Het Zweedse Dungen verrast al meer dan twintig jaar met eigenzinnige albums. De rijke mentale muziekhistorie van mastermind Gustav Ejstes wordt steeds verder uitgediept naar een next step. “Dat is de leidraad van mijn bestaan”. Zo ook op het recente ‘En Är För Mycket och Tusen Aldrig Nog’, naar eigen zeggen een album met “gritty drums, melodies and controlled noise…”
Gustav Ejstes is openhartig, op deze vroege ochtend. Ongevraagd geeft hij een videorondleiding door zijn appartement in Stockholm. “Hier ben ik vannacht aan begonnen”, zegt hij enthousiast. Hij laat een pas geverfde muur in de slaapkamer zien. Maar het is duidelijk dat die nog wat kleur kan gebruiken. Dan zoomt hij in op een bed, of beter gezegd op een bouwpakket van wat een bed kan gaan worden. “Tsja, IKEA, hé?” De Zweed kan er zelf om lachen. Hij zit in een volgende fase van zijn tot nu toe turbulente leven. Met als resultaat het recente album ‘En Är För Mycket och Tusen Aldrig Nog’: ‘Eén is te veel en duizend is nooit genoeg’, cryptisch verwijzend naar zijn nog recente drugsverleden. “Dit is het eerste album waarbij ik niet onder invloed was van alcohol of drugs”, biecht hij eerlijk op. Zijn debuut stamt al uit 2001…
De wereld leerde Gustav en Dungen echt kennen met het album ‘Ta det lungt’ uit 2004: ‘Doe rustig aan’. Een opmerkelijke titel voor wat zou blijken hun grote doorbraak te zijn. “Toen begon de buzz, met name in New York en ook de rest van de VS. De hipster scene pikte ons album op. En waar de hipsters veel bands ook weer snel lieten vallen, bouwden wij juist een heel loyale fanbase op.”
Gustav klinkt trots, met zijn 42 levensjaren. “Ik doe dit al meer dan 20 jaar en ik ben dankbaar dat ik dit mag doen. En ik bedoel dan niet zo zeer de albums, als product. Maar vooral het creatieve proces. Het schrijven, het produceren, gewoon alles. En als er een album klaar is, dan ben ik wel trots, maar kijk ik er eigenlijk niet op terug. Ik luister de test pressing op vinyl en denk dan “Wauw” maar dan luister ik er een paar maanden niet meer naar. Ik wil gewoon weer verder.” En lachend: “Zoals straks met mijn IKEA bed!”
De loyale fanbase was ooit een paradox voor de multi-instrumentalist. “In het begin maakte ik de muziek meer voor mezelf. Het interesseerde me nauwelijks of er iemand naar zou luisteren.” Maar hij heeft de kracht van zijn muziek leren kennen. “Nu is het de manier waarop ik met mensen praat, hoe ik hen kan bereiken, op plaat, op concerten. Music connects people.”
Zonder hokjes of strakke taal, maar open en vloeiend. “Ik heb natuurlijk mijn eigen idee bij mijn muziek, maar het staat voor iedereen vrij om zijn eigen gevoel en interpretatie erin te leggen.” Iets dat bij Dungen wordt versterkt door hun vele instrumentale nummers. “En natuurlijk door het Zweeds”. Er is dus een zekere taalbarrière, “Maar die staat het overbrengen van gevoel niet in de weg, integendeel zelfs.”
Hoewel de teksten wellicht niet direct verstaanbaar zijn voor buitenstaanders, zijn ze heel wezenlijk voor wat Dungen is. “Daarom schrijf ik nog altijd in mijn moedertaal. Daarin kan ik mijn gedachten en gevoelens het beste uitdrukken.” Hij denkt even na. “Op dit album zijn de lyrics misschien zelfs nog het minst direct. Ze zijn meer open, metaforisch. Maar voor mij wel heel persoonlijk.” Zoals in het openingsnummer ‘Skövde’, over zijn geboorteplaats. Of in ‘Om Natten’ (‘ Gedurende de nacht), “waarin het gaat om vooruit te komen als persoon, om te groeien. De tekst gaat me zeer aan het hart: smeken om liefde, maar ook om vergeving. Ik heb veel dingen meegemaakt in mijn leven, en er verandert nog steeds één en ander. Ja, heel persoonlijk nummer.” Op een plaat met eveneens een persoonlijke titel, vrij vertaald ‘Eén is te veel en duizend is nooit genoeg’. “Ik heb jarenlang gevochten tegen mijn drugsverslaving.” De vrolijke Gustav wordt heel serieus. “Je heb een gezin en kinderen, er zijn problemen in relaties. Dat soort dingen…. Life, Love and Drugs…” Hij kan weer lachen en doet dat ook uitbundig om wat lijkt op een samenvatting van zijn leven, en zijn werk met Dungen. “Als je chronologisch naar mijn albums luistert, dan hoor je mijn geschiedenis. Maar dan wel heel open beschreven. Ik begrijp die zelf natuurlijk helemaal, maar jij kunt er iets anders in horen. En dat is ook prima.” Gustav zal dan ook niet snel schrijven over de misstanden in de wereld, of ons een boodschap meegeven. “Het is de muziek zelf die iets met de luisteraar kan doen. Ook instrumentele muziek kan een heel sterke invloed hebben op je stemming, op je gevoel. Dat is wat ik wil doen met mijn muziek: iemand een mooie tijd geven door naar mijn platen te luisteren of naar onze concerten te gaan. Om alle bullshit te vergeten.”
Het geanimeerde gesprek gaat duidelijk over Gustav zelf. Of toch over Dungen? “Sommigen noemen mij Dungen, alsof het mijn alias is. Maar Dungen is echt een band. Gitarist Reine Fiske bepaalt echt een belangrijk deel van de Dungen sound. En ik zou nooit een album maken of gaan optreden zonder Mattias Gustavsson, de bassist en drummer Johan Holmegard. Maar… (lachend) ik ben wel de dictator in dit project: het is mijn visie, het zijn mijn songs.” Een vriendelijke dictator dan wel, ietwat verlegen zelfs. Iemand die ruzies liever uit de weg gaat. “Vroeger ontstond een nummer nog weleens vanuit een jamsessie, maar nu schrijf alleen ik de lyrics en de arrangementen. En speel ik wat stukken in. En dan heb ik de bandleden echt nodig. Gewoon, om hun muzikant zijn, hun persoonlijkheid, de manier waarop ze spelen. In die fase is Dungen echt een band. Zo drumt Johan op een manier die ik ook graag zou kunnen, maar absoluut niet kan. Ze zijn een soort natuurlijk verlengstuk van mij. Ik bedoel dat in heel positieve zin. Ook on stage, met al die energie, waarin we elkaar nog meer versterken.”
Dungen als een verlengde van de persoon Gustav Ejstes, een persoon met een rijk muzikaal verleden. “Ik luisterde al heel vroeg naar muziek, naar alle soorten en stijlen. Ik slurpte altijd alles in me op. Van daaruit wilde ik me verder ontwikkelen. Ben ik op zoek gegaan naar nieuwe sounds, naar nieuwe constructies.” Gustav spreekt weer met passie. “Daar heb je dat creatieve proces weer, hé? De zoektocht naar steeds betere songs, dat is mijn drijfveer, steeds weer opnieuw.”
Zo is er op het nieuwe album ook weer nieuwe stap gezet. “Vooral op technisch gebied”. Samen met zijn grote vriend, producer en engineer Mattias Glavå, met wie hij ook de voorgaande drie albums creëerde. “Hij is echt een tovenaar. Als je samen in zijn studio zit en dan denkt: “Wauw, this is really weird shit… “ Technisch gezien zijn de nummers op ‘En Är För Mycket och Tusen Aldrig Nog’ gebouwd op basedrums en keys. “Met drummachines, samples en dat soort dingen. Zo ver waren we in eerdere albums nog niet gegaan. Toen hadden we de band er ook eerder bij betrokken.”
Maar naast alle technische vernieuwingen ziet Gustav vooral ook de eeuwige cirkelbeweging in zijn muziek. “Ik ben opgegroeid met allerlei muziek, zoals de traditionele folk. Maar ik kreeg als kind ook al Jimi Hendrix van mijn moeder. En op mijn achtste hoorde ik de te gekke drumpartijen van Mitch Mitchell. Op mijn elfde ontdekte ik Public Enemy, de hiphop. En daarna ook veel psychedelica, Aphex Twin, dat soort. Mijn muziek is altijd een mengeling geweest van dat alles. En is dat is het nog steeds. Als een steeds terugkerende cirkelbeweging.”
Gustav, en dus ook Dungen, put duidelijk uit een rijke muzikale historie. En creëert daaruit steeds iets nieuws. Als in een cirkelbeweging. Die echter nooit terugkeert op hetzelfde punt, maar steeds een stukje verder gaat, als in een langgerekte spiraal… En hoe vertaalt die beweging zich op ‘En Är För Mycket och Tusen Aldrig Nog’? Gustav lacht nog maar eens, zoals zo vaak deze morgen: “In gritty drums, melodies and controlled noise… “. Benieuwd of het IKEA bed al klaar is…
Black/white press shot (c) Tomi Palsa