Een gemêleerd publiek schaarde zich op een druilerige zondagavond voor AFAS Live. Van heinde en verre waren keurige dames, krasse heren, stoere rockers en vrije geesten samen gekomen in de Amsterdamse poptempel om misschien wel voor het laatst getuige te zijn van de grillen van Bob Dylan.
Op 16 oktober gaf de gelauwerde liedjesboer en Nobelprijswinnaar zijn eerste van twee optredens in Amsterdam, naar aanleiding van zijn goed ontvangen album ‘Rough and Rowdy Ways’ uit 2020. De verwachtingen waren hooggespannen, toch lag er enige spanning op de loer. Dylan staat immers niet bekend als een begenadigd zanger, maar wel als een eigenzinnig enigma die liever in zijn eigen bubbeltje blijft dan dat hij dankbaar zijn publiek erkent. Wie dan ook een wervelende show verwachtte vol met greatest hits kwam bedrogen uit. Zondagavond geen ‘Blowin In The Wind’, ‘Mr. Tambourine Man’ of ‘Hurricane’. Nee, zondagavond lag het zwaartepunt met name op zijn laatste album. Van de zeventien nummers die Bob in een sobere opstelling (de band speelde in een kijkdoos van klassiek ogende witte gordijnen, op een verlichte en verhoogde vloer) ten tonele bracht, waren er negen afkomstig van zijn laatste wapenfeit.
De keuze voor de gespeelde set zorgde voor enige verdeeldheid in de zaal. Vanaf het balkon gezien krioelden vele mensen al snel tussen de stoelen op de vloer richting de bar of het toilet, tevergeefs hopende dat ze op tijd terug zouden zijn voor ‘Like A Rolling Stone’ of andere evergreen uit Bob’s omvangrijke carrière. De nummers werden echter wel prachtig vertolkt door een Dylan die perfect op het randje van nonchalance en rauwheid wist te balanceren, en een band die over het algemeen kundig om wist te gaan met zijn geïmproviseerde grillen. Het moet bij vlagen een ondankbare taak zijn, spelen voor een man die toch wel doet wat hij zelf wil.
Bob Dylan is geen prater, dat is bekend. De interactie met het publiek bleef beperkt tot tweemaal “Thank you”. Het was juist de muziek waarin Bob zich toonde als een meesterverteller, maar wat hij te vertellen had laat zich raden. Zonder altijd even helder te hebben waar het nu precies over ging, wist Dylan zijn nummers zo overtuigend te brengen dat toch een groot deel van het publiek aan zijn lippen bleef hangen, op een enkeling na zonder te morren. Die paar uitzonderingen in de zaal raakten tegen het einde van de set wat onrustig en rumoerig wanneer de hitjes uit leken te blijven, en schreeuwden tevergeefs wat loze verzoekjes de zaal in.
De hele avond verschool Dylan zich achter zijn piano, veelal wel staand. Toch kon het niet anders dat het publiek op de vloer niks anders had gezien dan zijn kruin met krullen. Tussen de nummers door schuifelde Bob regelmatig achter zijn piano vandaan, en openbaarde zich als een fragiel, ietwat gebogen en vooral een klein en verlegen mannetje. Met een stijve buiging poogde hij toch zijn publiek te bedanken, met meer oprechtheid dan de eerder genoemde obligate kreten van dank.
Tegen het einde van de avond toonde Bob zich zelfs wat stoutmoedig, als hij naar het midden van het podium draafde in plaats van schuifelde, een kwetsbaar moment waarbij hij bijna zijn evenwicht verloor en zich stevig op moest trekken aan een nabijgelegen microfoonstandaard. Het is een teken dat ook deze eigenzinnige legende niet eeuwig meer te leven heeft, maar tevens één van de meest menselijke momenten vanavond.
Na ruime anderhalf uur gespeeld te hebben sloot Bob de avond af met ‘Every Grain Of Sand’, compleet met een geweldig rauwe maar alles behalve vlekkeloze solo op zijn mondharmonica. Het publiek dat er wel met haar volle aandacht bij was (gelukkig in de meerderheid) beloonde Bob Dylan met een staande ovatie, waarna een donkerslag viel op het podium. Het publiek lustte nog wel meer, en de aanhoudende duisternis leek even te zinspelen op een toegift. Helaas had Bob Dylan het podium al verlaten.
De lichten in de Amsterdamse poptempel sprongen weer aan, en het publiek verliet de zaal; De één verward, de ander voldaan. Sommigen gedupeerd, en anderen door het dolle heen. Wat al deze mensen ondanks de verdeeldheid wel gemeen hebben, is dat ze wellicht getuige zijn geweest van de laatste keer Bob Dylan in ons kikkerland. Want de vlam brand nog wel, maar langzaamaan raakt het kaarsvet op. Hoe lang Bob het nog vol zal houden? The answer, my friend, is blowin in the wind. The answer is blowin in the wind…