Blijkbaar was de hereniging van de Red Hot Chili Peppers met de opnieuw teruggekeerde gitarist John Frusciante zo vruchtbaar geweest dat de fans dit jaar niet alleen worden getrakteerd op één, maar twee nieuwe albums. In april verscheen ‘Unlimited Love’. De stempel die Frusciante drukte met zijn herkenbare gitaarriffs was terug van weggeweest. Kritisch gezien konden we stellen dat het album in het verlengde lag van het vorige album met Frusciante: ‘Stadium Arcadium’ uit 2006, dat een dubbelalbum was. In feite hebben we dit jaar weer een dubbelalbum van ze. Want uit dezelfde opnames van ‘Unlimited Love’ met producer Rick Rubin bleef zoveel materiaal over dat er een volgend album mee gevuld kon worden. Al moet ‘Return Of The Dream Canteen’ volgens de band niet gezien worden als een verzameling overblijfsels. Ten dele kunnen we de band gelijk geven.
Want met de openingstrack ‘Tippa My Tongue’ klinkt de band weer voor het eerst in jaren vuriger als ten tijden van ‘Give It Away’ 30 jaar geleden. In de volgende track ‘Peace and Love’ klinken ze als van ouds weer funky. Frusciante soleert ook weer als 30 jaar geleden in ‘Eddie’, een eerbetoon aan Eddie Van Halen.
Maar daarna zakt het voornamelijk als een pudding in elkaar. Enkel het jaren ’80 new wave achtige ‘The Drummer’ beklijft nog. Maar voor de rest is het een oud recept dat gerecycled lijkt te worden. Het album telt gewoon te veel nummers à la ‘Under The Bridge’ of ‘Californication’. Er zit weinig vernieuwing in.
Als conclusie kan gesteld worden dat ze beter de beste nummers van het vorige album en de meest spannende beklijvende nummers van dit album samen hadden kunnen voegen tot één heel goed album. In dit geval had ‘Return Of The Dream Canteen’ beter een EP kunnen zijn met vijf hele goede nummers in plaats van 17 te veel op elkaar lijkende songs. (6/10) (Warner)