstekelijk voor iedereen.
Even verderop in de set speelt de band de classic ‘Georgia (always on my mind)’ die Frampton in 2019 op een blues album opnam. In Düsseldorf was duidelijk dat Frampton ziel en zaligheid in deze muziek kon leggen. ‘The Fenix’ huilde bittere tranen onder de handen van Frampton. Zijn toon en techniek waren zo goed, zo smaakvol, zo intens. Een topuitvoering van deze evergreen. Indrukwekkend was ook ‘Black Hole Sun’ van Soundgarden, door Frampton en zijn band als een muzikaal stuk gespeeld inclusief een talkbox solo van Frampton. Een mooi eerbetoon aan Chris Cornell.
De band speelde maar door, en de set was al bijna twee uur onderweg toen de band het gaspedaal nog even dieper intrapte voor de finale. Die werd gevormd door twee lekkere versies van de ietswat vergeten Frampton hits ‘Baby, I love your way’ en de meezinger ‘Do you feel Like we Do’. Het laatste concert van Frampton in Europa mag best als gedenkwaardig de boeken ingaan. De man speelde fris, geïnspireerd, technisch erg goed, en het spelplezier spatte van het podium af. In de toegift speelde de band nog Humble Pie’s ‘I don’t need no doctor’ die in weinig onderdeed voor de legendarische versie zoals we die kennen van ‘Rockin’ the Fillmore’ uit 1971. Erg indrukwekkend.
Peter Frampton nam afscheid van zijn fans met een prachtige versie van George Harrison’s ‘While my guitar Gently Weeps’ . Een staande ovatie was zijn deel. Meer dan verdiend. Afscheid van een levende legende. Geen valse sentimentele toestanden. Rock’n roll. Respect.