Afgelopen dinsdag en woensdag speelde Marillion de laatste twee, uitverkochte, concerten van het Nederlandse deel van de Europese ‘An Hour Before it Gets Dark’ tournee in de grote zaal van de Utrechtse TivoliVredenburg.
‘An hour Before it gets Dark’, wordt door de band zelf gezien als een van hun allerbeste albums, vertelden gitarist Steven Rothery en zanger Steve Hogarth nog vorige week aan Maxazine. Tijdens deze tournee werd het album in integraliteit gespeeld, aangevuld met interessante deep cuts uit het verleden van de band en toch ook weer elk optreden de nodige verrassingen in de setlist. Zo weet Marillion elk optreden weer interessant te maken, en ook de moeite waard voor de vele trouwe fans die gewoon kaartjes kopen voor alle shows in Nederland.
Afgelopen woensdag werd het spits echter afgebeten door June Road. Het indie folk duo, dat bestaat uit de Engelse gitarist/zanger Harry Pane en de Belgische violiste/zangeres Maia Franwoski kreeg een half uur de tijd om de zaal ‘op te warmen’ voor Marillion. Een prima keuze, zo bleek. Niet alleen is het qua organisatie makkelijk om met een duo te werken dat geen uitgebreide backline en techniek nodig heeft, de muziekstijl staat ook nog eens zo ver van die van de hoofdact af, dat er geen enkel risico bestaat dat deze in populariteit de hoofdact voor het hoofd zou kunnen stoten.
Harry en Maia klonken als een klok. Hun samenzang was erg goed, en de begeleiding op gitaar, aangevuld met viool gaf een mooie volle klank aan de licht Keltisch aandoende liedjes die het duo te gehore bracht. Ze werden enthousiast ontvangen en het publiek genoot zichtbaar. Als ze dan als cover Fleetwood Mac’s ‘ Big love’ speelden, kreeg het duo de zaal zelfs volledig mee. Een erg geslaagde versie en een mooi optreden als voorprogramma.
Voordat Marillion opkwam werd de zaal gevraagd om geen video’s of foto’s te maken met de mobiele telefoon. ‘Iedereen heeft tenslotte evenveel betaald voor zijn kaartje, en niemand vind het leuk om de hele show tegen de achterkant van een filmende telefoon aan te kijken’ zo werd gezegd. Mooi te zien dat het publiek zich hier ook goed aan hield tijdens de show. Dat was al lang geleden, een show zonder mobiele telefoons in de lucht.
De band trapte af met het drieluik ‘Be Hard on Yourself’. Een mooie opener met een prachtige, terugkerende zanglijn. Marillion koos voor de ‘shock and awe’ techniek en overrompelde het publiek met de technisch perfecte lichtshow en een mooi geluid, hoewel zeker in het begin de drums te hard stonden in de mix.
Marillion weet als een van de weinige bands live iets toe te voegen aan de reeds perfecte albumversies van hun vaak ingewikkeld gearrangeerde nummers. Ook in Tivoli lukte dat meteen. Het album is zeker geen ‘licht verteerbaar’ album, zoals Hogarth ook in het interview met Maxazine al vertelde, maar live lukte het de band om de muziek net dat beetje extra te geven.
Bassist Pete Trewavas is altijd de blijste Marillion-muzikant. Hij bewoog over het podium en hij straalde spelplezier uit. Deze man houdt enorm van wat hij doet. Rothery stond zoals altijd stoïcijns en geconcentreerd zijn magie te bedrijven met de gitaar. Af en toe stapte hij naar voren en dan werd duidelijk waarom hij al zo lang bij ‘s werelds meest geliefde sologitaristen behoort. Toen Rothery tijdens het aan Leonard Cohen opgedragen ‘The Crow and the Nightingale’ naar voren in de schijnwerpers stapte en zijn gitaar zacht liet gillen en liefdevol krijsen, kreeg elke muziekliefhebber kippenvel. Daar was de zo typerende Marillion sound, waarvoor de band al zo lang gekend is. De man kreeg een staande ovatie voor deze eerste loepzuivere voorzet die uitmondde in een prachtig doelpunt.
Zanger Hogarth was goed bij stem, al leek het of hij tot net voor de show misschien net een glaasje teveel gedronken had, want hij had wel erg veel lol met zichzelf. Prima als je vervolgens zo’n show weet neer te zetten.
Vanaf ‘Sierra Leone’ had de band de sweet spot gevonden, en werd het optreden alleen maar beter. Wanneer het album dan volledig integraal gespeeld is, rest de luisteraar niet anders dan de pet in een diepe buiging afnemen voor een band die er keer op keer in slaagt live toch weer iets toe te voegen aan waar het studio album al in uitblinkt.
Daarna bleek Marillion een aantal mooie verrassingen in petto te hebben.’Estonia’ uit 1996 bleek de juiste uitdaging voor Hogarth. Hij slaagde voor deze toch wel gedurfde uitvoering. ‘Mad’ kwam als Pink Floyd-achtig epos vliegend uit de startblokken en bleek andermaal een prachtige showcase voor de techniek en toon van Rothery’s gitaarspel. Respect.
Bij de toegift haalde de band nog eens alles uit de kast. Bij het bekende gitaarintro van ‘Sugar Mice’ had de zaal geen verdere aanmoediging nodig. Nekharen recht overeind. Zo moet een rockconcert zijn. Het blijft een van rock’s mooiste classics. En ook hier weer liet Rothery zien gewoon bij de allergrootsten op gitaar te horen.
Met afsluiter ‘Garden Party’ nam Marillion de zaal mee op een tijdreis naar bijna 40 jaar geleden. Uw recensent stond op 11 Juni 1984 vooraan op het Pinkpop festival in Geleen, waar Marillion destijds definitief doorbrak. ‘Garden Party’ kwam toen ook voorbij. Het nummers stond anno 2022 nog steeds als een huis.
Marillion is en blijft een vaste waarde, en hoort bij de laatsten der allergrootsten van de rockmuziek. Dat werd in TivoliVredenburg nogmaals duidelijk gemaakt door de band, die nog wel even meekan. Op naar de volgende tour!
Foto’s (c) Bart Teunis